Vrienden en ingenieur-architecten Jos De Wolf, Pierre Holvoet, Bert Goetvinck en Jeroen Jonckheere richtten in 2014 na drie jaar eerdere samenwerking in Gent de bvba net architectuur op. Particuliere huizen, collectieve woningen, (semi-)openbare gebouwen tot niet te categoriseren programma’s: het valt allemaal binnen de brede actieradius van net architectuur. net is ongeacht programma, schaal of regio steeds zeer gedreven in de zoektocht naar intelligente oplossingen en resultaten. Met de sportinfrastructuur voor de Brugsche Rugby Club is net architectuur genomineerd voor een Belgian Building Award 2021 in de categorie Utility Building. Ook de voorbije jaren liet het jonge bureau zich al opmerken met een nominatie voor de Jo Crepain Prijzen in 2019 en een nominatie in de categorie Rookie of the Year van de Belgian Building Awards 2018.
Op welk eigen gerealiseerde projecten bent u het meest fier en waarom?
Jos: De herbestemming van een laatgotisch burgerhuis tot kangoeroewoning te Brugge. Een aantal zaken die bepalend zijn voor onze visie op architectuur komen er samen: wonen in de stad, verdichting, herbestemming, erfgoed, constructie als structurerend gegeven,… .
Pierre: Ons sociaal huisvestingsproject in Poperinge. Het is een project met een strikt ruimtelijk kader waarbij ook het budget sterk in het oog moest gehouden worden. Ondanks deze restricties werden ruime en kwalitatieve wooneenheden ontwikkeld aan de hand van een slimme schakeling van de entiteiten. Gecombineerd met centrale en bufferende technische- en circulatieruimtes is het resultaat een doorwaadbaar, compact en budgetvriendelijk geheel dat zich opent naar de buitenomgeving zonder afbreuk te doen aan de privacy van de bewoner.
Van welk project in uitvoering of in voorbereiding koestert u hoge verwachtingen?
Jos: De bouw van de lokalen voor de Brugsche Rugby Club. Een interessante opdracht op een prachtige plek en een ontwerp waar we heel enthousiast over zijn. Structuur, gevelontwerp, organisatie, beleving,… alles lijkt als een puzzel in elkaar te vallen. Ik kijk er al naar uit om boven in de bar met zicht op de velden en de mooie omgeving terug te kijken op een intensief en boeiend proces.
Pierre: Huisvestingsproject in de Kraankindersstraat te Gent. Een dense bouwvorm met een sterke beeldwaarde in onze thuisstad. Er wordt voorzien om de wooneenheden aan te sluiten op het warmtenet van de stad Gent. Het integreren van deze innoverende en duurzame verwarmingstechnologie in een woonproject kan als voorbeeld dienen voor gelijkaardige projecten.
Welk project van een andere Belgische architect is voor u een schot in de roos?
Pierre: ‘Institut d’éducation physique’ van Charles Vandenhove. De intrigerende en ogenschijnlijke eenvoudige vormgeving laat zich letterlijk lezen als een tempel van de sport.
Jos: Qua schot in de roos kan de mosterdfabriek van Dhooge & Meganck wel tellen.
Welke buitenlandse architecten vormen voor u een grote bron van inspiratie?
Pierre: Aldo van Eyck, Tadao Ando, Lina Bo Bardi, Pierre Chareau,… De rode draad is een architectuur met een sobere en gestructureerde vormgeving waarbij de maatschappelijke meerwaarde steeds aanwezig is.
Jos: Er zijn er natuurlijk heel wat maar bepaalde architecten zoals Lacaton & Vassal, Le Corbusier en Louis Khan zijn toch vaste waardes voor mij.
Wat zijn volgens u de meest geslaagde recente bouwprojecten in het buitenland?
Pierre: Misschien niet heel recent maar wel relevant is het ‘Institut du Monde Arabe’ in Parijs van Jean Nouvel. De perfecte integratie van technologie als gevelelement, en die tevens als een fijngevoelige kunstzinnige ingreep werkt, kan me volledig bekoren.
Jos: een beetje buiten de scope van ons bureau maar een project waar ik vaak naar terugkijk is het High Line Park in New York. Een vrij eenvoudig idee, met een zeer fijnmazige en genuanceerd uitwerking. En voor de bezoeker alvast een zeer aparte manier om de stad te beleven. Ik denk dat het project ook een enorme impact heeft, niet alleen op New York, maar ook als voorbeeld voor veel andere projecten wereldwijd.
Welke jonge architect in Vlaanderen maakt momenteel veel indruk op u?
Pierre: RAAMWERK slaagt er telkens in om met een eenvoudige vormgeving en een subtiel materialenpallet ruimtes te creëren die kracht en rust terzelfdertijd uitstralen.
Jos: B-ILD en Murmuur leerden we iets beter kennen bij onze deelname aan de Jo Crepain Prijzen en vond ik zeer indrukwekkend.
Wat vindt u zo boeiend aan uw job als architect? Zou u uw kinderen aanmoedigen om in uw voetsporen te treden?
Pierre: Het boeiende aan de job is dat hij veelzijdig is. Naast de typische onderdelen als ontwerpen en opvolgen van werken is ook het menselijk en maatschappelijk aspect van groot belang in onze architectuur. Mijn kinderen aanmoedigen in de een of andere richting zou ik persoonlijk niet doen. Dat ze net als ons hun eigen weg kunnen gaan, vind ik veel belangrijker.
