Het project Chapex van AJDVIV en AgwA is genomineerd voor de Europese Prijs voor Stedelijke Openbare Ruimte van 2024. Chapex neemt het in deze categorie op tegen vier andere uiteenlopende projecten uit Zwitserland, Spanje, Polen en Georgië. 29 oktober zal de winnaar bekendgemaakt worden.
De Europese Prijs voor Stedelijke Openbare Ruimte is een tweejaarlijkse wedstrijd die de beste ingrepen in de openbare ruimte in Europese steden erkent. Uit de 253 inzendingen binnen de algemene categorie werden vijf projecten uitgekozen door een achtkoppige internationale jury. Een daarvan is Chapex van architecten jan de vylder inge vinck en AgwA.
Met Chapex toont het projectteam hoe een oude postindustriële site in Charleroi opnieuw geïntegreerd kan worden in het landschap en een waardevolle rol kan spelen als publieke ruimte. Omwille van het heel beperkte budget was het niet mogelijk om te voldoen aan de oorspronkelijke opdracht: drie nieuwe verdiepingen als ondergrondse parking en vier tentoonstellingshallen. De architecten moesten dus met een flexibele oplossing komen. Dat deden ze door de buitenwanden van het oude congrescentrum weg te halen en zo overdekte buitenterrassen te creëren. Het gebouw kreeg ook een nieuw dak. Op die manier maximaliseerden ze de stedelijke kwaliteiten van de site met heel weinig middelen.
Drie van de zes hallen worden nu gebruikt als parkeerplaats en kunnen in de toekomst nog steeds een functiewijziging ondergaan als dat nodig blijkt. Een centrale tuin met de bestaande monumentale trappen verbindt de parking met de overige hallen van het congrescentrum. Bovendien verbindt de tuin het stadscentrum met het postindustriële landschap en de lager gelegen straten.
De resterende hallen worden gebruikt als tentoonstellingsruimtes. Een grote foyer opent zich naar de tuin en op de eerste verdieping is er ruimte voor twee grote vergaderzalen met daartussen een auditorium. Op het volledige gelijkvloers, zowel van de tentoonstellingszalen als van de parking, kunnen bovendien concerten gegeven worden.
Naast de algemene categorie, waarvoor Chapex genomineerd is, is er deze editie ook een extra categorie, namelijk de Seafronts category. Deze categorie focust zich specifiek op hoe kuststeden herdacht moeten worden om zich voor te bereiden op een extremer klimaat en de stijgende zeespiegel.
Hoewel de bescherming van de stad tegen de zee een rol speelt in slechts enkele van deze projecten, focussen de meeste genomineerden wel op de verbinding tussen enerzijds de zee en anderzijds de stad en de inwoners. Dat doen ze ofwel door minimale ingrepen zoals het project Coastal Walk in Spanje of door iets meer ingrijpende interventies zoals de herontwikkeling van Dún Laoghaire Baths in Ierland. Daar werden oude, in verval geraakte gebouwen afgebroken en werden er nieuwe publieke ruimtes gebouwd met weldoordachte materialen.
Op de lijst van eervolle vermeldingen geselecteerd door de jury pronken nog vier andere Belgische projecten. Eén daarvan is het Brigittinenpark van het Brusselse collectief GÉNÉRALE. Met hun ingrepen verbonden ze alle delen van de Jonctionwijk, die onder andere door een treinspoor, een hoog flatgebouw en niveauverschillen versnipperd was, opnieuw tot een coherente, groenere stedelijke ruimte met plaats voor sport, spel en ontspanning.
Ook de herinrichting van het centrale marktplein van Tienen door 51N4E, Plant & Houtgoed, BAS en ARA haalde de lijst. Zij maakten van de heel grote markt van Tienen niet enkel opnieuw een drempelloos plein met een grote groenzone, maar vooral ook een kwalitatieve publieke ruimte.
Een andere eervolle vermelding was voor het project BankContact Invasie van Compagnie krak. Tijdens deze voorstelling gingen ze op zoek naar verstilling en verbinding en luisterden ze naar toevallige voorbijgangers om ten slotte al deze toevallige passanten samen te brengen rond een tafel en te proosten op de schoonheid van het leven en kleine ontmoetingen.
Ten slotte kreeg ook de uitbreiding van het Bijgaardepark in Gent door onder andere &Bogdan architects en LAND landschapsarchitecten een eervolle vermelding. In deze transformatie van een voormalige fabriek naar een publiek park en cohousing ging het ontwerpteam op zoek naar een synergie tussen die nieuwe bestemming en het industriële karakter van de site met zijn unieke biotoop van vleermuizen, varens en graffiti.