Dat circulair bouwen een prioriteit is en dat de overheid het principe moet promoten en belonen, daar bestond bij de panelleden van het rondetafelgesprek dat architectura.be organiseerde over circulair bouwen geen enkele twijfel. Ideeën zijn er genoeg, van een aanpassing van het kadastraal inkomen tot een CO2-taks. Want circulair bouwen staat niet los van de klimaatproblematiek, zo blijkt. “Circulair bouwen is een middel en geen doel”, klonk het.
De overheid moet het gebruik van gerecycleerde en circulaire materialen belonen, en projecten of materialen die niet aan de circulaire principes beantwoorden financieel afstraffen. Dat is voor alle gesprekspartners een vanzelfsprekendheid. Maar hoe moet dat dan gebeuren? “Ingrijpen op het kadastraal inkomen is een goede methode, die onmiddellijk voelbaar is”, zegt Koen Sneiders (Derbigum). “Ook het idee om de btw te verlagen voor materialen met gerecycleerde content is reeds geopperd, maar die discussies zijn snel vast gelopen.”
CO2-taks
Ken De Cooman (BC Architects & Studies) ziet het grootser: “Ik pleit voor een soort CO2-taks, ingevoerd op Europees niveau. Materialen met hergebruikte elementen scoren dan sowieso beter. Gekoppeld aan een grondstoffentaks zou dit recycleren opnieuw voordeliger maken.”
Wordt het bouwen dan niet duurder? Misschien wel, erkent De Cooman. “Maar de jongeren die wekelijks spijbelen voor het klimaat verwachten niets minder dan concrete acties. We moeten naar brede, systemische maatschappelijke veranderingen, die gefaseerd ingevoerd moeten worden.”
Circulariteit past voor de meeste partijen aan tafel volledig binnen de doelstellingen rond de klimaatproblematiek. “Circulair bouwen is een middel en geen doel. Minder CO2 en een beter klimaat is het belangrijkste objectief”, zegt Kris Blykers (a-tract architecture). “Circulair bouwen en duurzaamheid zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Materiaal en klimaat zijn onderdeel van hetzelfde verhaal”, merkt Kristof Debrabandere (C2C Platform) op.
Labels
Een ander heet hangijzer zijn labels, zoals C2C. Zijn dit handige tools om circulair bouwen te promoten? Ken De Cooman besteedt er naar eigen zeggen niet zoveel aandacht aan. “Er zijn bouwmaterialen zonder label die wél duurzaam zijn. Een label kan een bovenlokale en industriële schaal vooronderstellen, terwijl de meest radicale circulaire oplossingen lokaal en contextueel zijn.”
Kristof Debrabandere van C2C Platform, dat de certificaten C2C Basic, Bronze, Silver, Gold en Platinum uitreikt, ziet geen problemen. “Natuurlijk zijn er producten zonder label die ook duurzaam zijn. Het label beweert dan ook niet dat producten zonder label per definitie slecht zijn. Het zegt alleen iets meer over het materiaal in kwestie. Het C2C-label is als een vuurtoren: het geeft de richting aan.”
Kris Blykers (A-Tract) heeft wel een kanttekening bij de labels. “Zijn mensen wel voldoende op de hoogte van wat dat label precies inhoudt? Zo’n label schept automatisch hoge verwachtingen inzake circulariteit, terwijl dat niet altijd het geval is.”
Volgens Tom Rommens (Gyproc) is een label altijd een communicatiemiddel. “En dat middel kan heel serieus of bijzonder misleidend zijn. Het C2C-label is in mijn ogen wel een goed onderbouwd communicatiemiddel: het geeft aan dat je als bedrijf achter de filosofie van circulair bouwen staat en dat je inspanningen levert om je werking in lijn met die filosofie te brengen. Het label is bovendien