Jos: Inderdaad, de breedte van ons werkveld en de spreidstand in schaalniveaus is zeer uitdagend en tegelijk wat ons beroep zo boeiend maakt. Maar het mooiste vind ik nog steeds het zien groeien van de gebouwen, zien hoe het detail waar je zo lang over nagedacht hebt keurig werd uitgevoerd, kijken door het nieuwe raam naar het welgemikte, netjes gekadreerde zicht. Dat is waar we het uiteindelijk toch voor doen.
Mijn dochtertjes zijn nog heel klein, en ik vermoed dat ons beroep net als veel alle andere beroepen tegen hun 18e verjaardag sterk veranderd zal zijn. Ik kijk dus nog even de kat uit de boom.
Welke ontmoeting is bepalend geweest voor uw verdere architecturale ontplooiing?
Pierre: Tijdens mijn stage bij Dehullu architecten heb ik op korte termijn enorm veel praktijkervaring opgedaan. Door de beperkte schaal van het bureau ben ik meteen op sleeptouw genomen in diverse projecten waar ik vrij meteen verantwoordelijkheid in mocht nemen. Daarnaast is de teamvorming van net architectuur heel bepalend geweest. Onze complementariteit, voortdurend overleg en diepgaand onderzoek in diverse materies zorgen voor een goed geoliede machine die geen uitdaging uit de weg gaat.
Jos: Het bouwen heb ik wel wat met de paplepel meegekregen via beide ouders en mijn grootvader. Als hulpje bij de bouw van het ouderlijke huis, als vakantiejob met mijn vader/ploegbaas op de werf en recenter ook samen bouwend aan mijn eigen huis. Aan de universiteit hadden we een paar sterke docenten met onder andere Tijl Vanmeirhaeghe, Bart Verschaffel en Tania Vandenbussche. Maar net als voor Pierre, was het meest bepalend wellicht de ontmoeting met mijn medestudenten en latere ‘partners in crime’ Bert, Pierre en Jeroen. We zijn er samen in gevlogen en leren nog elke dag van elkaar.
Herkent u zichzelf nog in de ambitieuze jonge student die u ooit zelf was? Komen droom en werkelijkheid sterk overeen?
Pierre: Student zijn we al even niet meer maar jong en ambitieus zijn we zeker nog steeds. Een goede voorbereiding en een realistische aanpak zorgen voor een rustige uitbouw van portfolio en bureau zonder dat je jezelf voorbij loopt. Daarnaast breng je als architect-ondernemer nu eenmaal ook dromen in werkelijkheid voor je klanten. De weg van de ene fase naar de andere is niet altijd even rooskleurig maar dit hoort er nu eenmaal bij. Belangrijk is om het einddoel en het resultaat niet uit het oog te verliezen.
Jos: Het beroep ligt mij persoonlijk beter dan de studie. Voor alle duidelijkheid: de studie was zeer interessant en ik denk dat we er zo goed als mogelijk voorbereid werden op het uiteindelijke vak. Alleen vind ik het beroep zoveel rijker door het contact met bouwheren, fabrikanten en aannemers en het concreet realiseren van de projecten. Daardoor denk ik dat ik eigenlijk alleen maar ambitieuzer geworden ben.
Faits divers
Welke job zou u nu uitoefenen als u geen architect was?
Pierre: uitvinder
Jos: ik ook!
Waar hebt u uw architectuuropleiding gevolgd?
Universiteit Gent
Bij wie hebt u stage gelopen?
Pierre: Dehullu architecten
Jos: Architecten Groep III
Wat was de titel van uw eindwerk?
Pierre: Ontwerp stedelijk wooncomplex aan het Achterdok, Gent
Jos: De impact van hyperperformante materialen: technische en ontwerpmatige analyse
Favoriet architectuurboek:
Pierre: ‘Het syndroom van verkavelingsvlaanderen’ van Filip Canfyn
Jos: ‘Delirious New York’ van Rem Koolhaas
Favoriet ander boek:
Pierre: ‘Mijn Tuin’ van Wim Lybaert
Jos: ‘1Q84’ van Haruki Murakami of ‘de renner’ van Tim Krabbé.
Favoriete film:
Jos: ‘Eternal Sunhine of the Spotless Mind’ van Michel Gondry
Pierre: ‘The Butterfly Effect’ van Eric Bress & J. Mackye Gruber
Favoriet tv-programma:
Pierre: ‘True Detective’ door Nic Pizzolatto
Jos: ‘Black Mirror’ door Charly Brooker
Favoriete muziek:
Pierre: Jazz, funk, als er maar blazers in voorkomen
Jos: The Velvet Underground, Sonic Youth, PJ Harvey,..
Hebt u veel vrije tijd en hoe brengt u die het liefst door?
Pierre: de vrije tijd die er nog is, breng ik graag met het gezin door. Ook in mijn moestuin kan ik tot rust komen.
Jos: fietsvakantie met het gezin of met vrienden.
Favoriete Belgische stad: Gent
Favoriete Europese stad:
Jos: Parijs
Pierre: Porto
In welk land zou u het liefst geboren en opgegroeid zijn?
Jos: Noorwegen
Pierre: Ik houd het bij België, surrealistisch en een tikkeltje absurd, meer moet dit niet zijn.
Actief of passief sportbeoefenaar? Welke sport?
Pierre: Rugby, de laatste jaren vooral passief
Jos: Wielrennen, zowel actief als passief.
Favoriete architectuursite?
Jos: Naast architectura.be volg ik lowtech, gentcement, skyskrapercity en Dezeen op de voet.
Pierre: oasejournal.nl
Favoriete andere website?
Jos: Google
Pierre: Wikipedia