De Praatstoel: Aglaia De Mulder en Sotiria Kornaropoulou (51N4E)

Het collectief 51N4E, gelegen in Brussel, gebruikt design als tool om waardevolle omgevingen en nieuwe ervaringen te creëren voor de gebruikers. Het bestaat uit drie studio’s die elkaar aanvullen, namelijk Acte, dat focust op stedenbouw, Cast, dat zich toespitst op architectuur, en de nieuwe studio Root, een samenwerking met Plant en Houtgoed dat ernaar streeft om een functionele ecologie te herintroduceren. Aan de oprichting van die laatste werkt Sotiria Kornaropoulou mee, die er sinds 2006 aan verschillende projecten werkt. Ook Aglaia De Mulder heeft al heel wat jaren als architect bij 51N4E op haar palmares staan en heeft sinds 2014 een functie in het management.

Op welk eigen gerealiseerde projecten bent u het meest fier en waarom?

Aglaia: Het is geen architectuurproject, maar is er wel uit gegroeid. Ik ben nu onder andere bezig met het ontplooien van 51N4E als een platform. Het idee bestaat al heel lang, maar twee jaar geleden hebben we de eerste stappen gezet met een oprichting van een tweede studio. Het project zal nooit volledig af zijn en is een verderzetting van 51N4E als kantoor.

Sotiria: Ik ben fier op Skanderberg Square, een recente realisatie waaraan ik heb meegewerkt. Het is een project in de publieke ruimte en gaat over de impact die het heeft op de stad. Daaruit leerden we om samen te ontwerpen met stakeholders zoals lokale universiteiten. Het is een mooie realisatie, maar we hebben er ook veel uit geleerd en daarom is het een betekenisvol project voor het kantoor.
 

Van welk project in uitvoering of in voorbereiding koestert u hoge verwachtingen?

Sotiria: Ik maak deel uit van een team dat werkt aan de overkapping van de Ring in Antwerpen. Het project brengt, net als Skanderberg Square, veel verschillende disciplines samen. Er wordt stap voor stap gewerkt in dialoog met de stad en stakeholders en elke stap laat ruimte voor input en feedback van verschillende partijen. Sommige visies worden in vraag gesteld terwijl andere meteen geaccepteerd worden. Zo werken we aan een ontwerp dat gesteund wordt door de stakeholders. Het heeft dus echt de mogelijkheid om de buurt rond het Zuidstation te transformeren. Daarnaast is het heel fascinerend om op zo’n manier te werken.

Aglaia: Er staan veel projecten op til, maar eentje dat heel bijzonder kan worden, is ICC in Gent. Ik kom oorspronkelijk uit Gent dus ik ken de plek goed. Het is een bijzonder gebouw, maar de verderzetting van het verhaal van ICC kan heel interessant zijn. In het project wordt ook breed ingezet. De beide studio’s nemen er bijvoorbeeld een rol in op. Het is een van de architectuurprojecten waar ik zelf hard naar uitkijk.

Sotiria: In het geval van ICC werken we tegelijk aan het masterplan en het architectuurproject. Wanneer die twee omstandigheden samenkomen, worden veel inzichten ontwikkeld en dat is waar wij naar streven met de oprichting van twee studio’s. We willen tegelijk werken aan het object en de omstandigheden rond het object en dat willen we erkennen als de rol die architectuur kan hebben. We vinden het belangrijk om dat te benoemen en er bewust mee om te gaan.
 

Welk project van een andere Belgische architect is voor u een schot in de roos?

Aglaia: Dat is een moeilijke vraag, want er zijn zo veel interessante projecten. Voor elk project dat je kiest, doe je een ander project oneer aan. Een dat niet zo lang geleden mijn aandacht heeft getrokken, is Z33, een kunstencentrum in Hasselt. De zachtheid en tastbaarheid van de architectuur is heel bijzonder. Ondanks de traditionele materialen zoals pleisterwerk en beton, zijn ze erin geslaagd met kleine details een heel zacht gebouw te maken.

Sotiria: Het is moeilijk om een favoriet project te kiezen, maar een van de projecten die we onlangs hebben gebruikt als inspiratiebeeld is de Stadshal in Gent van Robbrecht en Daem architecten en Marie-José Van Hee architecten. Het is architectuur, maar creëert de stad rondom mee en inspireert om er activiteiten te organiseren. Het is meer dan een project dat een antwoord biedt op een vraag. Het gaat verder en roept zelf zijn eigen vragen op.
 

Welke buitenlandse architecten vormen voor u een grote bron van inspiratie?

Sotiria: In het kader van recente projecten, vind ik het werk van Assemble in Londen intrigerend. Er is een intens, sociaal engagement, maar ook een sensitiviteit. Ze combineren dingen op een hands-on manier waarop ik een beetje jaloers ben. Zo bouwen ze samen met buurtbewoners een keramiekworkshop en activeren zo tijdelijk de buurt. Het zijn veel onderwerpen waar wij momenteel ook mee bezig zijn.

