“Hoewel het ruimtebeslag in Vlaanderen al decennia de facto daalt, blijft in alle media opduiken dat er elke dag 6 tot zelfs 7,3 hectare bebouwing zal blijven bijkomen indien het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen niet wordt omgezet in een effectief beleidskader. Maar ook zonder de betonstop zullen we ons doel van 0 ha/dag bereiken tegen 2050.” Die stelling poneerde Marc Dillen, directeur-generaal van de Vlaamse Confederatie Bouw, in het debat over de ecologische impact van de bouwsector dat architectura.be organiseerde op Batibouw. In een blog die vorige week verscheen, gaat de VCB nog dieper in op de kwestie.
Gevraagd naar zijn mening over het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen, beter bekend als de betonstop, dat ervoor moet zorgen dat er tegen 2040 geen nieuwe ruimte meer wordt ingenomen door woningen, was Marc Dillen duidelijk. “Hoewel het bijkomende ruimtebeslag in Vlaanderen al decennia de facto daalt, duikt in alle media op dat er dagelijks 6 tot zelfs 7,3 ha open ruimte zal blijven verloren gaan zonder Beleidsplan Ruimte Vlaanderen. In de praktijk zijn we echter al lang aan het toewerken naar een betonstop en is compact bouwen al lang de nieuwe norm, zodat we tegen 2050 sowieso het streefdoel van 0 ha/dag bereiken, zoals Europa aanbeveelt. Voor de Vlaamse Confederatie Bouw is de inzet van de ruimtelijke plannen het sneller realiseren van voldoende, kwaliteitsvolle woonprojecten in leefbare kernen en centra. 68% van de nieuwe woningen en flats worden nu al gerealiseerd op oude sites en nemen dus geen extra ruimte in. Die trend zal enkel versterken.
Van fermettes naar flats
In een blog die vorige week verscheen op haar website, gaat de VCB nog wat dieper in op de kwestie. “Uit analyse van de VCB blijkt dat binnen drie jaar flats het dominante woningtype zijn in onze regio, onder impuls van de markt, waar schaarste heerst voor percelen voor wonen. Maar het BRV wil momenteel louter ruimte voor wonen beperken zonder oog voor voldoende kwaliteitsvolle, betaalbare alternatieven in kernen en die bekommernis heeft de bouw op 11 maart gedeeld met de Vlaamse Regering tijdens het jaarlijks Vlaams bouwoverlegcomité. Uit cijfers van Statbel blijkt dat bijkomend ruimtebeslag momenteel nog 5,6 ha/dag bedraagt, waarvan 3,6 ha/dag voor wonen. Maar ruimtebeslag - in totaal 33% van Vlaanderen - is een rekbaar begrip en omhelst niet alleen gebouwen en wegen, maar ook tuinen, parken, sportterreinen, recreatiedomeinen en zelfs weiden met paarden. Het ruimterapport vermeldt ook verharding en dat is minder verwarrend: 3% van Vlaanderen is verhard door woningen en flats. De totale verharding van onze regio bedraagt 14%.”
“Voorts heeft het VCB de cijfers uit de media tegen het licht gehouden en daaruit blijkt niet alleen dat appelen met peter worden vergeleken, maar ook dat bijkomend ruimtebeslag zich steeds meer manifesteert in andere bestemmingen dan wonen, zoals terreinen voor vervoer en communicatie, gebouwen voor overheidsadministratie, scholen, ziekenhuizen, elektriciteitsproductie en -transport, afvalverwerking, drinkwateropvang, recreatie, serres enzovoort. Waarom dan alleen wonen viseren? VCB waarschuwt dan ook voor foute prognoses die wonen onbetaalbaar maken.”
Grote maatschappelijke kostprijs
In de blog wordt nog een keer herhaald wat Dillen al vertelde in het debat. “De Europese Commissie beveelt 0 ha/dag bijkomend ruimtebeslag aan tegen 2050. De Vlaamse Regering heeft 2040 naar voren geschoven, maar dat zal gepaard gaan met een enorme maatschappelijke kostprijs omdat in Vlaanderen de rechtszekerheid van eigenaars terecht gegarandeerd wordt. Bijgevolg zullen noemenswaardige veranderingen in ruimtelijke ordening uitblijven. Het doemscenario van een volgebouwd Vlaanderen is trouwens gebaseerd op een scenario uit een proefschrift van Lien Poelmans. Zij werkte een reeks fictieve scenario’s uit om het effect van mogelijke bebouwing op waterhuishouding te meten. Poelmans gaf in 2017 zelf aan in Trends: ‘Het klopt dat mijn cijfers zuiver wetenschappelijk zijn, dus niet bedoeld om er beleid op te baseren. En ze zijn inderdaad ook achterhaald, want het ruimtelijk beslag neemt minder snel toe.’ In maart 2017 werd die prognose van Poelmans in het Vlaams Parlement inderdaad naar de prullenmand verwezen als geen voer voor beleid.”
“Puur fictief scenario”
“Intussen heeft een dergelijke prognose wel impact op studies die worden uitgevoerd”, zegt Dillen. “De historische kosten van de huidige, verspreide bebouwing worden intussen uitvoerig gedocumenteerd in rapporten en studies. Opmerkelijk is evenwel dat die studies aannemen dat het huidige tempo in ruimtebeslag zal aanhouden in de toekomst, terwijl er al geruime tijd een onomkeerbare dalende trend aan de gang is. Het gaat om een puur fictief scenario en dat lijkt een slechte raadgever voor beleidsopties. Dit terwijl voldoende, diverse woongelegenheden en een leefbare woonomgeving in verdichte gebieden een uitdaging van formaat zijn voor de ruimtelijke plannen. Het kwaliteitsvol inrichten van onze kernen en centra zal immers handenvol geld kosten en tijdrovend zijn, maar we wachten nog altijd op de eerste onderbouwde studie hieromtrent.”