De Praatstoel: Jan Geysen (PUUR interieurarchitecten) (1)

Na zijn studententijd is interieurarchitect Jan Geysen nooit gestopt met bijleren. Hij gelooft in de meerwaarde van interieurarchitectuur, zetelde zes jaar in het ECIA, het Europees bestuur voor interieurarchitecten, en is meerdere jaren bestuurslid geweest van het AinB, de Belgische beroepsorganisatie voor interieurarchitecten. Als oprichter van PUUR interieurarchitecten wil hij met het bureau een voorbeeld zijn voor jonge interieurarchitecten. De nieuwe thuisbasis van PUUR interieurarchitecten is op 28 september overigens het decor voor het (gratis) webinar 'Kantoor van de Toekomst', georganiseerd door Redactiebureau Palindroom. Jan Geysen is die dag ook één van de sprekers.

In de rubriek De Bovenkamer wandelt intsite.be, met een vragenlijst onder de arm, rond in de bovenkamer van een interieurarchitect(e), designer of ontwerpbureau. Aan de beurt: Jan Geysen.

In dialoog met zijn klanten bedenkt PUUR interieurarchitecten een breed scala aan innovatieve interieurs waarin het concept en de functionaliteit hand in hand gaan en het eindresultaat een project is dat ook de opdrachtgevers omarmen.

Op welke eigen gerealiseerde projecten bent u het meest trots en waarom?
“Vroeger zou ik altijd het universiteitsrestaurant Lodewijk voor de Universiteit van Utrecht geantwoord hebben. Daar hebben we ook de ARC Interieurprijs mee gewonnen in 2012. Het was lang het beste project in het kantoor, want alles kwam er bij elkaar. Het was een monumentaal gebouw, namelijk het voormalige paleis van Lodewijk Napoleon. Daar hebben we kunstintegratie kunnen toepassen en maatwerkmeubilair gerealiseerd samen met Quinze & Milan. Het zijn prachtige ruimtes. Ons concept was om te werken met geïntegreerde kamers, terwijl je in de architectuur vaak alles een geheel wilt maken. De personeelsruimte hebben we bijvoorbeeld verplaatst zodat we een ronde vergaderzaal naast de patio konden realiseren. De bar is dan weer een lichtobject waar we het parket tot aan de lambrisering hebben doorgetrokken. De erkenning die we gekregen hebben voor dit project heeft het bureau echt goed gedaan.”

“Nu is een van onze meest bijzondere projecten Google in Brussel. Het is natuurlijk een indrukwekkend bedrijf en wat gingen wij daar als PUUR nog aan toevoegen? Ik geloofde wel dat de interieurs van Google nog meer volwassen konden worden. Die schommels en glijbanen die we allemaal kennen van de eerste kantoorinterieurs van Google was een manier voor hen om te experimenteren met wat een kantoor moet zijn. In hun nieuwe kantoor wilden we op een andere manier te werk gaan en hebben we met traditionele Belgische bouwmaterialen gewerkt. Zo hebben we een wand ontworpen met daarin het Google-logo opgebouwd uit bakstenen op hun kopse kant. Dat is een van de meest bijzondere aspecten van het project en daarvoor hebben we samen gemaakt met de robot van de firma ROBmade. We hebben ook golfplaten en terrazzo in verschillende kleuren gebruikt. Dat zijn ook verwijzingen naar typische Belgische bouwmaterialen. Google hecht ook veel belang aan het informele, wat de komende jaren zal doorbreken in kantoorinrichtingen. We hebben zelfs de wayfinding grafisch mee ontworpen samen met het bureau Today. Daarvoor is het lettertype van de NMBS gecombineerd met het plaklettertype van nachtwinkels en ook qua materialen combineren we bijvoorbeeld plexiglas met koper. Dat is dan weer de eclectische kant van België, waar je in het straatbeeld verschillende dingen door elkaar ziet. We hebben ook nog nooit zoveel kleur toegepast als bij in het Google project, maar op een manier die ons nog altijd ligt. Het was voor ons echt een uitdaging om met zo’n internationaal topbedrijf samen te werken en we hebben er dan ook als bureau enorm veel uit geleerd.”


Van welk project in uitvoering of voorbereiding koestert u hoge verwachtingen?
“Vooral de diversiteit in onze projecten is boeiend. We zijn momenteel bezig met heel veel leuke projecten die allemaal een tof aspect in zich hebben. Een voorbeeld daarvan is een advocatenbureau op het Zuid. Daar zijn we in een oud pakhuisgebouw met een inrichting bezig. We willen niet dat de bezoeker het gevoel krijgt van een kantoor. We willen net de sfeer van het oude pakhuis behouden door er vintage tafels en bureaus te plaatsen en een balie uit verweerd materiaal te ontwerpen. Zo komt het oude gebouw volledig tot zijn recht.”


