De nieuwe versus de oude Vlaamse bouwmeester: stijlbreuk en andere focus

Sinds september heeft Vlaanderen met Leo Van Broeck een nieuwe Vlaamse Bouwmeester. Hoewel hij nog maar enkele maanden in functie is, kan je er niet omheen dat Leo Van Broeck heel andere prioriteiten legt en bovenal een heel andere stijl hanteert dan zijn voorganger Peter Swinnen.

Afscheid Peter Swinnen in mineur

Het afscheid van Peter Swinnen als derde bouwmeester was er jammer genoeg een in mineur. Hoewel zijn mandaat eindigde in 2015, werd het gedwongen afscheid al ingezet in 2014. In mei 2014 publiceerde Architectura.be een reeks artikels waarin Architectura.be, geruggensteund door heel wat architecten kanttekeningen plaatste bij de werking van de Vlaamse Bouwmeester. Niet het bouwmeesterschap an sich werd in vraag gesteld, maar wel de manier waarop het bouwmeesterschap door Peter Swinnen ingevuld werd. Veel gehoorde punten van kritiek waren het beperkte draagvlak bij de publieke opdrachtgevers, het gebrek aan transparantie over de procedure van de Open Oproep en de werking van de Bouwmeester, het verwijt dat er te veel in dezelfde vijver gevist wordt en zeker het gebrek aan dialoog met het werkveld.

Dat het bouwmeesterschap vatbaar was voor bijsturing, was toen wel duidelijk, maar dat het afgeschaft zou worden, was eigenlijk nooit aan de orde. Tot in de zomer van 2014 toen de Vlaamse regering loet weten dat zij het bouwmeesterschap wou afschaffen en vervangen door een college van vijf experten.

Het architectencorps en iedereen die begaan was met kwaliteitsvolle architectuur verzette zich met klem tegen de beslissing van de Vlaamse overheid. Het regende initiatieven van facebookpagina’s, petities en oproepen om het bouwmeesterschap te behouden.

En met succes, want in april 2016 besliste de Vlaamse regering om op haar stappen terug te komen en op zoek te gaan naar een nieuwe Vlaamse Bouwmeester die rechtstreeks onder voogdij zou komen te staan van de minister-president waardoor zijn impact nog zou versterken.

 

Onmiddellijk ontslag

Het bouwmeesterschap was hiermee gered, maar Peter Swinnen zelf kon op minder bijval rekenen. In februari 2015, slechts vier maanden voor het aflopen van zijn mandaat, kondigde de Vlaamse regering met onmiddellijke ingang het ontslag aan van Peter Swinnen na een bezwarend forensisch auditonderzoek. Concreet werd Peter Swinnen belangenvermenging aangewreven bij het uitschrijven van een studieproject voor stadsontwikkeling in Albanië. De opdracht werd toevertrouwd aan het Centrum voor Stadsontwikkeling waar ook ex-burgemeester Patrick Janssens deel van uitmaakte. Dat het consortium de opdracht binnenhaalde zou het te danken hebben gehad aan voorkennis via Peter Swinnen. Dat Patrick Janssens in dit dossier genoemd werd en dat het ontslag zo kort bij de beëindiging van het mandaat vanuit NVA-hoek georkestreerd werd, werd door velen en ook door Peter Swinnen zelf geïnterpreteerd als een politieke afrekening.

Het heeft ook nooit geboterd tussen Swinnen en zijn werkgever. Enkele jaren geleden werd Peter Swinnen nog op het matje geroepen door Geert Bourgeois nadat Peter Swinnen in een opiniestuk fors uithaalde naar het nieuwe Antwerpse stadsbestuur.

Het stond in de sterren geschreven dat Peter Swinnen zich niet zo maar zou neerleggen bij zijn ontslag en zo geschiedde ook. In oktober 2016 besliste het parket van Brussel om de zaak te klasseren.  “Dat het parket het dossier heeft geklasseerd, verbaast me niet. Ik heb altijd volgehouden dat mijn ontslag op niets gestoeld was", verklaarde Peter Swinnen na het proces.  Een verkeerde voorstelling van de feiten volgens Geert Bourgeois. Hij benadrukte dat de arbeidsrechtbank de Vlaamse regering wél in het gelijk stelde. "Het ontslag van de heer Swinnen om dringende reden was terecht, oordeelde de arbeidsrechtbank.”

 

Zoektocht naar een nieuwe bouwmeester

De zoektocht naar een nieuwe bouwmeester verliep zeker niet van een leien dakje. Tijdens de eerste consultatieronde kwam geen geschikte kandidaat uit de bus waardoor enkele maanden later een nieuwe selectieprocedure in gang gezet werd. Leo Van Broeck had bij de eerste selectieronde niet deelgenomen.  “Dat was vlak na het ontslag van Peter Swinnen en de ernstige invraagstelling van het voorbestaan van het ambt van Bouwmeester. Het klimaat leek me in die periode niet zo gunstig. Tegelijk was het toen alle hens aan dek in het architectenbureau waar we toen ook bezig waren met een intense hervorming van het bureau in de richting van een meer zelfsturend team”, aldus Leo Van Broeck.

Tijdens de tweede selectieronde ging hij wel voluit voor zijn kandidatuur en met succes. Op 8 juli 2016 liet de Vlaamse regering officieel weten dat Leo Van Broeck de vierde Vlaamse bouwmeester zou worden. Officieel nam hij die taak vanaf 1 september 2016 op zich. Zijn mandaat duurt vier jaren en loopt dus af in 2020.

