De messias van de Mobiscore

Onze huiscolumnist Filip Canfyn laat in een opiniestuk verschenen in De Morgen zijn licht schijnen op het debat rond de Mobiscore. 

Er bestaat al lang een omerta rond issues als ruimte, energie en mobiliteit. Deze onbespreekbaarheid wordt vóór de verkiezingen door mainstreampartijen verantwoord met “er bestaat geen draagvlak bij de middenklasse” (en met “we gaan Groen toch niet rijk maken?”). Vandaag, na de verkiezingen, is er sprake van een taboe, dat gemotiveerd wordt vanuit een angst bij dezelfde mainstream voor nog meer proteststemmen later (“we gaan Vlaams Belang toch niet rijk maken?”). De heisa rond de Mobiscore legt de fake argumentatie van dit negationisme pijnlijk bloot.

Eén. Er wordt altijd gemeten met twee maten en twee gewichten. Wie door de overheid of marktspelers gewenste plannen met schadelijke gevolgen of verkeerde hypotheses toch loswrikt en optimaliseert, die wordt een mirakelman, een messias genoemd. Wie daarvóór die schadelijke gevolgen of verkeerde hypotheses benoemt en diagnosticeert, die wordt dan weer als een regelneef, een nestbevuiler, zelfs een volksvijand weggezet.

Eén bis. De Mobiscore is tot nader order een vrijblijvend instrument voor bewustmaking en preventie, zoals de kcal-aanduiding op voedingsetiketten. Weten belet toch ook geen eten? De Mobiscore wil aanzetten tot reflectie over woonlocatie, energieverbruik en mobiliteitsgedrag. En toch moet die Mobiscore blijkbaar gepercipieerd worden als een kwestie van leven of dood, van winnen of verliezen. Vreemd. Wie vandaag iemand aanzet tot stoppen met roken, doet die dan iemand een sigaret verliezen of een gezondheid winnen? Of neem de EPC-score: in het begin verguisd, nu gelukkig sturend en prijsbepalend, zonder dat iemand nog spreekt van een verlies van keuzevrijheid of vastgoedwaarde. Dus, wie vandaag iemand aanzet tot het meenemen van de Mobiscore in zijn woonlocatiekeuze, doet die dan iemand verliezen? Dat verliesargument wordt alvast vandaag gebruikt door de tegenstanders, maar ze verzwijgen ondertussen dat feitelijk gewonnen wordt op termijn. En ze blijven vooral slechte Mobiscores schaamteloos subsidiëren met de woonbonus, de salarisauto, de energiesubsidies…

 

Verkavelingsvlaanderen

Twee. Er wordt altijd geredeneerd vanuit gelijkhebberige clichés. De stad overheerst de niet-stad, de stedelijke elite dicteert de gewone man, die naargelang het doel varieert van geel hesje tot telg van de middenklasse. Met zulke clichés wordt de essentie van verkavelingsvlaanderen ontkend. Nochtans vormen noch de stad noch het dorp noch het land het probleem maar wel álles wat rand is, wat daartussen ligt, wat noch stad noch dorp noch land is. Verkavelingsvlaanderen wil angstvallig zijn gelijk halen door zich als dorp en land voor te doen om tegen de stad te kunnen fulmineren.

Twee bis. ZAK tekent in een weekendkrant een cartoon met een stad vol op elkaar gepakte hoogbouw en een niet-stad zijnde één viergevelwoning plus gazon, bomen en groententuin. Een inwoner van Lo meent in een andere weekendkrant dat de Mobiscore wil “dat we allemaal in de steden gaan wonen, opeengepakt als kippen in een legbatterij”. Nog los van het feit dat Lo met 3.300 zielen officieel een stad moet worden genoemd, wordt in verkavelingsvlaanderen graag vergeten dat we weinig echte steden tellen (Brussel? Antwerpen? Gent?) maar dat we vooral kleinsteden bezitten. Een Ninove bestaat meervoudig in heel Vlaanderen en niemand denkt dan aan een legbatterij. Verkavelingsvlaanderen werkt liever haar eigen frustratie uit op wat zij de stad noemt, een frustratie omwille van een wél reëel verlies: het verlies van winkels, zorg, postkantoren, banken, scholen, openbaar vervoer, omdat door de woonlocatie de auto belangrijker werd dan de woning. Een frustratie omwille van de Mobiscore, die wel degelijk de koortsthermometer van die auto-afhankelijkheid zal worden.

 

Ruimtelijk non-beleid

Minister Koen Van den Heuvel (CD&V) heeft de Mobiscore gelanceerd. Wie zijn antecedenten kent, weet zeker dat hij de plattelandsbewoners niet zal bijeendrijven in stedelijke woontorens, zoals een commentator over de Bouwmeester beweert. Dezelfde minister is alleszins geen kosmopolitische stedeling, die de onverantwoordelijke plattelandsbewoners persoonlijk wil laten betalen voor het ruimtelijk non-beleid van de laatste decennia, om een andere commentator te parafraseren. Toch moet die minister wellicht overwegen om een mirakelman alias messias aan te stellen indien de Mobiscore alsnog verkocht moet worden aan verkavelingsvlaanderen. Maar zal een minister dat nog durven?

 

_________

Dit opiniestuk is eerst verschenen in De Morgen. Architectura.be kreeg toestemming van de auteur en De Morgen om dit te publiceren. 

Deel dit artikel:
Onze partners