De intense afwezigheid van de Dossinkazerne

Vrolijk kom je er absoluut niet uit, maar een bezoek aan de Dossinkazerne in Mechelen is wel een absolute aanrader. Bob Van Reeth en awg hebben met de steun van onder meer Ingenium, BAS en Daidalos Peutz het arresthuis naast de kazerne omgevormd tot een licht, monoliet museumvolume dat als museum niemand onberoerd kan laten. Architectura ging ook een kijkje nemen en had een gesprek met Bob Van Abbenyen en Ilse Van Berendoncks van awg.
Vrolijk kom je er absoluut niet uit, maar een bezoek aan de Dossinkazerne in Mechelen is wel een absolute aanrader. Bob Van Reeth en awg hebben met de steun van onder meer Ingenium, BAS en Daidalos Peutz het arresthuis naast de kazerne omgevormd tot een licht, monoliet museumvolume dat als museum niemand onberoerd kan laten. Architectura ging ook een kijkje nemen en had een gesprek met Bob Van Abbenyen en Ilse Van Berendoncks van awg.




Vanuit de Dossinkazerne in Mechelen werden in de Tweede Wereldoorlog meer dan vijfentwintigduizend joden gedeporteerd naar concentratiekampen in Duitsland en Polen. De kazerne zelf werd - eigenaardig maar waar - in de jaren 70 van de vorige eeuw verkaveld tot appartementen, terwijl de Vlaamse Gemeenschap in de voorgevel het Museum van Deportatie en Verzet onderbracht. Om het museum meer ruimte te geven, werd het oude arresthuis naast de kazerne door Awg omgetoverd tot een licht, monoliet museumvolume met een internationale uitstraling.


Symbolisch

Dit arresthuis, dat als symbool van de Duitse bezetting toch ook een zekere historische waarde heeft, werd echter niet volledig afgebroken. Awg opteerde ervoor om enkele fragmenten te bewaren en te integreren in een nieuwe muur die deels rondom het museum staat. Het nieuwe gebouw leunt ook gedeeltelijk op deze muur . Waar dit niet het geval is, rust het op gietijzeren kolommen die bewerkt zijn met teksten en symbolen omtrent mensenrechten en verdraagzaamheid. Tussen het gebouw en de muur brengt een glazen dak het daglicht binnen op het gelijkvloerse niveau.

Het nieuwe museum wordt met de kazerne verbonden door een tussenplein met een monument, bomen en wandelpaden.




Architect Bob Van Abbenyen (awg) over het nieuwe plein dat gecreëerd werd tussen de Dossin-kazerne en het Arresthuis dat omgebouwd werd tot museum.


Krachtig en sereen

Het museumgebouw zelf is vijfhoekig en valt op door z’n lichte kleur. Grote glaspartijen versterken dat lichtgevende effect, zodat het als baken in de omgeving een positieve boodschap van hoop kan uitstralen. Het voor het overige neutrale, monoliete volume bestaat uit drie verdiepingen en een dakniveau. De zalen zelf zijn verduisterd en worden met elkaar verbonden door een trappenhal. Daar krijgt het daglicht wel vrij spel. Dit is ook het geval op het bovenste niveau, dat bestemd is voor een auditorium, een bezoekersruimte en een openluchtterras. De architectuur is krachtig, maar tegelijkertijd sereen en ingetogen.




Het project draagt de naam 'Kazerne Dossin: Memoriaal, Museum en Documentatiecentrum over Holocaust en Mensenrechten’. Een project ontwerpen als dit met zo’n beladen verleden, vergt in de eerste plaats een grote dosis inlevingsvermogen. Vandaar dat BoB Van Reeth bij de start zich enorm verdiept heeft in de historiek van deze site en daar zijn ontwerp aan opgehangen heeft.
Wat dat voor hem inhoudt, heeft hij mooi verwoord in de toespraak die hij hield bij de opening van het museum enkele weken geleden.


Toespraak BoB Van Reeth

Ontwerpen is altijd in eerste instantie op zoek gaan naar het karakter van de opgave. Zonder terug te schrikken voor het gegeven gaat het om het aanvoelen van de bestaanswil van de opdracht, het bezielen ervan. Zonder bezieling is architectuur tevergeefs. Zonder een verhaal te vertellen is de wil er om de eenvoudige opbouw en constructie van de architectuur als raadselachtige tekens, als metafoor een affectieve impact te geven. Wie het project ondervraagt gaat immers op zoek naar de emoties erachter.




Geschiedenis en architectuur overlappen elkaar. Op niveau van de stad is het nieuwe plein samen met de flankerende gebouwen, Dossin en Museum, een gebaar, een vervollediging en verheldering. Hun verwantschap is monument. Zoals in elk project is er ook in dit ontwerp een emotionele vereenzelviging met het onderwerp. Het karakter van het gebouw is de geheime bergplaats van de private betekenissen erin verborgen. Betekenisvol wil niet zeggen dat het project verhalend, leesbaar of luidruchtig zou zijn. De werkelijk private betekenis verschuilt zich in de uitwerking. Het gebouw heeft de bereidheid tot museaal gebruik. Het bemiddelt de scenografie, is geen scenografie. Het museumgebouw vraagt wel om confrontatie, niet om onverschilligheid.

