De Individuele Behandeling van Afvalwater onder de loep

Woningen die niet op het rioleringsnet kunnen worden aangesloten, voorzien in hun eigen waterzuivering. Dat gebeurt via een IBA of een systeem voor Individuele Behandeling van Afvalwater. Dat systeem zorgt ervoor dat het huishoudelijk afvalwater wordt gezuiverd zodat het voldoet aan de geldende normen voor lozing in het oppervlaktewater, en wordt sinds 15 jaar toegepast. Tijd om een stand van zaken op te maken. Dat deed het magazine BETON met Jan Lauwers en Marino Moons. Jan Lauwers is werkzaam bij O Beton en tevens voorzitter van FEBEO, de vereniging binnen FEBE die de fabrikanten van producten voor waterzuivering vertegenwoordigt. Marino Moons is senior expert netbeheer riolering bij FLUVIUS en in die hoedanigheid ook voorzitter van werkgroep 4 van VLARIO, een groep die zich specifiek toespitst op IBA’s. 

BETON: Waarom kwamen IBA’s zo’n 15 jaar geleden in voege?

Marino Moons: “IBA’s hebben een 15-tal jaar geleden hun intrede gedaan, samen met de eerste zoneringsplannen, gedetailleerde plannen waarop staat aangegeven op welke manier het afvalwater van de woningen gezuiverd wordt (of zal worden). Die stelden toen dat, als er binnen de vijf jaar geen riolering aanwezig zou zijn voor de nieuwe woning, de burger zelf zijn afvalwater zou moeten zuiveren. In de herwerkte versie van de plannen uit 2008, werd een onderscheid gemaakt tussen ‘nooit riolering’ en ‘ooit riolering’. Alleen als er ‘nooit’ riolering zou komen, moest de burger bij een nieuwbouwwoning een IBA plaatsen. Voor al bestaande woningen waar nooit riolering zou gelegd worden, bepaalde de VMM (Vlaamse Milieumaatschappij, nvdr.) tegen wanneer de IBA effectief geplaatst moest zijn. De nieuwe zoneringsplannen zorgden voor meer rechtszekerheid voor de burger.”

 

BETON: Wat zijn IBA’s en waar worden ze gebruikt?

Jan Lauwers: “In buitengebieden, waar geen collectieve waterzuivering wordt geplaatst, kunnen twee verschillende sys­temen voor de behandeling van huishoudelijk afvalwater worden aangewend. Enerzijds heb je de individuele installaties, kortweg IBA’s, die vooral afvalwater van particuliere woningen opvangen. Heeft het gebouw een groter volume huishoudelijk afvalwater, zoals bij grotere woonprojecten of kantoorgebouwen, dan gaat men over op een KWZI of kleinschalige waterzuiveringsinstallatie. We spreken hier over andere schalen dan bij het rioolnetwerk. Waar voor riool­beheerders een waterzuiveringssysteem met 500 IE (inwonersequivalent) eerder een klein systeem is, is een equivalente KWZI voor betonfabrikanten al een groot exemplaar. Het IE van KWZI’s ligt veelal tussen de 20 en de 100. De werking van deze systemen verloopt wel gelijkaardig.”

Marino Moons: “In principe wordt er een IBA geplaatst bij alle nieuw te bouwen huizen waar men zeker is dat er geen openbare riolering zal komen in de toekomst. Hierbij geldt de 250-m regel. Ligt de bouwplaats verder dan 250 m van de riolering af, dan is een IBA vereist. Is die afstand kleiner, dan opteert men om de nieuwbouw aan te sluiten op de riolering, eventueel via een pompstation en een drukleiding. Kunnen er meerdere woningen op een pompstation worden aangesloten, dan vermeerdert deze 250 m evenredig. De kosten kunnen dan immers verdeeld worden. Dezelfde regel geldt bij het verlenen van een bouwvergunning voor renovaties van bestaande woningen in het buitengebied. Deze regel bestaat al sinds 2007. We proberen wel te vermijden dat er 2 of meer huizen op 1 IBA worden aangesloten, want in geval van verkeerde lozingen – denk maar aan frituurvet of olie in de IBA – riskeer je discussie: ‘Wie is de vervuiler?’ ”

 

BETON: Hoe wordt het afvalwater in IBA’s en KWZI’s gezuiverd?

Jan Lauwers: “Dat gebeurt in drie grote stappen: de voorbehandeling, de beluchting en de nabezinking. In de eerste fase vindt de bezinking in het afvalwater plaats. Hiervoor heb je een zeker volume nodig. Dit is eigenlijk wat er klassiek in een septische put gebeurt. Waar dit voor een septische put de enige functie is, is dat bij de IBA slechts een begin. In de volgende fase gebeurt de biologische zuivering door middel van beluchting van het afvalwater. Dit kan continu of sequentieel gebeuren, afhankelijk van de gekozen technologie. De derde stap is een nabezinking waarna het gezuiverde water geloosd kan worden. Deze nabezinking is nodig om het tijdens het zuiveringsproces gecreëerde slib uit het water te halen. (Zie ook kaderstuk rond de werking van de IBA.)”