Welk project van een andere Belgische interieurarchitect is voor u een schot in de roos?
“Ik vind dat het eigen kantoor van Arjaan De Feyter zeer geslaagd qua sfeer en materialisatie.”


Welke buitenlandse interieurarchitecten vormen voor u een grote bron van inspiratie?
“Ik heb OMA altijd al een heel interessant bureau gevonden. Het gaat mij niet zozeer om het radicale dat OMA doet, maar wel hoe ze programmatisch omgaan met de dingen. Dat is ook hoe wij willen werken, namelijk door vanuit het programma inspiratie te vinden, maar weliswaar niet zo extreem als OMA. Dat is volgens mij de juiste weg, want dan doe je altijd iets met een reden.”

“Ook de Zwitserse architectuur, zoals Herzog & de Meuron, vind ik heel inspirerend qua vormgeving. Ook Peter Zumthor heeft heel boeiende projecten. Zijn gebouwen zijn meer dan een gebouw. Ze hebben een ziel en een atmosfeer. Hij wordt niet voor niets de architect der architecten genoemd. In dat kielzog vind ik bijvoorbeeld Christian Kerez en Valerio Olgiati ook met een heel boeiend oeuvre bezig. Dat zijn architecten met hun eigen visie. Het is bij hen puur architectuur. En architecte Francesca Torzo heeft Z33, een van de boeiendste gebouwen die ik de laatste tijd heb gezien, ontworpen.”


Met welke materialen en/of technieken werkt u het liefst?
“Een Nederlandse architecte heeft ooit gezegd: “Er zijn geen lelijke materialen, alleen maar lelijke toepassingen.” Dat is een heel sterke quote en de Vlaamse architectuur is dat op dit moment honderd procent aan het toepassen. Als interieurarchitecten kunnen wij aantonen dat we op een verfijnde manier kunnen omgaan met bouwmaterialen. Door het hele verhaal rond duurzaamheid komen de materialen ook in een ander daglicht te staan. Op dat gebied proberen wij wel zo duurzaam mogelijk te zijn. Het is dan ook dankbaar  dat we ons eigen kantoor kantoor circulair hebben kunnen neerzetten zonder dat het een te ecologische groene look krijgt. De uitstraling blijft hedendaags. Esthetiek hoeft daar niet voor in te boeten.”


Welke jonge interieurarchitect(e)/designer in België maakt momenteel veel indruk op u?
“Doorzon interieurarchitecten heb ik altijd interessant gevonden. Hun aanpak is anders. Ze experimenteren met materialen, net zoals Maarten Van Severen deed, bij wie ze allebei gewerkt hebben. Hij deed dat op een heel experimentele manier en Doorzon interieurarchitecten hebben daar creatieve vrouwelijke touch aan gegeven.


Wat vindt u zo boeiend aan uw job als interieurarchitect? Zou u uw kinderen aanmoedigen om in uw voetsporen te treden?
“Ik ben in 1999 afgestudeerd en nu krijgt PUUR interieurarchitecten de boeiende opdrachten die je als student kreeg voorgeschoteld. Elk facet van onze job is boeiend, van een eerste gesprek met een opdrachtgever tot op de werf staan. Ik heb doorheen de jaren ook geïnvesteerd in mijn communicatie- en managementvaardigheden door cursussen te volgen, want je moet leren communiceren met klanten. De consument is goed geïnformeerd en wil een goed product krijgen, maar dat legt de lat hoog. We zien onszelf dan ook meer als een partner van onze opdrachtgevers.” “Wij willen niets neerleggen en een versterkend interieur ontwerpen voor onze klanten, maar bij hen zit alle kennis. Die weten wat ze willen, maar kunnen dat niet altijd communiceren. Daarom bespreken wij plannen, indelingen en opties met hen en ontstaat er een boeiende dialoog met een eindresultaat dat ze zelf omarmen. Dus hoe we nu werken, daar mogen mijn kinderen mee in stappen. Ik geloof niet alleen in wat wij doen, maar ik geloof ook in het belang van kwalitatieve interieurarchitectuur in het algemeen. Ik denk dat we binnen PUUR onze eigen weg hebben gevonden, die duidelijke meerwaarde.”


Welke ontmoeting is bepalend geweest voor uw verdere professionele ontplooiing?
“Ik ben bevriend geraakt met Harm Tilman, de voormalig hoofdredacteur van het architectuurplatform de Architect. In 2007 waren we genomineerd voor de LAI Prijs, wat daarna de ARC Award is geworden. Hij heeft mij twee jaar later gevraagd om een lezing te geven op de prijsuitreiking voor achthonderd mensen in Rotterdam. Het zijn mensen zoals Harm die jou bevestigen en de sprongen die je ermee kunt maken, worden onderschat.”

