Op 17 augustus neemt Erik Wieërs de fakkel over van Leo Van Broeck als nieuwe Vlaamse Bouwmeester. De architect/filosoof runt het bureau Collectief Noord en geeft les aan de laatste jaren architectuur aan de Universiteit Antwerpen. In een interview op Radio 1 liet hij kort zijn licht schijnen over collectief wonen, de bouwshift en het ambt van Vlaams Bouwmeester.
Nog enkele weken en Vlaanderen heeft een nieuwe Vlaamse Bouwmeester. Volgens Erik Wieërs zal zijn taak dubbel zijn. "Enerzijds adviseert de Vlaamse Bouwmeester alle besturen op het vlak van architectuurkwaliteit. Daarnaast moet hij het debat over architectuurkwaliteit voeden en gaande houden.” Een boeiende functie, waarvoor Wieërs de tijd rijp achtte in zijn carrière. "Het moment op de sprong te wagen, leek plots daar te zijn. Het heeft mij altijd geïntrigeerd, het niveau waarop architectuur ingrijpt op de maatschappij. Da’s een aspect aan architectuur dat mij enorm geboeid heeft.”
Het publieke debat
Zijn voorganger Van Broeck bracht het debat met verve op gang. Soms tot ergernis van onder meer de politiek. Wieërs kan zich in het discours van Van Broeck vinden. Hij wil zich eveneens mengen in het publieke debat, maar is niet van plan om expliciet voor ergernis te zorgen. "Bij experts leeft al 40 jaar het idee dat ons model van ruimtelijke ordening niet ideaal is. Maar om nieuwe verdichtingsvormen te bedenken is ook een kans om nieuwe architectuurprojecten op te zetten.”
Collectief wonen
Iedere dag verdwijnt er nog 7 hectare groen. De bouwshift moet er volgens Wieërs komen, maar hij ziet ook een rol weggelegd voor collectief wonen.
“Het is absoluut noodzakelijk om de shift te maken. Wat niet betekent dat we in alle dorpskommen toren gaan zetten. Ook hier vormt het een kans om de dorpskernen te vernieuwen en herbestemmen. Met bijvoorbeeld collectieve woonprojecten. Ik denkt dat iedereen collectief kan wonen. Het grijpt trouwens terug naar een oervorm van wonen. De eerste mensen woonden met verschillende gezinnen samen op een plek. Dat biedt enorm veel voordelen, voordelen trouwens die mensen momenteel opzoeken in verkavelingen. De boormachine van de buurman lenen of samen een barbecue gebruiken: mensen spreken in die termen van het dorpse gevoel in een verkaveling. Dat gevoel heb je in een collectief woonproject ook.”
Hergebruik en herbestemming
Het Vlaamse patrimonium van voor de Tweede Wereldoorlog vindt Wieërs mooi. “Daarna is het wel wat minder. Maar onze beschermde gebouwen zouden nog beter beschermd moeten worden. Helaas wordt er ook nog heel veel slechte architectuur gemaakt. Wat niet wil zeggen dat er veel moet afgebroken worden. We moeten inzetten op hergebruik en herbestemming. En we moeten uiteraard op een andere manier gaan bouwen."
Bijdrage aan architectuurkwaliteit
Hoe zal Wieërs als bouwmeester fungeren: op het voorplan of eerder op de achtergrond? “Ik heb daar nog geen specifieke strategie over. Ik zal niet doelbewust de pers gaan opzoeken, ik zal vooral met een team van 15 mensen samen proberen een bijdrage te leveren aan de kwaliteit van de architectuur in Vlaanderen.”