BWMSTR Van Broeck: “Grondruil kan een manier zijn om Vlaanderen te ontkavelen”

Door het traditionele systeem van individuele grondeigendom en de hardnekkige verkavelingsdrang van de Vlaming is onze ruimte in de loop van de voorbije decennia fors versnipperd. Hoe kunnen we deze kwalijke evolutie een halt toeroepen en de bewoning voortaan concentreren in verdichte kernen? “De voornaamste manier om de Vlaming spontaan te doen verhuizen zonder verlies van spaargeld en grondwaarde, is grondruil”, aldus Vlaams Bouwmeester Leo Van Broeck. “Maar zolang gronden op afgelegen locaties relatief goedkoop blijven en de benodigde nutsaansluitingen gesubsidieerd worden door de overheid, blijft het een moeilijk verhaal.”

Het verhandelen van grondrechten lijkt dé oplossing om geleidelijk aan orde te scheppen in de ruimtelijke chaos die Vlaanderen heet en de ongebreidelde ruimte-inname te stoppen. Al moet er dan wel sprake zijn van schaarste, beklemtoont Leo Van Broeck: “Zolang er een groot aanbod aan goedkope gronden voorhanden is, zullen weinig eigenaars overstag gaan. Enkel via een aantrekkelijke deal met een aardig financieel voordeel zullen we hen over de streep kunnen trekken. Maar de mogelijkheden zijn er, en die ontsnippering hoeft overigens helemaal niet duur te zijn voor de overheid. De onteigeningskosten die dat systeem van grondruil met zich meebrengt zouden de komende 23 jaar naar schatting (slechts) 1,5 miljard euro bedragen. Een peulschil in vergelijking met de fiscaal aftrekbare bedrijfswagens, die de staat momenteel 4 miljard euro per jaar kosten. ”

 

Financiële stimuli

Hier en daar wordt voorzichtig geopperd dat een extra belasting bewoners van afgelegen landelijke gebieden misschien een extra duwtje in de rug zou kunnen geven. Geen goed idee, vindt onze Vlaams Bouwmeester: “Met straffen en boetes zullen we de broodnodige ommekeer niet op gang brengen. Het zal geen kwestie zijn van moeten, maar van willen. Financiële stimuli lijken me dan ook veel effectiever. Iemand die van een perifere locatie naar een kerngebied verhuist, zouden we bijvoorbeeld vrij kunnen stellen van de betaling van registratierechten. Een ander idee is de geleidelijke herijking van het kadastraal inkomen, dat momenteel hoger ligt in de stad. Woningen op het platteland hebben doorgaans een lager kadastraal inkomen, terwijl ze de staat eigenlijk veel meer kosten – een merkwaardige paradox. Ik ben echter hoopvol gestemd, want ook zonder zulke financiële stimuli of een Beleidsplan Ruimte Vlaanderen ontstaan er al waardevolle initiatieven. Zo zijn er in Maasmechelen onlangs kavels opgekocht die hun private eigenaars gecontroleerd willen laten verwilderen en heeft de burgemeester van Buggenhout drie woonuitbreidingsgebieden in de periferie van zijn gemeente spontaan op slot gegooid. Dat bewijst dat er wel degelijk een draagvlak is voor een duurzamer ruimtebeleid.”  

Deel dit artikel:
Onze partners