 

BETON: En wat met het onderhoud? Is dit arbeidsintensief? Duur?

Jan Lauwers: “Het onderhoud is eigenlijk tweeërlei. Enerzijds moet je het slib ruimen. Net als bij een septische put houd je vaste substantie tegen. De noodzakelijke ruimfrequentie hangt af van de levensstijl van de bewoners en van de grootte van de installatie. Het is overigens aan te raden om bij de IBA een septische punt te plaatsen. Daardoor kan je je slibstockage uitbreiden. Naast het regelmatig ruimen van het slib, moet natuurlijk ook de technologie voor de beluchting onderhouden worden, wat best gebeurt door de leverancier van die technologie. In Wallonië kijkt men zeer streng toe op dit onderhoud, in die mate dat men graag zou zien dat het beheer ervan onder de intercommunales valt.”

Marino Moons: “Uiteraard is het onderhoud zeer belangrijk. FLUVIUS biedt de mogelijkheid om een IBA te bestellen aan de kosten van een normale rioolaansluiting. Wij vragen wel dat de burger steeds een voorbezinker of septische put van minstens 3.000 l plaatst als bijkomende veiligheid voor de goede werking van de IBA ook bij een foutieve lozing. Uiteraard dient de eigenaar nadien ook, zoals iedereen, de jaarlijkse saneringsbijdrage te betalen. FLUVIUS beheert de IBA dan volledig. We organiseren en superviseren dus zowel de plaatsing als het onderhoud. Dit ontneemt de betrokken burger een hele hoop kopzorgen. Spijtig genoeg is deze ‘all-in’ geen algemene verplichting en kan de burger de plaatsing en het onderhoud volledig zelf beheren, om zo een vrijstelling van de saneringsbijdrage te krijgen. Ook als VLARIO vinden wij dit onderhoud heel belangrijk. Om zeker te zijn dat ook deze laatste IBA’s goed worden geplaatst en onderhouden, zouden we het beheer door een intercommunale graag als een algemeen geldende regel zien. Er is al 1 gemeente in Vlaanderen waar dit bij politiereglement is geregeld: In Zemst mogen geen IBA’s in eigen beheer meer worden geplaatst.”

 

BETON: Wat is de rol van de prefab betonfabrikant in heel dit verhaal?

Jan Lauwers: “Dergelijke installaties horen helemaal thuis in de markt die wij bedienen. De volumes van de IBA’s komen zeer goed overeen met de standaardvolumes in de sector van de prefab betonnen regenwaterputten, waardoor wij zeer efficiënt kunnen produceren. We spreken hier over volumes van 7m³ tot 20 m³. Wij maken de prefab constructie en plaatsen daarna de technologie voor de waterzuivering, die logischerwijs niet uit prefab beton bestaat. De technologie die de drievoudige werking van de IBA mogelijk maakt werd door de prefabrikant zelf ontwikkeld of ingekocht bij een specialist waterzuivering. Deze technologie wordt in de fabriek, onder gecontroleerde omstandigheden, ingebouwd. Op de werf moet dan enkel nog de aansluiting op de leidingen gebeuren.”

 

BETON: Wat is het voordeel van IBA’s uit prefab beton t.o.v. andere materialen?

Marino Moons: “Op het moment dat de klant een IBA aanvraagt bij FLUVIUS, is het afhankelijk van het resultaat van de openbare aanbesteding, welk type IBA er geplaatst zal worden. Dit kan dan zowel een IBA in beton of kunststof zijn. Belangrijk is natuurlijk dat een goede werking van de IBA onder alle omstandigheden gegarandeerd is.”

 

Jan Lauwers: “Het grote voordeel van beton is de eenvoudige installatie. Elke grondwerker die regenwaterputten plaatst, is uitgerust om een IBA te installeren. Bovendien wordt de stabiliteit van de installatie gewaarborgd door de betonnen constructie en niet door de kwaliteit van de aanvulling. Door zijn eigengewicht is een betonnen put ook bestand tegen opdrijven.”

 

BETON: En wat met de toekomst? Hoe zijn de vooruitzichten?

Marino Moons: “Naar ons gevoel zullen er in de toekomst nog steeds nieuwe IBA’s nodig zijn. Ik sprak eerder over de 250-m-regel. Door de jarenlange positieve ervaringen met IBA’s wordt eraan gedacht om dit aan te passen naar een 100-meter-regel in de nieuwe zoneringsplannen. Dus zullen er meer renovaties of nieuwbouwwoningen een IBA nodig hebben. In het bijzonder voor het hele FLUVIUS-gebied spreken we zo toch over ongeveer 1000 extra IBA’s tegen 2027.” (RP) l

In de volgende nummers gaat BETON dieper in op de evolutie van de IBA’s. Heeft u intussen praktische vragen rond IBA’s en waterzuivering, dan kan u steeds contact opnemen FEBE-adviseur Raf Pillaert, via raf.pillaert@febe.be.

Bron: FEBE
Deel dit artikel:
Onze partners