De provincie Antwerpen speelt een belangrijke rol om duurzame woonideeën te laten landen bij lokale besturen. Om ook de nieuwe generatie ontwerpers te betrekken bij deze toekomstagenda is de woonidee-award (WOAW) in het leven geroepen, schrijven Filip Lagiewka (diensthoofd wonen) en Glenn Lyppens (adviseur wonen).
It’s About Time, zo luidde de dubbelzinnige titel van de 10e editie van de Rotterdamse Architectuurbiennale in 2022 terecht. Het was zowel een waarschuwing als een oproep aan beleidsmakers en ontwerpers om in het licht van de klimaatverandering sneller te handelen en tegelijkertijd ook met een robuuste langetermijnvisie op de proppen te komen.
Deze urgentie speelt ook in de provincie Antwerpen. Zo zal het aantal hittegolfdagen tegen 2030 op tien jaar tijd vermoedelijk meer dan verdubbeld zijn. Binnen het territorium alleen al zijn bijna 50.000 huishoudens woonachtig in overstromingsgevoelig gebied. Meer dan 470.000 woningen – waaronder heel wat sociale woningen – hebben een energielabel D of slechter en moeten daardoor dringend worden gerenoveerd. Niet alleen om onze CO2-uitstoot te verminderen maar ook om energiekosten te drukken. Bovendien zijn door vergrijzing en veranderende gezinssamenstellingen meer en diverse woningen nodig, terwijl bouwgrond en materialen steeds schaarser worden.
In plaats van zich binnen de woningbouw uitsluitend op nieuwbouw te richten, is het hergebruiken en renoveren van bestaande gebouwen een manier om zowel economische als ecologische voordelen te behalen. Dit betekent dat een belangrijke ontwerpopgave ligt in de transformatie van gebouwen die oorspronkelijk niet per definitie voor wonen bedoeld waren. Architectenbureau RE-ST benadrukte dit al in hun publicatie De winst van het niet bouwen: door te werken met wat al bestaat, kunnen we de impact van de bouw op het milieu drastisch verkleinen en de kwaliteit van de leefomgeving verbeteren. Dat daarbij vernieuwende ontwikkelings- en beheermodellen nodig zijn, staat voor hen buiten kijf.
Deze idee van adaptive re-use wordt steeds vaker voorwerp van onderzoek. Binnen het kader van het Vlaams Bouwmeesterlabel onderzochten Bulk Architecten in Ruimte voor verandering hoe robuuste, structureel slimme gebouwen flexibel kunnen worden ingezet voor uiteenlopende toekomstige functies, wat hun levensduur verlengt. Het ontwerpersplatform 51N4E toonde in hun publicatie How to not demolish a building (2023) dan weer hoe hun ervaringen met de transformatie van het Brusselse World Trade Center toepasbaar kunnen zijn op andere circulaire renovaties. Deze projecten laten zien dat adaptief hergebruik een integraal onderdeel kan zijn van een duurzame stedenbouwkundige visie.
Ook de provincie Antwerpen speelt een actieve rol in het stimuleren en begeleiden van dergelijke projecten binnen haar territorium. Kijk bijvoorbeeld naar het Klooster van Arendonk. Jarenlang stond dit gebouwencomplex in het midden van het dorp te verloederen. Het had verkocht kunnen worden aan een private ontwikkelaar, met het risico dat het erfgoed vanuit een traditioneel businessmodel zou zijn verkaveld in luxueuze koopappartementen. Echter nam sociale huisvestingsmaatschappij De Noorderkempen het initiatief om het klooster op te kopen en te renoveren tot een cohousingproject rondom een publieke binnentuin. De intensieve begeleiding rond de groepsvorming op maat van het project kwam tot stand dankzij een provinciale subsidie. Het klooster is vandaag de thuisbasis van diverse gezinnen, die in op maat gemaakte, atypische woningen met grandeur leven. Zo’n transformatie van erfgoed was tien jaar geleden echt ondenkbaar – laat staan voor gezinnen die anders weinig opties zouden hebben op de huidige woningmarkt.