 

Wat zijn volgens u de meest geslaagde recente bouwprojecten in het buitenland?

Aglaia: Het is geen recent project, maar elke keer als ik er kom, raakt het gebouw mij opnieuw. Bij hedendaagse architecten ervaar ik dat zelden. Dat Neue Wache in Berlijn. Het zou ooit een kleine kazerne geweest zijn, maar nu is het een paviljoen midden in de stad. Aan de binnenkant is het een toeristische plek, wat mij normaal niet aanspreekt, maar hoe het gebouw gemaakt is, laat zo’n diepe indruk op mij na en raakt mij hard. Dat komt ook door een beeld dat erin staat. Je zal het gebouw op elk moment van de dag op een andere manier zien dus je kan er altijd weer naartoe. Dat heeft te maken met hoe het licht binnenvalt door de ronde koepel in het dak. Als het regent, valt de regen binnen, als de zon schijnt, valt de zon binnen en als het grijs is buiten, krijg je een heel vaal licht.

Sotiria: Een aantal jaar geleden waren we met het Skanderberg Square geselecteerd voor de Mies van der Rohe Award en de winnaar was Grand Parc Bordeaux van Lacaton & Vassal. Ik vind hun werk met sociale huisvestiging heel succesvol en betekenisvol. Met weinig middelen geven ze kwaliteit aan units die meestal geen kwaliteit hebben en introduceren ze tussenruimtes die niet echt binnen en niet echt buiten zijn in het dagelijkse leven van mensen. Dat soort projecten doet je nadenken. Hoe ze op een participatieve manier samenwerken met bewoners en luisteren naar wat die nodig hebben, maakt het geheel des te interessanter.
 

Welke jonge architect in Vlaanderen maakt momenteel veel indruk op u?

Sotiria: CENTRAL OFFICE FOR ARCHITECTURE AND URBANISM in Brussel maakt deel uit van een van onze lopend experimenten, namelijk een coworking, Lab North. De interventies van het opklimmende bureau zijn heel strategisch. Het combineert de gevoeligheid van de materie met strategische vormen en programma’s op een speelse manier. Ze werken ook op verschillende schalen en daar kan 51N4E zich wel in vinden.

Aglaia: Pool Is Cool is een initiatief van een architect, Paul Steinbrück, en het collectief waartoe hij behoort, dat een breder engagement aangaat om echt dingen te veranderen. Het wil graag een openluchtzwembad in Brussel realiseren. Dat zal het collectief waarschijnlijk niet realiseren als architect, maar dat architecten buiten hun klassieke rol treden, is wel interessant. Die beweging om een stukje maatschappij te veranderen vanuit een engagement komt de laatste jaren vaker voor.

Sotiria: Er zijn nog een aantal personen met een professionele achtergrond in ruimtelijke beroepen die die gebruiken om tijdelijke installaties te maken. Wij geloven echt in hoe tijdelijke installaties percepties en gewoontes kunnen katalyseren. Het is een test die bepaalde ideeën kan introduceren. De ruimtelijke achtergrond van de architect heeft dus een breed toepassingsveld en exploreren hoe breed dat veld is, is heel interessant. 
 

Wat vindt u zo boeiend aan uw job als architect? Zou u uw kinderen aanmoedigen om in uw voetsporen te treden?

Aglaia: Het interessante aan architectuur is de combinatie van gevoeligheid en het punt waarop je dingen moet realiseren. Die is voor mij interessant, maar ik zou mijn kinderen nooit een job aanraden. Ik zou hen enkel aanbevelen om hun eigen weg te zoeken en zelf te kiezen.

Sotiria: Mijn antwoord is gelijkaardig. Het heeft vaak een speelse dimensie. Je neemt een vraag of idee en speelt daarmee. Ik zou mijn kinderen niet noodzakelijk vertellen om architect te worden, maar ik zou hen wel aanmoedigen om een job te vinden die serieusheid combineert met speelsheid.
 

Welke ontmoeting is bepalend geweest voor uw verdere architecturale ontplooiing?

Aglaia: Je wordt gevormd door alle ontmoetingen doorheen heel je leven en door beslissingen die je wel of niet neemt. Ik denk dat elke ontmoeting die ik tot nu toe gehad heb, bijdraagt aan hoe ik vandaag in het leven sta. Ik kan daar geen persoon of naam op plakken.

Sotiria: Het is vooral het zien, het bezoeken en het reizen. Je wordt gevormd door de plekken die je bezoekt niet alleen door architectuur van dichtbij te zien, maar ook door in contact te komen met andere mentaliteiten en culturen die ruimte anders percipiëren. Het opent je ogen. Het is eerder een ervaring, maar het zijn die intense blootstellingen aan andere percepties die mij hebben gevormd.
 

