Tijdens de Architectuurbiënnale van Tallinn hebben de in Brussels gevestigde architecten Matthieu Brasebin en Elisabeth Terrisse de Botton een opvallende bushalte gerealiseerd met de naam No Time to Waste. Het paviljoen, gelegen bij het Balti Jaam-transitknooppunt, is vrijwel volledig opgebouwd uit gerecycleerde materialen die afkomstig zijn van lokale leveranciers in en rond Tallinn. Zo zijn er betonnen tegels van een bouwplaats, brokken natuursteen van een plaatselijke fabrikant en bakstenen afkomstig van een afvalbeheerbedrijf gebruikt. Door hun bewuste materiaalkeuze wilde het duo een omgekeerd ontwerpproces creëren, waarin niet het ontwerp maar de beschikbare materialen centraal staan.
Bij het ontwerp van deze bushalte werd bewust afgezien van een vaststaand eindbeeld. Brasebin en Terrisse baseerden hun ontwerp op enkele principes, zoals het opvullen van constructies met bouwafval, het samenstellen van een netwerk van primaire en secundaire balken, en het bedekken van het dak met gerecycleerde materialen. Deze handelingen waren leidend, in plaats van de keuze voor specifieke materialen. Hoewel het uiteindelijke paviljoen dichtbij het oorspronkelijke ontwerpidee bleef, was de precieze vorm aanvankelijk onduidelijk vanwege de afhankelijkheid van lokaal beschikbare materialen.
De realisatie van het paviljoen was niet zonder hindernissen. Door de publieke locatie en de ongewone constructie van gerecycleerde materialen, duurde het lang voordat de gemeente van Tallinn de nodige vergunningen verleende. De definitieve goedkeuring kwam pas één dag voor de opening van de biënnale op 9 oktober. De bouw begon meteen en werd op tijd afgerond, waardoor bezoekers van de biënnale het paviljoen konden bezichtigen.
Het paviljoen bestaat uit twee muren van stalen gabionkooien gevuld met puin, met een enkelvoudig dak van golfplaten ondersteund door houten balken en stalen palen. De meeste materialen, zoals het dakbedekkingsmateriaal, de stalen palen en de secundaire balken, zijn tweedehands. Alleen de gabionkooien, schroeven en twee gelamineerde balken werden nieuw aangeschaft. Wat nu gebouwd is, is een zes meter lange prototype, terwijl het uiteindelijke ontwerp voorziet in een 45 meter lang wachthok voor busreizigers.
Het architectenduo hoopt dat het paviljoen een breder publiek aanspreekt en het gebruik van bouwafval in de architectuur promoot. Ze zien mogelijkheden om het bouwwerk ook te gebruiken als pop-up bar tijdens evenementen op het plein. Het ontwerp nodigt uit tot hergebruik en wil het bewustzijn rond bouwafval en duurzaamheid vergroten. De selectie van het project als winnaar van de ontwerpwedstrijd door een jury, onder leiding van hoofdcurator Anhelina L Starkova, onderstreept de relevantie van deze experimentele aanpak binnen het thema van de biënnale: Resources for a Future.