Brusselse actiegroep eist meer vrije ruimte in binnenstad

Minder commerciële invullingen, meer vrije ruimte voor jongeren: dat is in een notendop de verzuchting van de Brusselse buurtbewoners die zich verenigd hebben in de actiegroep Free 54. Vooral het Sint-Katelijneplein in de Dansaertwijk – ooit een bruisende ontmoetingsplek voor jeugdige vriendengroepen, inmiddels volgestouwd met horecaterrassen – is in hun ogen een voorbeeld van hoe het niét moet. "Publieke ruimtes zonder commerciële doeleinden zijn noodzakelijk in een stad”, klinkt het resoluut.

In het verleden stond het Sint-Katelijneplein bekend als dé ontmoetingsplek voor de Brusselse jeugd. Aangezien het omringd is door verschillende Nederlandstalige middelbare scholen, was het er in de naschoolse uren steeds gezellig druk en zaten de trappen van de Sint-Katelijnekerk en de zitbanken op het kasseiplein afgeladen vol. Er ontsproten dan ook tal van initiatieven, zoals ‘Dar’ (het eerste jeugdhuis in de Brusselse binnenstad) en het collectief ‘54Kolaktiv’, dat met 54 Sound twee jaar op rij op het Dour Festival stond. Ook rapper Zwangere Guy was er lange tijd kind aan huis. Tot de voormalige Brusselse schepen van Economie Marion Lemesre (MR) de horecazaken aan het plein in 2015 de toelating gaf om terrassen te plaatsen. Het gros van de zitbankjes verdween en de helft van het plein is intussen ingenomen door tafeltjes en stoelen. De jongeren werden er haast letterlijk verdreven.

 

Protest tegen voortschrijdende vercommercialisering

Het leidde tot de oprichting van de actiegroep Free 54 (uitgesproken als cinq-quat, de roepnaam van het Sint-Katelijneplein), die deze dagen opnieuw protesteert tegen de voortschrijdende vercommercialisering van het Sint-Katelijneplein en de Brusselse publieke ruimte in het algemeen. “De coronaperiode heeft duidelijk gemaakt dat het centrum van Brussel kampt met een tekort aan publieke ruimtes”, zegt Niels Coppens van Free 54 in De Standaard. “We beseften ook dat de horecazaken die het plein vandaag inpalmen met hun terrassen geen lokale spelers meer zijn. De panden zijn overgenomen door grote ketens. Dit gaat niet meer over de lokale economie die schepen Lemesre destijds wilde ondersteunen. We hebben de indruk dat de binnenstad een pretpark voor toeristen is geworden, zonder ruimte voor de eigenlijke bewoners.” Lea Vromman, die ook al jaren betrokken is bij de Free 54-beweging, is het daar volmondig bij eens. “Als inwoner van Brussel ligt het voor mij moeilijk dat ik geen inspraak heb in wat voor ons belangrijk is. Publieke ruimtes zonder commerciële doeleinden zijn noodzakelijk in een stad. Niet iedereen heeft 4 euro om uit te geven aan een pint of een cola.”

 

Vastgeroeste ideologie bij stadsbestuur

Op Radio 1 gaf ook architect-filosoof Gideon Boie zijn visie op het hedendaagse Sint-Katelijneplein en de commerciële (r)evolutie in de Brusselse binnenstad. “Vooral in het historisch centrum nemen terrassen en evenementen de hele vrije ruimte in. De ideologie dat alle open ruimte een commerciële invulling moet krijgen, is vastgeroest bij het stadsbestuur van Brussel. Dat gaat ten koste van de Brusselse jongeren. Free 54 voerde in 2016 al actie, maar sindsdien is het zelfs nog erger geworden. Elk winterevenement moet ook een zomerevenement krijgen en op elk plein moet er wel een festival georganiseerd worden. Een stad heeft al die extra beleving niet nodig. Brussel heeft genoeg aan zichzelf. Een ruimte verliest zijn waarde niet omdat er niets georganiseerd wordt. Een voetgangerszone heeft toch geen terrassen of festivals nodig om interessant te zijn? Verandering creëren is altijd moeilijk, maar de jongeren tonen met hun protest alvast dat ze willen deelnemen aan het democratische debat (in juli werd het Sint-Katelijneplein 's avonds twee keer door jongeren bezet, waarbij volgens Free 54 telkens vier­honderd mensen aanwezig waren, red.). Ze eisen hun plaats op in de stad, wat heel positief is."

 

Deel dit artikel:
Onze partners