Broodnodig nieuw Rijksarchief in Gent is een feit

Op 22 april 2015 werd het nieuwe Rijksarchiefgebouw (Bagattenstraat 43) in Gent officieel ingehuldigd. De Regie der Gebouwen sloot daarvoor een promotieovereenkomst af met projectontwikkelaar Kaïros die samenwerkte met het gelegenheidsduo Robbrecht en Daem architecten en Arch.& Teco Architecture. De werken zijn in 2012 gestart en waren op het einde van de zomer van 2014 voltooid, waarna de verhuis van de archiefstukken kon beginnen.

Het voormalige Rijksarchief was sinds 1904 gehuisvest in het Geraard de Duivelsteen dat niet geschikt bleek als archiefgebouw. Het beschikte slechts over een opslagruimte voor zeven strekkende km archief waardoor vele archiefstukken (circa 18 strekkende km archief) noodgedwongen in Beveren moesten bewaard worden. Bovendien was de leeszaal te klein en voldeed het gebouw niet op het vlak van klimaatregeling, inbraak- en diefstalbeveiliging. 

De Regie der Gebouwen ging op zoek naar een site voor de bouw van een nieuw Rijksarchief met een opslagruimte van 40 strekkende km archief, met daarbovenop enkele specifieke depots. Uiteindelijk werd gekozen voor het perceel in de Bagattenstraat 43, vlakbij de faculteit Letteren en Wijsbegeerte en de Boekentoren van de Universiteit Gent. Tal van andere archief- en bibliotheekinstellingen bevinden zich in de buurt. 

 

Licht en transparant

Het Rijksarchief, een zelfstandig blokvormig volume, is mooi geïntegreerd in de omgeving. De hoogte van het achterliggende volume is bewust laag gehouden zodat het in harmonie blijft met de bebouwing in de omliggende straten. Het gebouw is opgericht met duurzame materialen (baksteen, hout, glas en metaal), heeft een sterke architecturale identiteit en bestaat uit twee volumes. De gesloten opslagruimtes voor de archieven geven een eerder eenvormige indruk, terwijl de werkruimtes en publieke delen een meer open indruk geven.

In tegenstelling tot het voormalige Rijksarchief (Geraard de Duivelsteen) ademt het huidige Rijksarchief licht en openheid uit. De archieven zitten weliswaar nog altijd opgeslagen in gesloten ruimtes maar de werkruimtes en publieke delen zijn opengewerkt. De in glas uitgevoerde gevel van de kantoren richt zich naar de nauwe straatjes in de omgeving en biedt tezelfdertijd aan de omwonenden een inkijk in de werking van het Rijksarchief. Deze opengewerkte bouwlaag loopt langsheen de vier gevels, als een wikkel rondom het gebouw.

 

Intieme studieplekken         

De gevels zijn opgetrokken in een baksteen met een gestructureerde witte glazuurlaag, die een lichte schittering of glimmend effect geeft in het zonlicht.  De betonnen legborden of planken aan de gevel verwijzen naar de functie van het Rijksarchief en de slagschaduwen die zij werpen op het gebouw geven het een bepaalde speelsheid die doorheen de dag en in functie van de stand van de zon een steeds wisselend beeld oplevert. Het dak en de 17 lichtkoepels die zich boven de leeszaal bevinden, zijn bekleed met een gecoate zink in witte kleur. De lichtkoepels zijn gericht op het noorden en zorgen voor een diffuus licht dat niet schadelijk is voor de archiefstukken.

De leeszaal omhult met zijn donkere warme houten afwerking de intieme studieplekken en kan plaats bieden aan 124 lezers. De lichtkoepels brengen het getemperde noorderlicht in de ruimte. Zowel de leeszaal als de multifunctionele ruimte beschikken over een donkere granito tegelvloer terwijl de personeelsruimtes voorzien zijn van een verhoogde technische vloer afgewerkt met hoogwaardige tapijttegels.

 

40 kilometer archief

Bij de indeling van het rijksarchiefgebouw werd vooral gekeken naar een efficiënte werking voor zowel het publiek (onthaal, leeszaal) als de personeelsleden (kantoren, verwerkingsruimtes, depots). De circulatiewegen van het personeel en de bezoekers zijn gescheiden en zo kort  mogelijk gehouden en leveringen gebeuren via een afgesloten en overdekte laad- en loszone in de Bagattenstraat. De (andersvalide) bezoeker betreedt het gebouw via een lichte helling die zich omheen de multifunctionele ruimte wikkelt. Deze multifunctionele ruimte biedt plaats aan 50 personen. De wanden zijn deels bekleed met akoestisch houten lambrisering en deels uitgevoerd in transparant en gestructureerd glas.

Het gebouw beschikt over opslagruimte voor 40 strekkende kilometer archief die nog uitgebreid kan worden met circa 4 kilometer. Ongeveer  2/3e van deze capaciteit bevindt zich ondergronds. In de toren van het gebouw kan zo’n 10 strekkende kilometer archief worden bewaard.

 

Duurzaam bouwen

De temperatuur in de depots wordt zowel op een passieve als op een actieve manier geregeld. De muren zijn massief uitgevoerd, zodat de ruimten een grote thermische inertie krijgen. Zo worden kortstondige schommelingen in interne warmte- of vochtbelasting door de wanden gemakkelijk gebufferd en getemperd. Anderzijds is de gebouwschil ook heel goed thermisch geïsoleerd: het gebouw zal een maximaal K-peil (isolatiepeil) van K17 hebben, heel wat lager dan de wettelijke norm van K45. Om thermische redenen zijn er ook geen gevelramen voorzien in de depots.

In de personeelsruimten en publieke ruimten zijn de ramen voorzien met een doeltreffende zonwerende beglazing. De betonnen vloeren van het gebouw koelen ’s nachts af. Omdat er geen valse plafonds geplaatst worden, kan deze koelte overdag weer langzaam afgegeven worden. Daardoor is er overdag minder vraag naar airco. De energiezuinige verlichting wordt gestuurd door bewegingsdetectie en daglichtsensoren. Regenwater van het dak wordt opgevangen en hergebruikt als spoeling in de toiletten en op de hellende daklichten boven de leeszaal zijn fotovoltaïsche zonnepanelen geplaatst. Dankzij deze passieve en actieve maatregelen zal het Rijksarchief een E-peil (energieverbruik) van E55 kunnen behalen.

Deel dit artikel:
Met medewerking van
Onze partners