De Praatstoel: Fréderic Louis (Atelier Fréderic Louis)

Op welke eigen gerealiseerde projecten bent u het meest fier en waarom?

Woning ‘Mellinet’ omvat de verbouwing en uitbreiding van een prachtige rijwoning uit de jaren dertig, met art deco-stijlelementen in zowel het exterieur als het interieur. Bij de stripwerken ontdekten we dat een voormalige boog was dicht gemetst en dat de mooie, originele sierlijsten boven een vals plafond waren verstopt. Het zijn fijne momenten wanneer zo’n zaken worden ontdekt. Het interieur werd dus grondig onder handen genomen waarbij het terug zijn grandeur kreeg van weleer. Daarnaast werd er gespeeld met nieuwe elementen zoals de achterbouw die helemaal is opengetrokken naar de noordtuin waardoor er een vergroot binnen-buitengevoel ontstaat.

Het project ‘Reevijver’ is in mijn ogen een mooi voorbeeld van een verbouwing waarbij tegelijkertijd de typische elementen van de bungalowwoning worden uitgelicht en de verbondenheid met de tuin enorm wordt vergroot. Een nieuwe pergola-constructie vormt als het ware een tuinkamer en omarmt de bestaande leefruimte. De voormalige bakstenen buitengevel blijft behouden en onderscheidt én verbindt de leefruimte met de keuken. Naast het onderverdelen van deze ruimtes is de buitengevel ook de drager van het keukenwerkblad dat doorloopt van de keuken naar de tuinkamer.
 

Van welk project in uitvoering of in voorbereiding koestert u hoge verwachtingen?

Net voor de coronacrisis kochten mijn vrouw, die trouwens interieurarchitecte is, en ik een bungalowwoning. In deze woning zal ook mijn atelier een plek krijgen. Voor het ontwerp van de nieuwe verdieping lieten we ons inspireren door de nabijgelegen serres die langs een as bovenaan openplooien. Door op deze manier de verdieping vorm te geven, behouden we het karakter van deze typische jaren zeventig-woning. Iets waar we heel erg veel belang aan hechten. Dit project zal als visitekaartje fungeren. Vanzelfsprekend hebben wij hier hoge verwachtingen bij.
 

Welk project van een andere Belgische architect is voor u een schot in de roos?

Qua recente projecten is de verbouwing en renovatie van de Universiteitsbibliotheek en Boekentoren in Gent onder leiding van Robbrecht en Daem architecten voor mij een topper. Hoe het bijsturen van kleine en subtiele details in het originele ontwerp van Henry Van de Velde en het toevoegen van enkele nieuwe elementen, het totaalplaatje kunnen vervolledigen is echt knap.
 

Welke buitenlandse architecten vormen voor u een grote bron van inspiratie?

Veel Londense bureaus, waaronder Adam Khan Architects, McLaren.Excell en 31/44 Architects, slagen erin om met een heel specifieke affiniteit in materiaalgebruik en detaillering uiterst geslaagde projecten te realiseren, vaak binnen een dens stadsweefsel.
 

Wat zijn volgens u de meest geslaagde recente bouwprojecten in het buitenland?

De woning die Valerio Olgiati voor hem en zijn vrouw ontwierp aan de Portugese kust is een ingesloten oasis, te midden van weids uitgestrekte boomgaarden. Het straalt zowel eenzaamheid als onafhankelijkheid uit en lijkt me een fantastisch toevluchtsoord om even weg te zijn van de wereld.
 

Welke jonge architect in Vlaanderen maakt momenteel veel indruk op u?

De laatste jaren ontpoppen zich veel kleine, beloftevolle bureaus. Ondanks de beperkte realisaties merk je wel dat er steeds op een andere manier wordt omgegaan met architectuur en toch een rode draad gevolgd kan worden binnen de evoluties van het Vlaamse architectuurlandschap.
 

Wat vindt u zo boeiend aan uw job als architect? Zou u uw kinderen aanmoedigen om in uw voetsporen te treden?

Vooral de variatie in het vak blijft voor de nodige dynamiek zorgen en houdt alles zo interessant. Ik denk dat er weinig beroepen zijn die zo’n divers takenpakket omvatten, waardoor je als architect een soort jack of all trades wordt. Elke dag zijn er nieuwe uitdagingen. Daarnaast is het fijn om bij de ontwerp- en uitvoeringsfase je creatieve geest de vrije loop te laten en oplossingsgericht te denken. Elk project wordt op die manier ook anders aangepakt aangezien elke opdrachtgever andere vraagstukken met zich meebrengt.

Wij zullen sowieso onze toekomstige kinderen de liefde laten proeven die mijn vrouw en ik delen voor kunst, waaronder foto- en schilderkunst, kledingdesign en architectuur. Het is aan hen om te bepalen wat ze ermee zullen doen.
 

Welke ontmoeting is bepalend geweest voor uw verdere architecturale ontplooiing?

