COLUMN. “Neen, we lopen in België en Nederland niet hopeloos achter op de rest van de wereld.” (Geert De Bruijne)

Recent had ik gedurende een driedaagse bouwexpo een 100-tal gesprekken, met hier en daar een bouwpromotor of aannemer, maar vooral met architecten en ingenieurs. Twee korte zinnetjes zijn achteraf bij me blijven hangen: “Onbekend maakt onbemind” en “Het is altijd beter op een ander”.

Die twee conclusies kwamen bij me op toen ik voor de zoveelste keer te horen kreeg dat “ze” in New York en in Milaan toch zoveel verder stonden dan wij.  Want “daar heb je die ene Italiaanse architect daar met die groene toren” en “ginder hebben ze die oude spoorlijn waar je nu te voet over kunt en die helemaal vergroend is”.

Toen ik vertelde over de Dakakker in Rotterdam waar al in 2012 de eerste dakboerderij in Europa van maar liefst 1.000 m2 werd aangelegd en over het PAKT in Antwerpen waar in de dakmoestuin onder andere de kruiden van Restaurant The Jane worden gekweekt, bleef het even stil of keek mijn gesprekspartner me ongelovig aan. En toen ik repliceerde dat die Italiaanse architect - Stephano Boeri dus - ook bij ons in België en in Nederland al verschillende projecten mét het nodige groen had gerealiseerd, was de verbazing compleet.

Ik vertelde over het gevangenisdorp in Haren bij Brussel, waar we vorig jaar meer dan 20.000 m2 daken mochten vergroenen. Ik toonde foto’s van de Groene Kaap in Rotterdam en Valley in Amsterdam, twee fantastische projecten waar het groen tot op elk terras wordt gebracht en die allebei ook toegankelijk zijn voor het grote publiek.  Ik vermelde vol trots het Casino-project in Middelkerke, waar één van onze partners zopas gestart is met de uitvoering van de zeer uitdagende duin-daktuin. En ik verwees naar het Hofbogenpark in Rotterdam, dat – net als de wereldberoemde High Line in New York - ingericht op een oude verhoogde spoorbedding.

Hoe komt het dat we al deze prachtige projecten – zo dicht bij de deur – niet kennen, maar vol bewondering praten over de daktuinen die letterlijk zo ver van ons bed liggen? Op websites als Architectura krijgen we elke week een kleurrijke keur te zien van groendaken en daktuinen uit eigen land. Laat me bij deze oproepen om op dat vlak nog een tandje bij te steken.

Want:

  • Ja, we hebben nood aan veel meer groen in onze steden. Dat blijkt nog maar eens uit het zoveelste onderzoek dat aantoont dat het met onze insectenpopulatie zeer triestig gesteld is.
  • Ja, het hitte-eiland-effect bestaat echt en is een belangrijk thema. En elk dak dat vergroend wordt, betekent weer een stap in de goede richting.
  • Ja, we worden blij van groen. Er zijn intussen zelfs bedrijven die hun daktuin meenemen in hun communicatie naar kandidaat-werknemers.

Maar:

  • Neen, we lopen in België en in Nederland niet hopeloos achter bij de rest van de wereld.
  • Neen, een groen dak of daktuin betekent niet dat het risico op lekken en schade toeneemt.
  • Neen, het is niet iets voor de happy few, je hebt geen fenomenale budgetten nodig om een daktuin in te richten.

Het bewijs? De projecten die ik het begin van deze tekst heb aangehaald, en waarvan ik iedereen uitnodig om ze ter plekke te gaan bekijken. Ze zijn hoogstens een aanvaardbare treinrit ver.

 

Geert De Bruijne is product- en systeemmanager bij Optigrün Benelux.

Deel dit artikel:
Onze partners