Samenwerken is onmisbaar geworden bij het ontwerpen en het opvolgen van hedendaagse projecten. Architecten, ingenieurs, studieburelen, veiligheidscoördinatoren en andere ontwerpers verenigen hun krachten om zo het beste resultaat te bekomen. Zij kunnen hun samenwerking op verschillende manieren organiseren. Elke samenwerkingsvorm heeft haar eigen aansprakelijkheidsregels en vereist elk op zich een passende verzekeringsoplossing. Karl Vinck van
Assiver maakt een eerste onderscheid tussen de langdurige- en de tijdelijke samenwerking.
1. De langdurige samenwerkingSamen met één of meerdere collega’s gaat u een associatie aan. U vormt een team. Niet voor één project, maar u voert zo veel mogelijk opdrachten gezamenlijk uit. Een vennootschap kan die verbondenheid juridisch versterken. Architecten verkiezen dan bij voorkeur een “Laruelle” vennootschap en dus een bescherming van hun privé vermogen.
Heel vaak is uw samenwerking echter niet omkaderd door een vennootschapsstructuur, maar is het wederzijds engagement de lijm die u bindt. Als individuele ontwerpers naast of onder elkaar, werkend aan een zelfde project. Met of zonder concrete afspraken. Met of zonder maatschap.
Bij de samenwerking o.v.v. een “
Laruelle” vennootschap is het duidelijk wie de aansprakelijkheid draagt en zich daar tegen moet verzekeren. Dat is namelijk de vennootschap zelf. Maar bij andere vormen van langdurig samenwerken is het vaak moeilijk om zicht te krijgen op de verdeling van de aansprakelijkheden en de passende verzekeringsformule.Gespecialiseerd advies en maatwerk is aangewezen. Stel u niet tevreden met het idee dat het voldoende is wanneer ieder zijn deel verzekert.
2. De tijdelijke samenwerkingTijdelijk omdat het een project gebonden samenwerking is, veelal in te delen volgens drie “mainstream” vormen van samenwerken. Gaande van “nevenaanneming” over “onderaanneming” naar “tijdelijke vereniging”. Elke “mainstream” is te vervolledigen met varianten en de 3 vormen worden regelmatig onderling gecombineerd tot een complexe wijze van samenwerken.
a) De nevenaannemingDe bouwheer kiest er voor om met meerdere ontwerpers – elk met een eigen overeenkomst met hem - samen te werken. Tussen de ontwerpers onderling is er geen enkele contractuele band. Iedere ontwerper is aansprakelijk voor zijn werk en staat dus zelf in voor de verzekering ervan. Het voordeel van deze situatie is haar duidelijkheid. Soms is er wel een gebrek aan overkoepelende coördinatie. Niet zelden omdat de bouwheer die rol onvoldoende invult. De architect blijft echter verantwoordelijk voor het geheel en moet dus het overzicht bewaren om zo de studies en de werkzaamheden op elkaar af te stemmen. Daartoe doet hij er goed aan de bouwheer contractueel te verplichten om hem alle studies mee te delen en om hem inspraak te verlenen in de keuze van de specialisten.
b) De onderaannemingHier geeft de bouwheer er de voorkeur aan om één aanspreekpunt te hebben. Hij zal dan de volledige opdracht aan de architect toevertrouwen. Waarbij de architect in onderaanneming specialisten aanstelt voor de studie stabiliteit, technieken, akoestiek,.. De volledige eindverantwoordelijkheid t.o.v. de bouwheer rust op de architect. De bouwheer kan zich niet contractueel richten tot de onderaannemers van de architect. Hij zal de architect bij fouten aanspreken tot het bekomen van een vergoeding. Die zich op zijn beurt moet wenden tot zijn onderaannemers.
De architect doet er dus goed aan om zelf een “back-to-back” overeenkomst te maken met zijn onderaannemers, hen contractueel op te leggen zich van een passende verzekeringswaarborg te voorzien én te controleren dat deze daadwerkelijk in voege is.
Hoe minutieus de architect ook te werk gaat, zijn controle is niet meer dan een moment opname. In de loop van de komende jaren kunnen immers diverse onderaannemers hun (verzekerings)waarborg geheel of gedeeltelijk verliezen, kunnen ze worden overgenomen, of verdwijnen ze van de markt. De architect blijft dan achter zonder rugdekking. Daarom valt het te adviseren dat hij met zijn verzekeraar afspraken maakt tot het indekken van de gevolgen bij het verliezen van een verhaal op een onderaannemer.
Bij een samenwerking o.v.v. een onderaanneming zijn er meerdere verzekeringsformules beschikbaar. Gaande van een combinatie van abonnementspolissen tot een éénmalige werf polis beroepsaansprakelijkheid. Cruciaal zijn steeds de afspraken die de architect contractueel maakt met zijn onderaannemers. Aanvullend blijft het opspannen van een laatste verzekeringsvangnet belangrijk wanneer een onderaannemer komt te verdwijnen.
c) De tijdelijke verenigingDe bouwheer sluit een contract af met een groep van ontwerpers die aan zijn project zullen samenwerken. Deze groep van ontwerpers stelt zich aan de bouwheer voor als één geheel. Vaak heeft hun vereniging geen rechtspersoonlijkheid. Dit heeft tot gevolg dat elk verenigingslid afzonderlijk door de bouwheer kan worden aangesproken tot vergoeding van de door hem geleden schade. Ook wanneer dat lid geen schuld treft. De leden zijn immers “solidair” aansprakelijk.
Onderling maken de leden afspraken m.b.t. taken, kosten, erelonen, aansprakelijkheden, verzekeringen,… Het helpt hen in hun organisatie tot het nakomen van de verplichtingen t.o.v. de bouwheer. Wanneer echter één lid in gebreke blijft, zullen de andere leden de leemte moeten opvullen.
Ook zo bij het verdwijnen van een lid van de TV gedurende de tijd waarin de vereniging aansprakelijk is. De anderen zullen voor de opvang moeten zorgen. Een juiste verzekeringsformule is dus van bij aanvang van de samenwerking noodzakelijk. De voor de hand liggende formule is het verzekeren a.d.h.v. een polis éénmalige werf. Weet echter dat de samenstelling van de TV een rol speelt en kan maken dat ook andere verzekeringsoplossingen mogelijk zijn.
Samenwerkingsverbanden tussen ontwerpers worden gedragen door de gezamenlijke drang om d.m.v. gedeelde organisatie en met uitwisseling van creativiteit belangrijkere projecten te realiseren. De verzekering van de aansprakelijkheid en de afspraken die daarmee verband houden zijn daarbij ondersteunend. Weliswaar moet die steun een stabiel karakter hebben zodat hij de volledige duurtijd van de jarenlange aansprakelijkheid kan overbruggen.
Daarom verkiezen meer en meer ontwerpers om gespecialiseerd én onafhankelijk advies in te winnen. Om zich van bij de eerste tekenen van het opstarten van een samenwerking te laten begeleiden bij het maken van onderlinge afspraken en het uittekenen van de samenwerkingsverbanden. Want goede afspraken maken goede vrienden.
Tekst: Karl VINCK
, zaakvoerder
ASSIVER BOUWVERZEKERINGEN