Mijn architecturale ontplooiing is vooral het gevolg van meerdere ontmoetingen en ervaringen tijdens mijn studies en stages. Van Ferdinand Schlich leerde ik bijvoorbeeld – op zijn geheel eigen manier – te tekenen met gevoel voor ruimte en licht. Iets wat tot op heden is blijven hangen. Tijdens mijn stage bij Wim Goes leerde ik dan weer oog te hebben voor detail en de discipline te hebben om zaken correct uit te tekenen en steeds te controleren. Je tekent namelijk iets uit dat de dag nadien écht zal worden gebouwd. Oog hebben voor materialiteit en hoe constructieve elementen een esthetisch en ruimtebepalend effect kunnen realiseren, ontdekte ik bij GRAUX & BAEYENS architecten. Daar merkte ik ook voor het eerst hoe sterk de visie en aanpak kan evolueren doorheen de jaren om steeds vernieuwend uit de hoek te blijven komen, zonder daarvoor het warm water opnieuw uit te vinden. Ten slotte staat mijn vrouw als interieurarchitecte altijd aan mijn zijde en zorgt zij continu voor nieuwe of extra inzichten tijdens het ontwerpproces. Op dat vlak vullen wij elkaar heel goed aan.
 

Herkent u zichzelf nog in de ambitieuze jonge student die u ooit zelf was? Komen droom en werkelijkheid sterk overeen?

De ambitie is er gelukkig nog steeds, al is het ideaalbeeld van de architect ondertussen danig bijgestuurd. In de opleiding staat het ontwerpen namelijk centraal, terwijl dit in de werkelijkheid slechts een fractie van het takenpakket is. Gelukkig is de rest niet per se minder boeiend!

Ik haal ook veel voldoening uit het verregaand uitwerken en detailleren van een project. Er kruipt veel meer tijd in, ook naar opvolging, maar zo’n kleine details kunnen soms de kers op de taart zijn in een project. Ik merkte ook snel dat architectuur maken en beleven zich niet beperkt tot het beroep, maar een alledaags iets is geworden. Door middel van fotografie ben ik namelijk ook onrechtstreeks bezig met architectuur, waardoor het iets wordt waarmee je opstaat en gaat slapen.

Faits divers
Welke job zou u nu uitoefenen als u geen architect was? Fotografie en fotokunst heeft me steeds sterk geboeid, dus de kans dat ik die richting zou zijn opgegaan, lijkt me wel groot.
Waar hebt u uw architectuuropleiding gevolgd? Op de Hogeschool voor Wetenschap & Kunst Sint-Lucas in Gent – welke in die periode bijna elk jaar een nieuwe naam kreeg toegediend door de ‘overname’ van KU Leuven.
Bij wie hebt u stage gelopen? Deels bij GDR-architecten bv in Gentbrugge, Wim Goes Architectuur en GRAUX & BAEYENS architecten in Gent.
Wat was de titel van uw eindwerk? Sport og Rekreation Center, Aarhus (Denemarken)
Favoriet architectuurboek: ‘Architecture - Form, space and order’ door Francis D.K. Ching is een boek dat ik er wel vaak bijhaal voor inspiratie. De vele handschetsen zijn ook fijn om te bestuderen en nieuwe zaken uit te proberen.
Favoriet tv-programma: Nu ben ik niet echt meer een frequent televisiekijker, maar in mijn tienerjaren keek ik heel vaak naar de documentaires van ‘Extreme Engineering’ op Discovery Channel en ‘Megastructures’ op National Geographic Channel. Dergelijke informatieve tv-programma’s kunnen mij blijven boeien.
Favoriete muziek: Mijn muzieksmaak en -voorkeur is zeer gevarieerd en evolueert continu, maar een vaste waarde blijft wel het werk van Hans Zimmer.
Hebt u veel vrije tijd en hoe brengt u die het liefst door: In betere tijden maken we graag tijd voor korte of langere cultuurreizen. Van dagenlang rondreizen met een gehuurde wagen in Turkije, Israël en de Palestijnse Gebieden… kan ik ontzettend genieten. Verder ben ik altijd wel op een of andere manier bezig met architectuur, al is het via fotografie of via het onderhouden van mijn architectuurblog Gentcement.
Favoriete Belgische stad: Gent is de stad waar ik door mijn schoolcarrière en werk een band mee heb opgebouwd. De ‘groene’ evolutie van het stadsbestuur door het invoeren van de voetgangerszone en veelbesproken ‘knips’ heeft een merkbaar verschil opgeleverd naar leefbaarheid.
Favoriete Europese stad: Venetië. Eenmaal je van de toeristische routes kan afwijken, is het een verademing om door de vele steegjes en over kleine bruggen te wandelen.
In welk land zou u het liefst geboren en opgegroeid zijn? Ik heb niet echt een nood om ergens anders te zijn opgegroeid, al zou een land of regio met een minder wispelturige temperatuur wel deugd kunnen doen. Ik denk dan aan de Frankrijk (Provence) of Portugal (Algarve).
Actief of passief sportbeoefenaar? Welke sport? Ik kan wel genieten van het woon-werkverkeer met de fiets.
Favoriete architectuursite? Afasia Archzine
Favoriete andere website? Feedly, voor het bijhouden van nieuwe artikels en (architectuur)projecten op diverse websites en blogs.