Op de Dag van de architectuur (D/a) zetten meer dan 100 gebouwen en ontwerpbureaus hun deuren open voor een uitzonderlijke blik achter hun gevel. De selectie van de projecten is zoals elk jaar in handen van studenten. Elf master- en doctoraatsstudenten meer bepaald vormden samen het curatorenteam van de Dag van de architectuur (D/a). Wij vroegen aan Pieterjan Maes, pas afgestudeerde architect maar vorig jaar nog masterstudent aan de UAntwerpen, hoe de selectie tot stand kwam en welke projecten je op 17 oktober niet mag missen.
De studenten die het curatorenteam uitmaken worden geselecteerd door het Vlaams Architectuurinstituut na een open oproep. Voor Pieterjan Maes was het niet lang twijfelen om zich kandidaat te stellen: ‘Als student was ik een trouwe deelnemer aan de Dag van de architectuur. Het was dan ook heel fijn om nu zelf aan deze bijzondere dag te kunnen bijdragen. Het is de uitgelezen kans om je kennis over architectuur te verbreden en projecten in de diepte te leren kennen. Je komt ook in contact met studenten van alle universiteiten in Vlaanderen en Brussel, die toch elk hun eigen referentiekader hanteren, en ook dat was erg leerrijk.’
‘In transit’ is dit jaar het thema van het Festival van de architectuur (F/a). De projecten zijn dan ook met dat thema in het achterhoofd gekozen. Pieterjan Maes: ‘In transit is een thema dat je erg ruim kan interpreteren. Dit kan gaan over architectuurprojecten in transit, daarbij denk ik bijvoorbeeld aan herbestemmingen en renovatieprojecten, maar het kan net zo goed gaan over grote thema’s zoals klimaatverandering en migratie. De selectie van de projecten is gebeurd tegen de achtergrond van de tweede coronagolf en voor mij was onze maatschappij - nog meer dan nu – volop in transit. Ik heb dan ook op die manier naar de projecten gekeken: met het oog op de nieuwe manieren waarop we vandaag samenkomen. Online vergaderen of lessen volgen is handig maar digitale contacten geven geen voldoening. Mensen zijn sociale wezens en hebben ontmoetingsplekken nodig. Daarom ben ik bij de projecten op zoek gegaan naar kwalitatieve plekken waar je op een veilige en aangename manier kan samenkomen. Dat gaat van privéwoningen met buitenkamers tot publieke pleinen die een intieme sfeer scheppen.’
De tips van de curator
De longlist van alle curatoren is tijdens twee geanimeerde (online) discussiedagen gereduceerd tot de huidige selectie van een honderdtal projecten. Nadien kregen alle curatoren de kans om de projecten te bezoeken samen met de architect in kwestie.
Alle honderd projecten bezoeken in één dag, is onmogelijk. Daarom vroegen we Pieterjan Maes om enkele tips. Kwalitatieve buitenkamers vormen de rode draad doorheen zijn selectie.
Room in the city, Leuven (51N4E): ‘Deze Leuvense rijwoning werd uitgebreid met een idyllische buitenkamer die nieuwe relaties legt tussen de bestaande ruimtes. De manier waarop de grens tussen binnen en buiten vervaagt, vind ik hier heel boeiend’, aldus Pieterjan Maes.
G-lab, Brugge (tc plus): ‘G-lab is de eigen woning van Tom Callebaut in Brugge. Hij stelt voortuin aan de straatzijde open, waardoor de grens tussen het publieke en private vervaagt en er een nieuwe collectieve ruimte ontstaat, een heel vernieuwend en verfrissend gegeven in de woonwijk’.
Kleuterschool Xaveriuscollege, Borgerhout (META architectuurbureau, Landinzicht Landschapsarchitecten, Tractebel): ‘Deze school kreeg drie toegangen met drie gezichten, waarvan de meest opvallende de schermgevel in beton is die de overgang maakt tussen straat en school en zo een aangename buitenruimte toevoegt.’
Standaertsite, Gent (murmuur architecten, Carton123 architecten, Ae-Architecten, Atelier Arne Deruyter): ‘De site van een voormalige doe-het-zelf-zaak werd in 2018 tot een groene passage getransformeerd. Dit wijkpark gaf de omgeving de nodige ademruimte en vormt vandaag een levendige ontmoetingsplek. Centraal werd één gebouw behouden en omgevormd tot een buurthuis. Uit een ander gebouw werden houten balken hergebruikt, waarmee een uitnodigende luifel werd gerealiseerd in de hoek van site.’
Jeugdontmoetingscentrum De Lichting, Lichtervelde (RAAMWERK): ‘Dit jeugdontmoetingscentrum betreed je via een ommuurde voortuin, die in feite een foyer is in openlucht. De schouw markeert de ontmoetingsplek.’
Kunstencentrum nOna, Mechelen (dmvA): ‘Dit kunstencentrum is een aaneenschakeling van buitenruimtes, met een bakstenen basreliëf die de plek extra cachet verleent’, aldus Pieterjan.
Op de Dag van de architectuur (D/a) gunnen ook een veertigtal architectenbureaus je een blik achter de schermen. Pieterjan Maes kan een bezoek aan DMOA in Leuven warm aanbevelen. ‘Alleen al hun kantoorgebouw op zich maakt een bezoek de moeite waard. KRUUL is in vele opzichten innovatief, niet in het minst dankzij de gevel in stampbeton die muziek maakt. Zowat elk project dat dit bureau aanpakt, is net dat tikkeltje anders. Vlakbij het kantoor kan je ook de Maggie-shelters bezoeken, de intussen welbekende demonteerbare tenten van DMOA, in eerste instantie bedoeld voor vluchtelingenkampen, maar vandaag onder meer ook ingezet als circulaire pop-upklassen bij ons en in het buitenland.”