De Gouden Liniaal architecten en Linde Hermans vernieuwen speelschuur en –tuin in Bokrijk

Meerwaarde, daarnaar gingen De Gouden Liniaal architecten en ontwerpster Linde Hermans op zoek bij de vernieuwing van de speelschuur in Bokrijk. Wat overgeleverd is uit het verleden werd grotendeels geconserveerd en aangevuld met hedendaagse elementen en een genereuze openheid.

Opgevat als een masterplan

De speelschuur was voor de renovatie een minder toegankelijke plek, gedeeltelijk ingekapseld tussen hagen en muren, waarvan de tuin enkel te betreden was via het gebouw. Al van in de ontwerpfase werd niet enkel de schuur, maar vooral de positie van de schuur in de omgeving als uitgangspunt genomen. “Dit project is niet uitgedacht als een architectuurproject dat op zichzelf staat”, stelt Jan Thys van De Gouden Liniaal architecten. “Net zoals bij veel van onze projecten is deze nieuwe speelschuur opgevat als een heus masterplan.”

De omliggende gebouwen en plekken worden mee opgenomen in de ontwerpvisie voor de speelschuur. Zo stelt het terras van de nabijgelegen herberg Sint-Gummarus zich aan de andere kant van een nieuwe gedeelde open ruimte en waaieren de spelen uit over de omliggende terreinen tot zelfs op het centrale driehoekige dorpsplein van museumdeel Kempen.

Door de introductie van zitelementen kijken bezoekers uit over de omgeving of terug op het gebouw. De aandacht voor het zitcomfort benadrukt het uitnodigende karakter van de spelsite. Deze omgeving wordt op die manier als het ware een volwaardige publieke ruimte waarin ouderlijk toezicht op het spelen eenvoudig wordt en functies niet elk een eigen plek krijgen, maar een complexere relatie tot elkaar vormen of zelfs in elkaar overlopen.

De speelschuur wordt opnieuw en zelfs nog meer dan vroeger een brandpunt en belangrijke ontmoetingsplek binnen het museum. De rode strook in halfverharding rondom het gebouw benadrukt deze centrale positie in het landschap en bevordert de integrale toegankelijkheid van de schuur.

 

Architectuur uit het verleden

De architecturale aanpassingen aan het gebouw passen binnen de opzet van het totaalconcept. Twee nieuwe openingen bieden verre doorzichten en benadrukken de openheid van de site. De binnenactiviteiten worden gelinkt aan de buitenactiviteiten, die op hun beurt worden verbonden met het omliggende ‘dorp’. Het authentieke karakter van de schuur wordt niet aangetast, maar bewaard. De constructie van leem en hout wordt zelfs geaccentueerd doordat de originele, van leem ontdane, houtstructuur achter de nieuwe ramen doorloopt.

De architecturale toevoeging is daarmee heel terughoudend, de raamkaders liggen bijvoorbeeld langs de buitenkant op net om het zicht van binnenuit en doorheen het gebouw heel open te houden. De verfijnde detaillering van de stalen profielen verwijst naar het vakmanschap van de smid en contrasteert met de oneffen lemen buitenwand. De spanning en interactie tussen oud en nieuw is ook leesbaar in dergelijke details.

Nieuwe daglichtbuizen die geïntegreerd worden in het rieten dak bundelen het zonlicht en realiseren zo samen met de bijkomende gevelopeningen een lichte binnenomgeving. De bijzondere constructie van het authentieke dak krijgt hierdoor meer aandacht. Enkele grote ronde lichtelementen en een lijn met spots bieden aanvullend kunstlicht.

 

 

Hedendaagse interpretatie van oude spelen

De oude spelelementen uit de volkssportenschuur waren geen collectiestukken en aan vervanging toe. Linde Hermans ontwerpt de nieuwe spelelementen vanuit hun originele werking én spelregels als zeer eenvoudige objecten. Er wordt zo min mogelijk aan ‘vormgeving’ gedaan, de spelen ontstaan uit hun functie, net zoals dat vroeger is gebeurd. De spelen zijn opgebouwd als tafels waarvan de poten langs buiten bevestigd worden. Deze poten passen zich aan in functie van het spel. Soms worden ze hoger, bijvoorbeeld bij het hamertjesspel, of schiet één poot door zoals bij het tafelkegelspel waar dan bal en koord aan worden bevestigd. “De constructiemethode en enkele kleine en subtiele toevoegingen linken de spelen aan elkaar, waardoor de hele look en feel van de schuur een hedendaags karakter krijgt”, stelt ontwerpster Linde Hermans.

Vanuit de innovatie die ‘bokrijk brandmerkt’ stimuleert en om een tweede spellaag toe te voegen worden sommige spelen uitgerust met een technologische aanvulling. Het gaat onder andere om een stappenteller bij het steltlopen, een snelheidsmeter bij de sjoelbak of sensoren in de tafel van het armworstelen. Met deze technologische hoogstandjes wordt niet ‘uitgepakt’. Ze worden heel eenvoudig geïntegreerd, om bijvoorbeeld de score bij te houden, zodat de nadruk steeds bij de werking van de oude spelen blijft liggen. 

Deel dit artikel:
Met medewerking van
Onze partners