BWMSTR Van Broeck: “Erfgoed mag niet herleid worden tot bordkarton”

Vlaanderen telt heel wat kerken, kastelen en kloostergebouwen die hardnekkig strijden tegen de tand des tijds. Het permanente onderhoud en de eventuele restauratie van deze historische relieken kosten hun eigenaars en de overheid handenvol geld. Er moeten dan ook keuzes gemaakt worden, vindt Vlaams Bouwmeester Leo Van Broeck: “We kunnen niet alles in stand houden. Enkel de pièces uniques die een nieuwe rol kunnen opnemen in de hedendaagse maatschappij lenen zich tot een grootschalige herbestemming.”

Vlaams Bouwmeester Leo Van Broeck staat bekend om zijn vernieuwende ideeën rond ruimte-inname en de functie van hedendaagse architectuur. Maar hoe staat hij tegenover het huidige erfgoedbeleid? Gematigd positief, zo blijkt: “Op een aantal vlakken gaat het de goede kant uit. Er is een enorme hoeveelheid interessant patrimonium voorhanden waar we unieke zaken mee kunnen realiseren, en de laatste jaren hebben een aantal mooie initiatieven geleid tot succesvolle herbestemmingen. We zouden die positieve evolutie verder kunnen versterken door nog iets gedurfder om te gaan met leegstand. Heel wat erfgoed met een waardevol te recycleren potentieel staat deze dagen zomaar te verkommeren. Om dit tegen te gaan, moeten we actief speuren naar herbestemmingsmogelijkheden.”

 

Projectbureau Herbestemming Kerken

Het Team Vlaams Bouwmeester was een van de drijvende krachten achter de oprichting van het Projectbureau Herbestemming Kerken. Deze nieuwbakken organisatie begeleidt steden, gemeenten en kerkbesturen bij de uitvoering van een haalbaarheidsonderzoek voor de gedeeltelijke of volledige herbestemming van parochiekerken. “Momenteel liggen er een 450-tal dossiers op tafel”, vertelt Van Broeck. “Daar komen schitterende dingen uit, zoals een reconversie tot overdekte boerenmarkt of urban farm met een buurtcafé in het koor. Waarom zou je programma’s die men toch wil realiseren niet proberen te integreren in een kerk-, kasteel- of kloosteromgeving? Die gebouwen brengen op dit moment enorm veel onderhouds- en restauratiekosten met zich mee, nota bene zonder dat er inkomsten tegenover staan. Als we de mogelijkheid hebben om een verlaten klooster om te zetten in een jeugdherberg, een hotel of universiteitskantoren, dan moeten we dat zo snel mogelijk doen.”

 

Pièces uniques valoriseren

Toch mag dit niet in het wilde weg gebeuren, benadrukt Van Broeck. Elke herbestemming moet uitgaan van een doordachte achterliggende filosofie en moeten passen binnen de hedendaagse context. “Erfgoed verdient beter dan – haast zoals opgezette dieren – gereduceerd te worden tot bordkarton, waar je vanop een afstand naar kan kijken zonder dat er effectief iets in gebeurt. Een belangrijke voorwaarde is dat het een nieuwe functie moet kunnen krijgen die beantwoordt aan bestaande behoeften. We zullen dan ook een onderscheid moeten maken tussen de pièces uniques waar je bijvoorbeeld een heel nieuw cultuurbeleid rond kan uitwerken en de minder uitzonderlijke exemplaren die zich niet meteen lenen tot een nieuwe vorm van gebruik. Geslaagde herbestemmingen vereisen bovendien een creatieve omgang met de bestaande context. Denk bijvoorbeeld aan de kunstkerk van Bossuit in Avelgem. Deze is half afgebroken en vervolgens uitgerust met een nieuwe driekleurige vloer, naar een ontwerp van een Amerikaanse kunstenares. Lichtgrijs is de basiskleur, het donkerste grijs weerspiegelt de voormalige kruisribgewelven en het mediumgrijs fungeert als schaduw van de kerk die destijds platgebombardeerd is. Als unieke verzamelplek in openlucht trekt de kerk nu meer volk dan ooit tevoren.

 

“We kunnen niet alles in stand houden. Enkel de pièces uniques die een nieuwe rol kunnen opnemen in de hedendaagse maatschappij lenen zich tot een grootschalige herbestemming.”

 

Niet overklasseren

Ons Vlaanderenland wordt gekleurd door een enorme diversiteit aan waardevolle historische gebouwen. In elk dorp vind je unieke gebouwen die getuigen van een rijk verleden. Verdienen deze pareltjes niet beter dan geleidelijke aftakeling en verloedering? “Uiteraard wel, maar we kunnen niet alles in stand houden”, benadrukt Van Broeck. “Wat doen we met verafgelegen kastelen nu er geen sprake meer is van landadel? Een zoveelste congrescentrum in the middle of nowhere is economisch gezien allicht niet zo’n verstandige keuze. Een aantal van deze kastelen kunnen desnoods herbestemd worden met het oog op lokaal gebruik (veeartsenpraktijk, groepswoningbouw voor mensen die werken in een landelijke omgeving …), maar het lijkt me onvermijdelijk dat er ook een aantal gewoon zullen vervallen. Ze zomaar bewaren als dure lege doos, heeft weinig zin. Bovendien zijn er ook heel veel antieke gebouwen die ondanks hun architecturale pracht een bodemloze geldput vormen (bijvoorbeeld door de aanwezigheid van een kwetsbare steensoort die veel onderhoud en periodieke restauratie vergt). Overklasseren leidt tot ballast voor de maatschappij, waardoor de evolutie naar een nieuw tijdvak mogelijk gehypothekeerd wordt. Er is met andere woorden nood aan een selectief beleid met een focus op kwalitatieve realisaties. We moeten koesteren wat uniek is en er vervolgens voor zorgen dat ons uitzonderlijke patrimonium opnieuw een actief onderdeel van de maatschappij kan worden.”

Deel dit artikel:
Onze partners