Het voornaamste obstakel voor de definitieve doorbraak van circulair bouwen? “De regelgeving”, meent Geert Verachtert, directeur strategie en business development bij Groep Van Roey. Bij de ondertekening van de Green Deal Circulair Bouwen pleitte hij dan ook voor een stimulerend beleid en een alternatieve manier van aanbesteden, waarbij het prijscriterium moeten worden uitgedrukt in de vorm van de integrale levenscycluskost.
“Om innovatieve modellen zoals circulair bouwen ingang te doen vinden, moeten er vier voorwaarden vervuld zijn”, opperde Geert Verachtert. “Ten eerste moet er sprake zijn van proven technology, en dat is in het licht van circulair bouwen zeker het geval. Ten tweede moet de markt er klaar voor zijn. Daar valt over te discussiëren: verlichting en energie as a service zijn al mogelijk, maar schrijnwerk as a service ligt nog wat moeilijker. Ten derde moet er een solide regelgevend kader zijn, en op dat vlak is er echt nog werk aan de winkel. Aan overkoepelende beleidskaders ontbreekt het mijns inziens niet – zie bijvoorbeeld het Europese Horizon 2020-programma en klimaatneutraal Europa tegen 2050 – maar lokaal is er wél nood aan regelgeving die transformeerbaar bouwen stimuleert, maximaal inzet op materiaalhergebruik en het vernietigen van materialen penaliseert. De laatste voorwaarde is het bestaan van een financieel verdienmodel. Op sommige vlakken is dat er al, maar de restwaarde van materialen op lange termijn valoriseren is vooralsnog niet evident.”
De circulaire transitie is een geweldige opportuniteit voor de bouwsector om duurzame oplossingen aan te reiken. Vruchtbare samenwerkingen leiden tot performante (business)modellen”
Nog veel missionariswerk nodig
Vooral op het vlak van regelgeving knelt het schoentje dus nog volgens Geert Verachtert. Hij benadrukte tevens dat overheden de politieke moed aan de dag moeten durven leggen om duurzaam en alternatief aan te besteden: “Artikel 82 van de nieuwe wetgeving omtrent overheidsopdrachten, die sinds 30 juni 2017 van kracht is, stipuleert dat het prijscriterium kan en moet worden uitgedrukt in termen van levenscycluskost. Helaas gebeurt dat tot nog toe veel te weinig, dus we zullen nog veel missionariswerk moeten verrichten. Het mag niet enkel om de kost bij oplevering gaan, die slechts 25 % van de totale levenscycluskost vertegenwoordigt. Ook de investerings-, onderhouds-, energie- en exploitatiekost moeten in rekening gebracht worden. Hopelijk vertaalt zich dat op termijn eveneens in een end-of-lifetime-kost.”
Vruchtbare samenwerkingen
Van Roey tracht zelf ook zijn steentje bij te dragen aan de circulaire transitie. “Het is een geweldige opportuniteit voor de bouwsector om duurzame oplossingen aan te reiken. Aangezien we lang niet alle benodigde kennis bezitten, moeten we ons laten omringen door andere spelers om tot cocreatie te komen. Vruchtbare samenwerkingen leiden tot performante circulaire (business)modellen”, aldus Geert Verachtert. “Zo zijn we een van de cosponsors van het Circular Retrofit Lab in Brussel, het eerste circulaire renovatieproject in Europa waarbij acht studentenkoten op de VUB-campus aangepakt worden conform de principes van transformeerbaarheid. Voorts hebben we in 2017 een minderheidsparticipatie genomen in Bao Living, een start-up die zich focust op het ontwikkelen van slimme prefabkernen waarin alle technieken en meubels vervat zitten om wonen veel betaalbaarder te maken. Tot slot hebben we eind vorig jaar een participatie van 50 % genomen in IFTech, de Belgische marktleider op het vlak van geothermische koude-warmteopslag. Door dat te koppelen aan de oprichting van een ESCO trachten we groene warmte en koude beschikbaar en betaalbaar te maken voor heel Vlaanderen. Ik ben positief gestemd: de toekomst oogt mooi!”