“Ga je nu bij AG Vespa werken?” kreeg een jonge architect als vraag van haar collega toen ze vertelde dat ze zwanger was. Het is een van de anekdotes die gedeeld wordt bij PAF (platform voor architectuur & feminisme). Een onschuldig grapje, dat onbedoeld wel het vooroordeel bevestigt dat jonge vrouwen, zeker zodra ze moeders worden, niet langer ‘thuishoren’ in de architectuurpraktijk.
Het meest recente jaarverslag van de Vlaamse Raad van de Orde van Architecten laat zien dat het percentage vrouwelijke architecten vanaf dertig jaar snel daalt. Terwijl ze tot dertig jaar met 58% zelfs nog in de meerderheid zijn, daalt het percentage vrouwen in de leeftijdscategorie 30-39 jaar naar 41%, bij 40-49 jaar al naar 34% en bij 50-59 jaar zelfs tot 24%. Het aantal mannen en vrouwen die architectuur studeren is echter al lange tijd gelijk. Dit noemen we de ‘leaky pipeline’, het fenomeen dat veel meer vrouwen dan mannen gedurende hun loopbaan de ontwerppraktijk verlaten.
Over bredere diversiteit zijn er amper cijfers, maar ieder van ons weet het uit de dagelijkse praktijk. Hoeveel architecten met een biculturele achtergrond kom je tegen? Of met een beperking? De architectuursector verliest veel hoogopgeleide, talentvolle mensen en mist heel wat perspectieven om onze superdiverse samenleving mee vorm te geven.
Waarom vertrekken mensen uit de sector? Hoewel al snel het zelfstandigenstatuut met lage vergoedingen wordt aangehaald, blijkt uit de gesprekken die we voeren bij PAF dat de oorzaken breder zijn, zoals ingebakken seksisme en discriminatie.
Uit een onderzoek van de UGent in 2017, waarvoor 2.759 architecten werden bevraagd, bleek dat 59 % van de vrouwelijke architecten in het voorgaande jaar te maken kreeg met seksistische communicatie. De helft van de vrouwelijke architecten werd weleens op een infantiliserende manier (als een kind) behandeld in de werkomgeving. Verder had 26% van de architectes uitsluitende houdingen tegenover moeders ervaren en ervoer 14,5% van de vrouwelijke architecten fysiek grensoverschrijdend gedrag in de professionele omgeving.
Bij PAF horen we ook dat vrouwen geconfronteerd worden met genderstereotypering. Van studenten die het gevoel hebben minder serieus genomen te worden tot architect-medewerkers wiens expertise sneller in twijfel wordt getrokken, vaak verhuld als onschuldige mopjes. Zoals een van onze deelnemers opmerkte: “Vrouwen worden nog vaak gezien in ondersteunende rollen en niet erkend voor hun creatieve en probleemoplossende vaardigheden.”
Seksistische en discriminerende opmerkingen worden gebagatelliseerd, waardoor mensen zich niet gesteund voelen en hun ervaringen niet serieus genomen worden. Vaak hebben we als vrouwen de vooroordelen ook geïnternaliseerd en zien we het als iets ‘normaals’. Het aankaarten blijft een uitdaging, waarbij van het benoemen van het probleem soms zelf een probleem wordt gemaakt. “Ach, je moet toch tegen een grapje kunnen?”
Het is niet alleen een kwestie van bewustwording, maar vooral van actieve betrokkenheid van ons allemaal om een omgeving te creëren waarin iedereen – ongeacht gender of afkomst – zich gewaardeerd en gerespecteerd voelt. Bij PAF praten we over manieren om de architectuurpraktijk gelijkwaardiger en inclusiever te maken. Je bent alvast van harte welkom.
Evelien Pieters is ir. architect en initiatiefnemer van PAF, platform voor architectuur & feminisme. Deze column verscheen eerder in Bouwen aan Vlaanderen.