Herkent u zichzelf nog in de ambitieuze jonge student die u ooit zelf was? Komen droom en werkelijkheid sterk overeen?

Sotiria: Het is een heel andere realiteit dan wat ik mij had ingebeeld, maar op een goede manier.

Aglaia: Voor mij geldt hetzelfde. Pas in de praktijk begin je het beroep volledig te doorgronden. Alle ervaring die je opdoet, is een verrijking. Ik ben blij dat ik toen nog niet alles wist en begreep.

Sotiria: Toen ik naar school ging, was de rol van de architect nog heel gedefinieerd. We kregen bepaalde voorwaarden, maakten daar een ontwerp van en beantwoordden een aantal technische specificaties. Waar we geen duidelijk idee over hadden, heb ik onderweg geleerd. Daarom ben ik naar Brussel gekomen en hier gebleven. Het is het herdefiniëren van de rol van architect door alle vragen open te stellen en meerdere rollen tegelijk in te nemen. Je kan je verbeelding gebruiken om mensen zelf verschillende realiteiten in te laten beelden en uit te zoeken wat ze wel en niet willen. In het beste geval kom je zo samen tot nieuwe conclusies en leer je van mensen met andere expertises.

Aglaia: Tijdens mijn studie heb ik een jaar in het buitenland gestudeerd. Dat heeft me doen beseffen dat ik op de school waar ik zat alles op een bepaalde manier leerde. Toen heb ik gemerkt dat er veel verschillende manieren zijn om in het beroep te staan. Misschien besefte ik dat toen nog niet volledig, maar het zaadje was wel geplant door de ervaring op een school met een andere insteek.

 

Faits divers

Welke job zou u nu uitoefenen als u geen architect was?
A: Ik ben naast architect ook beeldend kunstenaar dus dan zou het toch in die richting gaan.
S: Ik zou werken als muziekleerkracht, dat heb ik al eens gedaan.
Waar hebt u uw architectuuropleiding gevolgd?
A: Aan het Henry van de Velde-instituut in Antwerpen en een Erasmus aan Ecole Nationale Supérieure d’Architecture de Paris-Belleville.
S: Aan de Technische Universiteit van Athene, een Erasmus in Rome en een postgraduaat in Design in Nederland.
Bij wie hebt u stage gelopen?
A: Bij een klein bureau in Lier, F&G, maar ik weet niet of het nog bestaat.
S: In Griekenland moest ik geen stage doen dus ik heb in Athene verschillende kleine jobs gedaan en deelgenomen aan een onderzoeksproject van de universiteit.
Wat was de titel van uw eindwerk?
A: De titel weet ik niet meer, maar het ging over de Poelwerfsite in Temse. Dat was een braakliggend terrein en er waren nog geen plannen over wat er zou komen.
S: Mijn eindwerk was een ontwerpoefening op het model van 'polykatoikia' die op zich een interpretatie van het dominosysteem van Le Corbusier is.”
Favoriet architectuurboek:
A: ‘Architecture without architect’ over dat je als architect niet alleen de wereld moet vormgeven.
S: Een oud boek over de Japanse architect Shinohara over een reeks huizen die hij heeft gerealiseerd. Daarin wordt een vrije en poëtische versie getoond van wat een huis is.
Favoriet ander boek:
S: ‘Waar kunnen we landen?’ van Bruno Latour
Favoriete film:
Beiden: ‘Playtime’ van Jacques Tati
Favoriete muziek:
A: Ik ben altijd op zoek naar muziek die je normaal niet hoort. Zo luister ik naar bepaalde radioprogramma’s, zoals Radio Campus en een programma op Klara op zondagavond om acht uur, omdat ik weet dat ik daar nieuwe muziek zal horen.
S: Robert Wyatt
Hebt u veel vrije tijd en hoe brengt u die het liefst door:
A: Vrije tijd is abstract. Ik heb zelden niets te doen en in mijn hoofd blijf ik vaak bezig met mijn werk.
S: Ik schrijf mijn zoon in voor lessen zodat ik mijn boek kan meenemen en een uur op hem kan wachten en lezen.
Favoriete Belgische stad:
A: Elke stad heeft wel iets interessant. 
S: Brussel
Favoriete Europese stad:
A: Met Berlijn heb ik de grootste connectie.
S: Naar Venetië ga ik graag terug.
Actief of passief sportbeoefenaar? Welke sport?
A: Ik fiets soms naar het werk.
S: Wandelen en fietsen naar het werk en andere plaatsen: twee vliegen in één klap.
Favoriete andere website?
A: Ik volg het nieuws altijd, maar het kan heel afstompend worden om elke keer hetzelfde te zien dus ik heb graag af en toe iets anders.
S: De website van The New York Times

Deel dit artikel:
Onze partners