Wie ziet het bos nog door de duurzaamheidsbomen? Immosites staan vol met ‘duurzame woningen’ omdat ze toevallig een zonnepaneel op hun slecht geïsoleerd dak hebben. Maar wat maakt een cohousingwoning nu écht veel duurzamer dan al die andere woningen? Eef Tanghe, zaakvoerder van Cohousing Projects, zet alle troeven onder elkaar in een verhelderend overzicht. Kijk en vergelijk.
Duurzaam bouwen begint met de locatie. Is er openbaar vervoer in de buurt? Voor een cohousingproject wordt in eerste instantie op zoek gegaan naar locaties waar je geen wagen nodig hebt om je te verplaatsen naar het werk, winkels, school of hobby’s. Dat hoeft daarom niet altijd in een stad te zijn, een strategisch gelegen gemeente (zoals het cohousingproject in Kortenberg dat vlak bij de fietssnelweg en station ligt) kan ook. Natuur moet natuur kunnen blijven. Dus een boerderij op het platteland uitbreiden: dat is niet duurzaam bouwen. Alles begint bij de locatie.
Kijk eens uit je vensterraam? Zie je een straat, lantaarnpalen, voorbijrijdende auto’s? Dan woon je wellicht niet in een cohousingproject. Het kan choquerend zijn voor de modale Vlaming, maar bij de meeste cohousingprojecten kan je niet voor je deur parkeren. Geen carports, garages of opritten voor je deur, maar wandelpaadjes en groen. De auto blijft aan de rand of ondergronds op veilige afstand. Dit stimuleert gebruik van de fiets (die wel een plek krijgt naast je voordeur) en zorgt ervoor dat autodelen makkelijker te organiseren is. Bijkomend voordeel: kinderen spelen veilig buiten, je zit rustig in je tuin en er is vééél meer plaats voor groen.
We hebben allemaal de mond vol van compact bouwen, maar willen ook niet in een schoendoos wonen. Bij cohousing worden mensen uitgenodigd om na te denken over wat écht belangrijk is: wil je per sé je eigen wasmachine in je huis, of ben je even gelukkig met een wassalon op wandelafstand? Moet je een eigen bureauruimte hebben voor thuiswerk of kan dit ook in een gedeeld kantoor in je common house? Een extra kamer voor logies is wel handig, maar ook dat kan je delen met je buren. Grote kinderkamers worden vervangen door kleine kinderkamers, aangevuld met een gemeenschappelijke kinderspeelkamer in het common house. En nog veel belangrijker zijn al die spullen die je perfect kan delen met je buren: grasmachines, barbecues, boormachines, zandbak of zwembadjes voor de kinderen. We leren hen immers dat ze hun speelgoed moeten delen, dus kunnen we maar beter het goede voorbeeld geven. Door spullen en ruimtes te delen kan je eigen woning een stuk compacter zijn. Doe dit maal 20 (de gemiddelde grootte van cohousingprojecten) en je bespaart heel wat voetafdruk.
In vergelijking met klassieke ontwikkelaars wordt er bij cohousing nog net dat stapje verder gegaan in het selecteren van de materialen waarmee we bouwen: geen PIR of PUR, en snelbouwstenen worden vervangen door kalkzandstenen. Isoleren doen we met hernieuwbare of natuurlijke materialen: papiervlokken, minerale wol… Het prijskaartje ligt soms iets hoger, en je muren zijn vaak wat dikker, maar je woont wel in een gezond huis.
In de buitenruimte is er zo weinig mogelijk verharding en indien nodig wordt gekozen voor waterdoorlatende alternatieven: gefundeerd gras, beton met een voeg… Het zorgt voor meer groen én minder problemen met de waterhuishouding.
Als je dan toch een nieuw huis bouwt of renoveert, dan kan je het maar beter goed doen. Ventilatie type D, warmtepompen, vloerverwarming, zonnewering, toiletten op regenwater en zonnepanelen zijn de standaard. Steeds meer projecten zijn ook aangesloten op een warmtenet dat bestaande restwarmte recupereert voor het verwarmen van je woning en sanitair water. (Check bijvoorbeeld cohousing Edegem). Op die manier bouw je écht future proof.
Hoezo kan je door meer contact met je buren duurzamer leven? Simpel: doordat je een goed contact met je buren hebt, kan je makkelijker spullen en diensten delen. Een matje nodig om te kamperen? Vraag maar even rond! Een foute kersttrui nodig? Waarom zou je naar een fast fashion keten spurten om er eentje te kopen als je buren misschien eentje hebben die je kan lenen? Samen de kinderen naar school brengen, een brood meebrengen van de winkel, elkaars auto gebruiken, maar ook elkaar stimuleren om duurzamer te leven door tips te geven en samenaankopen te organiseren.
Een cohousingproject is trouwens geen gated community. Vaak zien we dat bij duurzame initiatieven (Voedselteams, autodelen…) de ruime buurt participeert.
Niet onbelangrijk: mensen eigenaarschap geven over hun woning en omgeving. In cohousinprojecten gaat de ontwikkelaar in overleg met de bewoners: wat vinden ze zinvol om te delen, waar staan ze op hun privacy, hoe moet de gemeenschappelijke tuin eruitzien? Dit zorgt ervoor dat er geen overbodige zaken worden gebouwd, maar enkel wat effectief gebruikt zal worden. Bovendien worden bewonersgroepen getraind in het organiseren en zelf beheren van hun project. Op maandelijkse klusdagen werk je als groep samen in de tuin, het common house of doe je klusjes. Hier kan iedereen zijn talenten inzetten en leer je elkaar waarderen. Veel leuker dan alleen in de tuin werken en de barbecue ’s avonds maakt vaak veel goed.
Eef Tanghe is Zaakvoerder bij Cohousing Projects. Deze column verscheen eerder op cohousingprojects.com.