“Circulair bouwen gaat voorbij aan dreigende plasticramp”

De Standaard publiceerde recent een artikel waarin wordt gesteld dat de mens elke week 5 gram plastic, het gewicht van een kredietkaart, binnenkrijgt. De bouwsector is daar allerminst onschuldig aan en dat is een probleem waar circulair bouwen volgens Bart Humbeeck van Pixii aan voorbijgaat. “Het vernieuwende principe countert de grondstoffenschaarste en CO2- en afvalproblematiek, maar blijft bijdragen aan de plasticramp waar we op afstevenen.”

De claim waarover De Standaard bericht komt van het Wereldnatuurfonds (WWF). Volgens de organisatie gaat het om microplastics en krijgen we ze binnen via voedsel en drank. De bijna onzichtbare plastics van maximaal een millimeter doorsnede zijn afkomstig van cosmeticaproducten als tandpasta en scrubs, maar ook uit vezels van synthetische kledij die bij het wassen vrijkomen en vervolgens in de voedselketen terechtkomen. Volgens de kwaliteitskrant moet de studie waarop het WWF zich baseert strikt genomen nog de horde van de wetenschappelijke factcheck nemen, maar liggen de conclusies voldoende in lijn met eerdere studies om geloofwaardig te zijn.

“Het plasticprobleem manifesteert zich overal: op het land, ter zee en in de lucht”, vertelt Bart Humbeeck, technisch adviseur bij Pixii en gespecialiseerd in bouwfysica, bouwdetails en energiezuinig (ver)bouwen. “Een schuldige voor de hoge concentratie microplastics in wiens richting in het krantenartikel niet gewezen wordt, is de bouwsector. Nochtans is de sector er voor een groot deel verantwoordelijk voor. Momenteel staat de transitie naar circulair bouwen hoog op de agenda, maar als we niet opletten, zal ook dat vernieuwende principe blijven bijdragen aan het plasticprobleem. Circulair bouwen wil de dreigende grondstoffenschaarste, hoge CO2-uitstoot, milieubelasting en de afvalproblematiek aanpakken, maar roept het gebruik van plastic in de bouw amper een halt toe.”


Levensbedreigend

“De plasticramp die ons boven het hoofd hangt is nochtans een even levensbedreigend probleem als de andere problemen waar circulair bouwen iets aan wil doen. Maar het plasticprobleem lijkt minder prangend en de link met de bouwsector is onderbelicht. Wat daarin zeker een rol speelt, is dat, anders dan bij de andere problemen, één partij duidelijke nadelen zou ondervinden wanneer we plastic zo veel mogelijk proberen te bannen: de chemische industrie. Toch zal die industrie moeten bijdragen aan de oplossing.”


Plasticoceen

“Plastic is omnipresent in de gebouwde omgeving. Heel veel materialen die we gebruiken in de bouw en interieurafwerking zijn plastics: PUR, PIR, XPS, EPS, verven, lijmen, siliconen, materialen voor afwerking van meubels, raamkaders… De bewuste microplastics komen vrij tijdens de verwerking en onder de vorm van afval. Dat zal ook het geval zijn bij hergebruik. Isolatie- of gevelafwerkingsplaten worden bijvoorbeeld meestal buiten op de werf versneden. Als dat zaagsel komt op de grond terecht, maar vaak kuist niemand dat op. En doe je dat toch, dan is de helft al weggewaaid nog voor je een borstel beet hebt. Dat afval vergaat tot microscopische deeltjes en die microplastics komen terecht in onze groenten en fruit en in het water dat naar de zee stroomt. Iedereen kent ook de beelden van zakjes die rondrijven op de oceaan. Dat is eigenlijk maar het topje van de ijsberg. Die zakjes worden door het UV-licht afgebroken tot microplastics die vervolgens rondzweven in de oceanen. Die microplastics krijgen we er nooit meer uit. Dezelfde problematiek doet zich voor in zoet oppervlaktewater en de humuslaag. Het duurt honderden jaren eer die microplastics vergaan. Op die manier zijn we onze planeet eigenlijk aan het plastificeren. Het Holoceen ging door de schadelijke gevolgen van de menselijke activiteit al over in het Antropoceen en je zou met lichte overdrijving kunnen stellen dat we vandaag afstevenen op een Plasticoceen.”
 

We zijn onze planeet aan het plastificeren. Je zou kunnen stellen dat we evolueren van een Antropoceen naar een Plasticoceen.


“Een doemscenario is dat bijna alle leven in de zeeën en oceanen zou verdwijnen door die microplasticsvervuiling. Dan is het risico groot dat ook al het andere leven op aarde verdwijnt en doet het klimaatprobleem, dat nog altijd veel meer aandacht krijgt, er eigenlijk zelfs niet meer toe.”


Alternatieven bestaan

Humbeeck weet hoe we die evolutie een halt kunnen toeroepen. “Waar het kan, geen plastics gebruiken, natuurlijk. Er is vandaag al een groot gamma aan natuurlijke materialen en bouwwijzen beschikbaar. Circulair scoren die ook hoog. Jammer genoeg is wat goed is in de aanpak van de CO2-uitstoot niet noodzakelijk goed voor het milieu. Synthetische isolatiematerialen helpen bijvoorbeeld het energieverbruik dalen, maar vormen bij de verwerking en bij end-of-life een milieuprobleem. De enige oplossing is beide aspecten tegelijkertijd aanpakken: én het klimaataspect én het milieuaspect.”


Chemische industrie moet met oplossingen komen

"Plastics helemaal wegdenken uit de bouwsector, dat kan voorlopig niet. Daarom moet ook de chemische industrie haar steentje bijdragen en met een oplossing komen. En een échte oplossing, geen greenwashing. In Nederland bijvoorbeeld krijgen producten en materialen met het label biobased te vaak de stempel van niet-schadelijk voor het milieu, terwijl die term wel iets zegt over de oorsprong van het product of materiaal, maar niets over de fabricage, gebruiksfase, end-of-life en recyclage ervan. Bio-PUR is op die vlakken bijvoorbeeld identiek aan zijn fossiele tegenhanger. De chemie-industrie maakt graag gebruik van die term, maar wij mogen ons niet zomaar laten vangen door het begrip biobased, want dat zegt dus te weinig. We moeten ook andere zaken uit de levenscyclus meenemen en benadrukken, niet enkel de oorsprong van het product of materiaal.”

Deel dit artikel:
Onze partners