“Tijl Eyckerman, mijn docent architectuurgeschiedenis, stelde heel de tijd vragen, maar beantwoordde die nooit. Dat vond ik super frustrerend, pas achteraf besefte ik dat het bedoeld was om interesse op te wekken. Die honger en interesse naar architectuur zijn in mij gekropen. Als ik een gebouw binnenga, vraag ik mij dan ook af waarom bepaalde dingen zo gedaan zijn en als ik iets lees, wil ik weten wie iets bedacht heeft en wat die daarnaast nog allemaal ontworpen hebben. Zo zoek ik daar verschillende dingen over op. Eyckerman heeft mij echt geactiveerd om zo te denken. Ik ben na mijn studententijd dan ook nooit meer gestopt met informatie op te zoeken over ontwerpers.”


Herkent u zichzelf nog in de ambitieuze jonge student die u ooit zelf was? Komen droom en werkelijkheid sterk overeen?
“Ja, al blijft het tegenvallen hoe traag sommige dingen gaan. Het heeft bijvoorbeeld een cyclus van vijf jaar geduurd vooraleer we in dit nieuwe kantoor konden intrekken. Droom en werkelijkheid komen ook nog overeen. We doen dingen die je als student hoopt te kunnen doen. Er moet ook nog heel wat komen. De hospitality die interieurs in de horeca moeten uitstralen, komen ook naar kantoren. We gaan niet in de richting van hightech, cleane ruimtes, maar naar aangename, menselijke ruimtes die leuk zijn om in te vertoeven. In steden zoals New York en Singapore gaat het al allemaal in die richting en zetten ze al serieus in op de integratie van groen, maar op de Belgische markt kunnen we daar nog grote stappen in zetten. Soms heb ik het gevoel dat we nog in het begin van alles staan, zowel van PUUR als van wat we nog allemaal kunnen doen met interieurarchitectuur.”


Wat is het allereerste designobject dat u ooit aangeschaft heeft?
“Ik was op reis in Ethiopië met mijn vrouw en we hebben daar iemand bezocht die iets primitief brouwde in zijn achtertuin. Hij zat op een krukje met getande pootjes. Wij hebben er toen een redelijk bedrag voor gegeven, maar weinig in verhouding met wat we er hier voor zouden betalen bij Vitra bijvoorbeeld. Zo’n object is het echte ambachtelijke werk. De mest hing bij wijze van spreken nog aan de pootjes toen we het kochten. Wij geloven in klassiekers, maar het moet dus niet altijd echt design zijn.”


Wat is momenteel het belangrijkste designobject in uw interieur?
“Extra Wall van Living Divani is meer een zitlandschap dan een zitbank. Het leuke is dat er aan de achterkant van de zetel ook nog zitplekken zijn en dat je zo verschillende zitmogelijkheden hebt. De kinderen gebruiken de zetel als trampoline. Dat was onvoorzien, maar het is daardoor echt een levendig object, dat goed werkt voor mijn gezin zoals het nu is.”


No financial limits: wat is volgens u het ultieme designobject dat u meteen een plaatsje in uw interieur zou gunnen?
“Een aluminium tafel van Maarten Van Severen.”


Faits divers

Welke job zou u nu uitoefenen als u geen interieurarchitect(e)/designer was? Ik zou iets met mijn communicatievaardigheden willen doen waar de maatschappij beter wordt, bijvoorbeeld een change-maker duurzaamheid in de politiek.
Welke opleiding heeft u gevolgd en waar? Interieurarchitectuur aan het Henry van de Velde-Instituut (ondertussen is dat Universiteit Antwerpen geworden).
Bij wie heeft u stage gelopen? Bij Petra Blaisse van Inside Outside, Giovanni Scatorchia Architecten, contrast wooninrichters en IN bvba.
Wat was de titel van uw eindwerk? Industriële materialen in de architectuur.
Favoriet interieur/design-boek? Het prachtige en veel te dure, vierdelige boek van Peter Zumthor.
Favoriet ander boek? Biografieën
Favoriete film en tv programma? Tegenwoordig veel series: Succession, Homeland, Ozark …
Favoriete muziek? Van Depeche Mode en Moby tot de deephouse van Café D’anvers
Hebt u veel vrije tijd en hoe brengt u die het liefst door? Mijn vrije tijd is grotendeels gevuld met de kinderen, maar dat is een hele leuke tegenhanger voor het werk.
Favoriete Belgische stad? Ik vind Brussel een boeiende stad, want je kunt deze stad blijven ontdekken.
Favoriete Europese stad? Londen blijf ik heel boeiend vinden.
In welk land zou u het liefst geboren en opgegroeid zijn? Een Scandinavisch land of Zwitserland.
Actief of passief sportbeoefenaar? Welke sport? Actief, CrossFit.
Favoriete beroepsgerelateerde website? Dezeen
Favoriete andere website? Dat zijn eerder kranten, zoals De Tijd, De Morgen en NRC.

Deel dit artikel:
Onze partners