Naast grotere projecten stimuleert de dienst Wonen van de provincie Antwerpen via de woonidee-award (WOAW) ook jonge ontwerpers om vernieuwende ideeën rond wonen in de brede zin van het woord te ontwikkelen en om samen de toekomstagenda te bepalen. Zo reikt de WOAW ieder jaar onderzoeksbudget uit voor innovatieve concepten die inspelen op urgente woonuitdagingen. Dat kan gaan over nieuwe woonvormen, bouwmethoden en financieringsmodellen, noem maar op. Toch valt op dat veel inzendingen en uiteindelijk ook de laureaten van de eerste twee edities het thema adaptive re-use hebben aangesneden.
In 2022 koos de jury, onder leiding van Tim Vekemans van RE-ST, het ontwerpteam van Rune Degryse, Cassandra Van Peer en Pieter-Jan Lerno als laureaat van de eerste editie van de WOAW. Hun project Build to Rebuild is een circulair en demontabel zelfbouwpakket, ontworpen om compacte (starters)woningen in bestaande gebouwcasco’s met dubbelhoge ruimtes te creëren. Dit systeem is flexibel en kan gebruikt worden bij zowel renovaties als nieuwbouw. “Het werk van dit trio jonge ontwerpers leest als een stil pleidooi voor een herleving van een zelfbouwcultuur. Op die manier werd er misschien onbewust ook nagedacht over waar oplossingen kunnen liggen voor de (on)betaalbaarheid van het wonen. Een kant-en-klaar woonproduct kopen of huren zonder zelf de handen uit de mouwen te steken heeft zo zijn prijs en is eigenlijk zelden betaalbaar geweest. Werkuren voor de productie van het wonen en een noodzakelijke winst moeten uiteraard betaald worden. Het is niet toevallig dat de jonge ontwerpers in hun zoektocht naar referenties verwijzen naar het werk van Jean Prouvé, die reeds in de jaren 1950 zocht naar de link tussen betaalbaarheid en modulair zelfbouwen,” reflecteerde Vekemans tijdens het publieksmoment waarop de Vlaams Bouwmeester, beleidsmakers, academici, ontwerpers en projectontwikkelaars met elkaar in debat gingen.
In 2023 werd interieurarchitecte Eva O’Connor laureaat. Met het WOAW-budget werkt ze momenteel verder aan haar idee voor collectief wonen binnen een aanpasbaar industrieel casco. Onder begeleiding van een klankbordgroep van woonexperts en mentor Dieter Leysen van 51N4E, ontwikkelt ze een ontwerphandboek dat andere projecten kan inspireren. In de loop van 2025 wordt het resultaat getoond aan het brede publiek.
De WOAW is slechts één voorbeeld van hoe de provincie Antwerpen jong talent betrekt bij het nadenken over de woonuitdagingen van morgen. Deze initiatieven passen binnen een bredere (inter-)nationale tendens om adaptieve herbestemming en circulair bouwen naar de voorgrond te brengen om onze ecologische voetafdruk in te perken. Door te focussen op wat al bestaat, en dat op een slimme en toekomstgerichte manier aan te passen, kunnen we onze steden en dorpen mee deel laten uitmaken van een netwerk aan duurzame ecosystemen die op langere termijn uiteraard de kwaliteit van het wonen ten goede zullen komen.
Ook dit jaar is de dienst Wonen van de provincie Antwerpen op zoek naar nieuw talent dat de jury kan overtuigen met een verfrissend woonidee. Jonge ontwerpers/onderzoekers worden uitgenodigd om tegen 31 oktober 2024 hun ideeën voor de toekomst van het wonen in te dienen. Alle informatie vind je op www.provincieantwerpen.be/WOAW.
Nog tot het einde van dit jaar is de tentoonstelling Build to Rebuild te bezichtigen op Kamp C, het centrum voor duurzaamheid en innovatie van de provincie Antwerpen.