Zoals dat hoort, heeft elke Vlaamse Bouwmeester een andere persoonlijkheid en legt hij andere accenten dan zijn voorgangers. Alleen daarom al vinden velen het belangrijk dat er één Vlaamse bouwmeester aan het roer staat in plaats van een college van meerdere experten.

Hoewel hij nog maar enkele maanden in dienst is,  heeft hij al heel duidelijk zijn visitekaartje afgegeven. Niet alleen bij de overheid en de architecten, maar zeker ook bij een bredere laag van de bevolking. De vorige bouwmeesters waren bij architectuurleken nauwelijks bekend en kwamen niet zo vaak in het nieuws. Dat is duidelijk wel het geval voor Leo Van Broeck. Hij zoekt zelf de media op om zijn boodschap bij het brede publiek duidelijk te maken. Bovendien brengt hij een boodschap uit die veel verder gaat dan het bewaken van de architecturale kwaliteit en die verregaande consequenties heeft voor iedereen, ook voor wie niet begaan is met architectuur. Een visie ook die hevige voor- en tegenreacties uitlokt.

 

Efficiënt ruimtegebruik

Het puur architectonische, het esthetische ziet Leo Van Broeck niet als het hoogste doel. Het grootste probleem waar hij als Bouwmeester een antwoord op wil bieden is het gegeven dat we met veel te veel Vlamingen zijn voor de beschikbare grond. Dat is op dit moment al een probleem, maar Leo van Broeck is daar anderzijds niet fatalistisch in. “Onze ruimte is ziek, we moeten een remedie vinden.”

De wereld en ook Vlaanderen staan volgens Leo van Broeck nog een groei van de bevolking toe op voorwaarde dat we de ruimte efficiënter benutten dan we vandaag doen. In Vlaanderen is dat nog veel urgenter dan in de rest van de wereld omdat wij wereldkampioen zijn in het versnipperen van het landschap. Dat is niet alleen nefast voor het landschap zelf maar zadelt ons ook op met veel extra kosten qua mobiliteit, infrastructuur,… Leo Van Broeck pleit er voor om het roer helemaal om te gooien en in te zetten op een versterking van de stads- en dorpskernen. “Een passiefbouw op het platteland heeft een hogere ecologische afdruk dan een niet-geïsoleerd rijhuis in de stad”, is een boutade die hij veel laat horen tijdens zijn lezingen.

 

Grondruil

De nieuwe bouwmeester gaat bovendien nog een stapje of beter gezegd een serieuze stap verder door te ambiëren om ook fouten uit het verleden recht te zetten. Wat dat betreft is hij voorstander van een grondruilmechanisme waarbij eigenaars hun versleten villa die op de verkeerde plek staat, kunnen inruilen voor een degelijk appartement of rijwoning in de stad of in een dorpskern.

Om die boodschap over te maken bij de bewindvoerders en de bevolking zie je Leo van Broeck heel vaak verschijnen in de media maar ook op allerhande evenementen waar hij maar wat graag een lezing komt geven om zijn visie uit te leggen. Zonder meer een duidelijke stijlbreuk in vergelijking met zijn voorgangers. De vorige bouwmeesters deden soms wel hun opwachting op debatten of culturele avonden voor een selectief gezelschap van architectuurkenners- en liefhebbers, maar Leo Van Broeck ziet er geen graten in om ook zijn opwachting te doen op eerder laagdrempelige of zelfs commercieel geïnspireerde evenementen zoals bijvoorbeeld Mijn huis, mijn architect of de uitreiking van de FEBE element awards. Hoe vaker hij zijn boodschap kan overbrengen, hoe meer kans hij heeft om er een draagvlak voor te creëren. Wat dat betreft is het trouwens ook mooi meegenomen dat Leo Van Broeck een begenadigd spreker is die voortdurend weet uit te pakken met oneliners die je aanzetten tot nadenken. Die gave deelt hij met de allereerste Vlaamse Bouwmeester bOb Van Reeth. 

 

Weg uit de ivoren toren

Als we kijken naar zijn relatie met het werkveld, met de architecten, kon het contrast met zijn voorganger Peter Swinnen niet groter zijn. Een van de veel gehoorde punten van kritiek aan het adres van Peter Swinnen was dat hij te zeer opereerde vanuit een ivoren toren. Voor veel architecten was hij niet “één van ons” maar eerder iemand “boven ons”.  Dialogen met het middenveld, met architectenorganisaties waren er niet of nauwelijks omdat volgens Peter Swinnen er als bouwmeester niet was voor de architecten, maar wel voor de publieke opdrachtgevers.  

Leo Van Broeck ziet wel degelijk het nut in van een degelijke dialoog en een goede verstandhouding met de architectenorganisaties. Niet verwonderlijk natuurlijk als je weet dat Leo Van Broeck ook het voorzitterschap van de FAB (Federatie van Architectenverenigingen van België) op zijn cv heeft staan.

 

Zelf suggesties of vragen voor de Bouwmeester?

Nu al wordt reikhalzend uitgekeken naar de visienota die de nieuwe Vlaamse Bouwmeester in het voorjaar zal publiceren. Architectura.be zal de nieuwe ontwikkelingen uiteraard op de voet volgen. In februari staat er trouwens een uitgebreid interview met Leo van Broeck ingepland waarbij we Architectura-lezers ook de mogelijkheid zullen bieden om vragen of suggesties te bezorgen die we dan zullen voorleggen aan de nieuwe Bouwmeester.

Deel dit artikel:
Onze partners