Elk ontwerp begint altijd met de interpretatie van de opgave, van het karakter ervan. Je gaat op zoek naar de bestaanswil, wat iets anders is als de noodzakelijke vereiste, in het jargon: het programma van eisen. Noodzakelijkheid is de bestaansgrond van de architectuur, is het bruikbare voorbij, het is de innerlijke noodzaak van de opgave. En is onontkoombaar. Om te kunnen ontwerpen moet je telkens opnieuw DE ARCHITECTUUR opgeven, in de steek laten, om los, ongedwongen, ongeremd het karakter, het thema van de opgave te achterhalen.




Architectuur is het zoeken naar architectuur, dat zoeken is dus wat een project voorgaat, voor er ook maar een lijn op papier staat. Het zoeken is het op weg zijn naar wat er in de opgave verheerlijkt, gesublimeerd kan worden, wat de bezieling wordt. Zonder het verheerlijken van de opgave is architectuur tevergeefs, onvolledig. Je zoekt als ontwerper een emotionele vereenzelviging met het onderwerp en daardoor wordt een project ook autobiografisch. De aanzet tot het ontwerp is het resultaat van deze zoektocht, een resultaat van wat verder onbekend blijft, het levert de ideeën als geheime determinanten, die de private betekenissen van de ontwerper zijn. Met andere woorden van elk ontwerpproces is alleen het resultaat bekend. Dit geldt trouwens niet alleen voor architectuur. Lees er Stravinsky op na wat hij over componeren zegt. Onder andere, zegt hij, "bijna alle vondsten - of - eerste ideeën die aan een kunstwerk ten grondslag liggen,
zijn banaal behalve voor de vinder."




Het basisbeginsel van dit project is de bestemming van de plek, van de plaats te begrijpen. Het project zal stevig verankerd moeten zijn in de site als een vanzelfsprekend onderdeel. Een project dat op een "natuurlijke" manier deel wordt van de vorm en de geschiedenis van de plek, zodoende van de stad. Het project zal het geheugen van de plek en van de stad opfrissen en zal daarvoor een gebaar moeten maken ("gebaar" in de zin zoals filosoof Bart Verschaffel het lanceerde: monument). Het maken van een fragment van de stadsplattegrond van Mechelen met een plein en een gebouw, is meer dan het aanduiden waar kan gebouwd en waar gecirculeerd kan worden. Het gaat om het maken van stedelijke ruimte, om het betekenis geven aan die ruimte. Veelal zijn straten en ook pleinen gevormd door relatief banale gebouwen voor het wonen. Dat geeft een goede publieke stadsinterieur dat we kennen als vertrouwde footprint en de globale identiteit van de stad.




De stad is ook gemaakt met plekken die een bijzondere betekenis hebben. Betekenis die veelal wordt gedragen door een gebouw waar we als gemeenschap wat mee hebben of hadden. Denk bijvoorbeeld aan stadhuis, kathedraal, station, voetbalstadion enzovoort. De Dossinkazerne had als roeping zo een betekenisvol gebouw te zijn. Een stadsicoon dat in historisch cultureel opzicht beeldbe- palend is, als betekenisdrager de identiteit van de stad bewerkt. Het verband, het samenvallen van de geschiedenis en deze plek, in dit gebouw is sterk en toch werd dit ontkracht, gebanaliseerd door het bewonen. De kazerne had museum kunnen zijn, als het de thuisloosheid voelbaar behouden had. Die roeping ging failliet door het gebouw te verkavelen en te bewonen. Het werd een "woonkazerne".




Ten opzichte van het hergebruik van de kazerne heeft nieuwbouw als voordeel een mystiek, raadselachtig aspect te kunnen genereren, onder andere door een uitgesproken onverschilligheid met betrekking tot dagelijkse gebruik, met betrekking tot wonen. Nieuwbouw zal inhoudelijk verwantschappen zoeken in de geschiedenis van de plek, geen vormreferenties met het bestaande. Volgens Baudelaire bestaat het begrip "correspondance" uit een hoger niveau dan metafoor; namelijk uit de mogelijkheid om emoties teweeg te brengen. De meer dan 25.000 mensen die door Dossin gepasseerd zijn, zijn dit museum, dit plek, dit stuk stad. Aan de oorsprong van dit project legt een emotionele referentie die gedurende het ontwerp- en bouwproces een rol blijft spelen. Het Dossingebouw, ook al is het verbouwd om te doen vergeten, kan de rol van emotionele referentie niet ontlopen.

Ik raad u aan, als ik uw interesse heb kunnen wekken, om ter plekke te gaan. Het gaat om "intense afwezigheid".


Wordt vervolgd

In een van onze volgende nieuwsbrieven brengen we nog een opvolgartikel over de Dossin-kazerne.

Foto's: Stijn Bollaert

Deel dit artikel:
Met medewerking van
Onze partners