Op 20 november jongstleden velde de voorzitter van de Rechtbank van Koophandel in Antwerpen afdeling Tongeren zijn vonnis in de zaak Orde van Architecten tegen ARCION BV BVBA. "De Orde van Architecten is tevreden met de uitspraak en blij dat de door hen ingestelde vorderingen door de rechtbank grotendeels zijn gevolgd," reageert de Orde.
Hieronder publiceren we de reactie van de Orde op de uitspraak integraal.
----------------------------------------------------------------------------------------------------
"ARCION BV BVBA (hierna: Arcion) werd door de Orde van Architecten gedagvaard, omdat het zou optreden als ontwerper en zich naar potentiële klanten profileert als architect. “Doet Arcion inbreuk op de architectenwet?” Dat was de vraag die de Orde zich stelde en ook de grondreden van deze rechtszaak. In verschillende media werd dit debat echter al snel en vreemd genoeg verschoven naar de werkzaamheden van een bouwkundig tekenaar, waardoor de aandacht werd weggetrokken van de werkelijke inzet van het geschil: het optreden van Arcion als zijnde architect.
Inbreuken op de architectenwet
Voor een groot deel volgde de rechtbank de door de Orde van Architecten ingestelde vorderingen. Zo oordeelde het dat Arcion zich “effectief heeft schuldig gemaakt aan inbreuken op de architectenwet … en aan het verspreiden van misleidende reclame over de kenmerken van haar diensten en over haar eigen hoedanigheid.” Dit doet Arcion onder meer door de slagzin ‘uw partner in architectuur’. Noch Arcion, noch zijn zaakvoerder dhr. Knoops staat ingeschreven op de tabel, wat noodzakelijk en wettelijk vereist is om het beroep van architect te mogen uitvoeren.
In haar uitspraak maakte de rechtbank een duidelijk onderscheid tussen de terminologieën “ontwerpbureau” en “studie-en tekenbureau” . Het oordeelde dat Arcion zich kan niet profileren als ontwerpbureau, maar hoogstens als studie- en tekenbureau. Onder geen beding mag het zonder voorafgaande tussenkomst van een architect zelf een aanvang nemen met het ontwerp van vergunningsplichtige bouwwerken. “Ook hiermee bevestigt de rechtbank het vooraf ingenomen standpunt van de Orde,” zegt Marnik Dehaen, voorzitter van de Orde van Architecten – Vlaamse Raad. “In deze tijden waarin het beroep van architecten steeds meer onder druk komt te staan – denk maar aan de ereloonkwestie – is dit gegeven meer dan welkom.”’
‘Monopolie’ van de architect inzake bouw(aanvraag)plannen
Intellectuele werken van het ontwerp van het bouwwerk moeten steeds van de architect komen, oordeelde de rechtbank. De verdere uitwerking van de plannen of zelfs bouwaanvraagplannen kan door een medewerker gebeuren, maar dan wel onder effectieve controle, toezicht én verantwoordelijkheid van de architect. De Orde van Architecten is tevreden over het feit dat er in dit verband meer licht is beginnen schijnen in de duisternis.
“Het creatieve ontwerp stopt dus niet bij de schets om het vanaf dan zomaar aan een tekenaar over te laten. Een tekenaar of medewerker kan pas iets gaan uitwerken als het eerst duidelijk gedefinieerd is door een architect. Een ontwerp is en blijft het intellectuele werkstuk van de architect. We zijn verheugd dat ook op dit vlak de rechtbank de mening van de Orde heeft gedeeld,” aldus Marnik Dehaen.
Gezien voorheen nog maar weinig rechtszaken deze materie hebben behandeld, bestaat de kans dat dit vonnis een belangrijke precedentswaarde heeft."