De SHM Vooruitzien uit Beringen voert sinds 2007 een onderzoek naar energieverbruik bij de bewoners van sociale koopwoningen. Welk inzicht levert zo’n onderzoek precies op? We vroegen het aan Bert Cox, directeur van Vooruitzien. “De meeste energiewinst haal je met een laag E-peil. Alle andere maatregelen hebben veel minder invloed dan verwacht.”
De visitatiecommissie heeft Vooruitzien met een Beste- Praktijk-Prijs bekroond. Wat houdt die praktijk precies in?
BERT COX: “Dat is vrij eenvoudig. Sinds 2007 schrijven we alle mensen aan die ooit een sociale koopwoning van ons gekocht hebben. We vragen hen om de meterstanden door te geven voor water, gas en electriciteit. Zo krijgen we een databank van het gemiddelde verbruik. Wie antwoordt, ontvangt een filmticket. De resultaten van het onderzoek worden anoniem op onze website gepubliceerd. De bevraging heeft succes: ongeveer de helft van de bevraagde bewoners antwoordt ook.”
Wat blijkt uit die bevraging?
COX: “Wat ons opvalt, is dat onze woningen blijkbaar veel minder gas verbruiken dan de waarde in het energiecertificaat zoals afgeleverd door de EPB-verslaggever. Dit certificaat voorspelt voor verwarming een jaarlijkse netto energiebehoefte van gemiddeld 22.246 kWh, terwijl het gemiddelde verbruik van de koopwoningen in 2012 maar 15.718 kWh bedroeg.”
“Het gasverbruik ligt dus een derde lager dan het het Vlaamse gemiddelde volgens de VREG (23.260 kWh) en het waterverbruik zelfs de helft van het Vlaams gemiddelde volgens de Vlaamse Milieumaatschappij (132 m³).”
Hoe kan dat? Lijden die mensen dan geen kou?
COX: “Nee hoor, het zijn gewoon huizen met een lager E-peil en K-peil. De brutovloeroppervlakte is gemiddeld ook wat kleiner dan bij woningen op de private markt. Eigenlijk komt dit door de normen die de VMSW ons oplegt. De woningen blijven ook energiezuinig op de lange termijn. Je mag dus wel stellen dat sociale koopwoningen heel wat energiezuiniger zijn.”
Werken jullie dan ook met zonneboilers en zo?
COX: “De winst die je kan halen uit zonneboilers voor sanitair warm water is vrij beperkt: ongeveer 140 à 200 euro op jaarbasis. Een zonneboiler blijft wel interessant door de verhoogde premie bij een laag E-peil.”
Zijn er energiebesparende maatregelen die tegenvallen?
COX: “Van de gemeenschappelijke stookplaatsen hadden we meer verwacht. Tot zo’n drie jaar geleden namen de energieleveranciers de stand zelf op. Tegenwoordig moeten de verbruikers dat betalen. Nu blijkt dat je daarvoor een ingenieur nodig hebt. Dat alleen al kost 1.500 euro. Zo ben je de besparing meteen weer kwijt. Bovendien blijkt dat er toch heel wat warmteverlies is in de aanvoerleidingen als de gemeenschappelijke stookplaats ver van sommige woningen ligt.”
Wat is het belangrijkste om energie te besparen? COX: “Een laag E-peil heeft de meeste impact. Met luchtdichte woningen halen we zelfs een E-peil van 45. Dat komt door de constructie van de woning. Vorige winter was heel streng en toch hebben de meeste gezinnen maar verwarmingskosten van rond de 600 euro. Bij een zachte winter zoals nu daalt dat gemakkelijk tot 300 à 400 euro.”
“Ik maak de vergelijking met de woningen op de private markt waarvoor we renovatieleningen geven. Daar kom je aan verwarmingskosten van ongeveer 2.000 euro per jaar. Met een sociale koopwoning kan je dus op 10 jaar tijd 15.000 euro aan verwarmingskosten besparen. Tegelijk woon je degelijker.”
Welke inzichten halen jullie hieruit voor toekomstige projecten?
COX: “Het gebruiken van gemeenschappelijke stookplaatsen bekijken we per project. Als de configuratie van de gebouwen toelaat dat de stookplaats dicht bij de woningen ligt, en er dus weinig warmteverlies is in de aanvoerleidingen, zijn ze een optie. Anders kiezen we voor individuele verwarmingsinstallaties.” “Verder blijven we dezelfde principes hanteren: woningen bouwen met een kleinere oppervlakte dan private woningen, met een lager E-peil dan wettelijk verplicht. De resultaten bewijzen dat het opbrengt.”