Als het gaat over restauratie en herbestemming deinzen veel architecten een beetje terug. Niet alleen menen ze onvoldoende beslagen te zijn in de materie, bij doorvraag blijken ze ook te twijfelen of dergelijke opdrachten wel creatief genoeg zijn. Wat houden ontwerp en eigen stijl nog in als alle muren er al staan, is zowat de teneur. Het gebrek aan dit type projecten in het Jaarboek Architectuur scheen die opvatting ook lange tijd te bevestigen.
Nochtans vraagt het ontwikkelen van een bestaande site voor een nieuw programma heel veel ontwerpkeuzes. Met de publicatie ‘Re-writing architecture’ geeft de onderzoeksgroep Tabula Scripta van de Amsterdamse Architectuuracademie eindelijk ook inzicht in dit ontwerpproces. Basis is de contextanalyse: kijken wat er is en ontwerpen hoe het kan verbeterd worden voor de toekomst. Dit vraagt van de architect tegelijk bescheidenheid én ambitie.
Het boek werkt met tien ontwerpacties die je kan inzetten om een bestaande plek om te vormen tot iets nieuws: verwijderen, verderzetten, verbergen, hervormen, herprogrammeren, verdichten, kopiëren, een laag toevoegen, heruitvinden, herstarten en beperken.
Zo kan je nieuwe ruimten creëren, niet door ze toe te voegen maar door bestaande elementen weg te nemen. Je kan gaan inbreiden of uitbreiden. Ontwerpen kan ook zijn om bestaande ruimten te laten zoals ze zijn en ze te hergebruiken voor een andere functie. Het gaat in essentie over anders kijken naar wat er staat. Om er dan iets volledig nieuws van te maken. En dat hoeft niet altijd zichtbaar te zijn. Ook ondergrondse architectuur komt daarbij aan bod. Het concept van vernieuwend kopiëren gaat dan weer uit van de gedachte dat het de moeite loont om wat goed is te vermenigvuldigen. Het kan bovendien de aandacht nog meer vestigen op de kwaliteiten van het origineel.
Elke actie krijgt een toelichting, een interview en een aantal voorbeelden. Meer dan vierhonderd bladzijden vol inspirerende beelden, stellingen en gedachten. De creativiteit spat van elke bladzijde. Het is een beetje om van te duizelen en wat mij betreft met mondjesmaat te nuttigen. Maar een absolute aanrader voor wie zich de kunst van het herbestemmen eigen wil maken. Of eens een goede discussie met een collega-architect wil starten.
De onderzoeksgroep is alleszins overtuigd dat deze nieuwe ontwerpmethode in de toekomst meer gewicht zal krijgen. De bouwwoede en erop volgende bouwcrisis stemden in Nederland tot nadenken. Intussen staat er zoveel dat telkens opnieuw afbreken en vervangen schier onmogelijk wordt. In deze tijden van schaarse open ruimte en kostbare grondstoffen kan ontwerpen eenvoudigweg niet meer zonder eerst de rekening te maken van wat we al ter beschikking hebben.
In plaats van de opdracht in vraag te stellen, is het vandaag dan ook eerder aan de architecten om hun eigen rol in vraag te stellen. De ontwerper die zijn verlichte lijnen uitzet op een wit blad lijkt stilaan achterhaald. Of vrij naar Denise Scott Brown: het witte blad was mogelijk altijd al een illusie en niet de beste context voor creativiteit. In de toekomst wordt ontwerpen waarderen wat er is en verbeteren waar het kan. De architect-vernieuwer wordt architect-verbeteraar. Er wachten ons boeiende tijden.
Sara Vermeulen is ingenieur-architect en kunsthistorica. Ze werkt al haar hele carrière rond architectuur, onroerend erfgoed en herbestemming. Sinds 2013 is zij beleidsmedewerker voor het agentschap Onroerend Erfgoed. Met haar consultancybureau Caspar treedt ze ook op als projectregisseur bij de herbestemming van erfgoedgebouwen. Op geregelde tijdstippen schrijft ze voor Architectura columns rond dit thema.