Vlaanderen heeft nood aan een nieuwe aanpak voor de klimaattransitie in sociale woonwijken. De ‘Transitiegids Klimaatwijken – Sociale Wijken’ roept op tot een geïntegreerde en wijkgerichte aanpak, waarbij verschillende actoren samenwerken om de duurzame doelen te behalen. Het onderzoek van Sweco, in opdracht van het Departement Omgeving, benadrukt het belang van afstemming en contact tussen lokale besturen, woonmaatschappijen en andere betrokken partijen.
De klimaatcrisis wacht niet, en onze sociale wijken mogen niet achterblijven. De uitdagingen zijn groot en de vraagstukken complex, maar we mogen ons hierdoor niet laten afschrikken. Deze transitiegids is een uitnodiging aan alle betrokkenen om de handen ineen te slaan en de toekomst van sociale wijken actief vorm te geven, om samen te werken aan een toekomst waarin iedereen toegang heeft tot betaalbare en duurzame huisvesting.
De projecten in de Sint-Pietersmolenwijk in Brugge en het Wilgenpark in Eeklo tonen het belang van een geïntegreerde aanpak die verschillende uitdagingen zoals klimaatadaptatie, mitigatie, ruimtelijke transformaties, mobiliteit en sociale cohesie combineert. De rol van de woonmaatschappij en de samenwerking met lokale besturen zijn cruciaal in dit proces.
Voor deze wijk werd een visie en een transitieplan ontwikkeld waarbij meerdere woningen tegelijkertijd worden aangepakt. Dit is een belangrijke hefboom om de klimaatdoelstellingen te realiseren. De aanpak in de Sint-Pietersmolenwijk is gericht op het oplossen van waterproblematiek en het overwegen van uitbreiding, renovatie en duurzame verwarming. De scenario-oefeningen hebben geholpen om verschillende oplossingen te onderzoeken en hebben de samenwerking tussen de woonmaatschappij en de stad versterkt.
In het Wilgenpark in Eeklo werden bestaande projecten geoptimaliseerd en beter op elkaar afgestemd door scenario-oefeningen. Het onderzoek stelt dat ruimtelijke efficiëntie mogelijk is door (ver)nieuwbouw en een hoger verdichtingspotentieel zonder in te boeten op ruimtelijke kwaliteit en publiek en privaat groen. Er moet een geïntegreerd masterplan ontwikkeld worden, alsook sterker ingezet worden op collectiviteit. Daarnaast is het essentieel om bij het verdichtingspotentieel meer aandacht te schenken aan de sociale mix.
De transitiegids presenteert een strategisch kader dat een transitiepad met vier fasen introduceert. Deze fasen zijn gericht op het verbeteren van de fysieke omgeving en het versterken van sociale cohesie en veerkracht. Het benadrukt de kracht van samenwerking en participatie, waarbij alle betrokkenen, inclusief de inwoners, een actieve rol spelen in het vormgeven van hun leefomgeving.
Deze fase draait om het stellen van vragen. Het is het startpunt waarbij de huidige staat van de wijk en de reeds genomen initiatieven worden geëvalueerd. Actoren werken vaak in silo’s, wat leidt tot een gebrek aan coördinatie. Het doel is om deze onzekerheden te erkennen en een basis te leggen voor samenwerking.
Hier ligt de focus op nadenken en oplossingen zoeken. Actoren komen samen om een gezamenlijk toekomstbeeld voor de wijk te creëren. Door gezamenlijke ambities te stellen en een integraal toekomstbeeld te vormen, worden onzekerheden weggenomen en wordt een duidelijke richting bepaald.
Het speerpunt verschuift hier naar het ‘doen’. De plannen die in de visionaire fase zijn opgesteld, worden nu geïmplementeerd. Dit is waar de fysieke transformatie van de wijk plaatsvindt, met acties zoals klimaatadaptatiemaatregelen, warmtestrategieën en woningrenovatie.
Tot slot gaat de volle aandacht naar onderhoud en beheer. Deze fase zorgt voor de continuïteit en evaluatie van de transformatie. Het is een tijd van stabilisatie waarin de nieuwe samenwerkingsvormen en de fysieke veranderingen in de wijk worden onderhouden en verfijnd.
De aanbevelingen in de gids benadrukken het belang van een gecoördineerde aanpak, waarbij zowel de Vlaamse overheid als lokale besturen een actieve rol spelen in de overgang naar duurzame sociale wijken, ondersteund door duidelijke richtlijnen, langetermijnplanning en financiële steun.
Voor het Vlaamse beleid wordt aanbevolen om samen te werken met lokale besturen en woonmaatschappijen, kaders te scheppen die gezamenlijke projecten bevorderen, en middelen en capaciteit te voorzien. Innovatie en kennisdeling worden als essentieel beschouwd. De Vlaamse overheid wordt ook aangemoedigd om het financieringssysteem te herzien, vooral in het licht van nieuwe mogelijkheden die voortkomen uit een Europees sociaal klimaatfonds.
Op lokaal niveau wordt de nadruk gelegd op de regierol van lokale overheden in het woon- en klimaatbeleid. Zij moeten samen met woonmaatschappijen werken aan geïntegreerde transitietrajecten en proactief zijn in hun aanpak. Het opstellen van lokale warmteplannen en lange termijn renovatieplanning is cruciaal om onzekerheden weg te nemen en samenwerking te bevorderen.
De ‘Transitiegids Klimaatwijken – Sociale wijken’ is een initiatief van het Departement Omgeving. Het volledige rapport is hier beschikbaar. Het is het resultaat van uitgebreid onderzoek en waardevolle input van experten en praktijkvoorbeelden. De transitiegids biedt een strategisch kader en praktische handvaten voor andere sociale woonwijken in Vlaanderen om duurzame transities te realiseren.
Katrien Geussens is Senior Project Leader bij Sweco. Deze ‘expert talk’ verscheen eerder op de website van Sweco Belgium.