Interieurarchitecte Lene Van Look werkte zeven jaar nauw samen met haar grote voorbeeld Gert Voorjans en twee jaar met Vincent Van Duysen. Nu verzorgt haar eigen kantoor de interieurs van Belgisch modeontwerper Dries Van Noten. Toch haalt ze nog steeds even veel voldoening uit het ontwerpen van huizen voor gezinnen. Daarbij breekt ze vaak uit, zodat het volledige plaatje klopt. Architectura dronk samen met haar een tasje koffie in haar bovenkamer.
In de rubriek De Bovenkamer wandelt architectura.be, met een vragenlijst onder de arm, rond in de bovenkamer van een interieurarchitect(e), designer of ontwerpbureau. Aan de beurt: Lene Van Look.
Op welke eigen gerealiseerde projecten bent u het meest trots en waarom?
“Dan ga ik voor project Molen. Dat houdt de renovatie en uitbreiding van een geklasseerde hoeve in. Ook project Fondatie, een volledige nieuwbouwwoning, staat in mijn top drie. In die twee projecten is de visie van het kantoor erg voelbaar, namelijk dat het warme water niet opnieuw dient uitgevonden te worden. Beide realisaties hebben een warm, hedendaags interieur gecombineerd met authentieke elementen.”
Van welk project in uitvoering of voorbereiding koestert u hoge verwachtingen?
“Het project ‘WAW’. Wij verzorgen de inrichting van een high end office in het voormalige AWW-gebouw in Antwerpen. Daarbij gebruiken we massief hout in stijl- en regelwerk, afgewerkt met hoogglanslak. De vloer krijgt een tapijt op maat.”
Welk project van een andere Belgische interieurarchitect is voor u een schot in de roos?
“Alle projecten van Gert Voorjans, voor wie ik zelf ik ook 7 jaar heb gewerkt. Net zoals ik maakt hij vaak ontwerpen voor gezinswoningen.”
Welke buitenlandse interieurarchitecten en designers vormen voor u een grote bron van inspiratie?
“De Engelse designer en binnenhuisarchitect David Hicks, vanwege de gebalanceerde sfeer in zijn ontwerpen en Andrée Putman die kiest voor uitgepuurde vormentaal. Ook Billy Baldwin inspireert mij met zijn eclectische stijl.”
Met welke materialen werkt u het liefst?
“Ik verkies natuurlijke materialen, zoals hout en natuursteen, vaak met een artistieke inslag. Ik merk ook dat mijn klanten daar naar grijpen.”
Wat vindt u zo boeiend aan uw job als interieurarchitecte?
“Het feit dat elk project anders is, zorgt ervoor dat mijn job interessant en uitdagend blijft. Telkens kom ik in contact met verschillende opdrachtgevers en uitvoerders. Ook het vertrouwen dat de klanten mij schenken ervaar ik als een ongelooflijk mooi gebaar.”
Welke ontmoeting is bepalend geweest voor uw verdere professionele ontplooiing?
“Meerdere ontmoetingen hebben een impact op mij gehad. Ik prijs me gelukkig dat ik met de juiste mensen in contact ben gekomen en veel kansen heb gekregen. Die heb ik dan ook met beide handen gegrepen. Ik heb ook wel hard moeten werken voor waar ik nu sta. Ik heb een hele tijd bij Gert Voorjans gewerkt. Daar heb ik op een zeker niveau geleerd te creëren met respect voor authentieke elementen. Bij Vincent Van Duysen kwam ik dan weer te weten hoe je vormgeving kan uitpuren in schrijnwerk bijvoorbeeld. Momenteel staat ik in voor de interieurs van Dries Van Noten, wiens passie, creativiteit en ambitie me nog elke dag blijven inspireren.”
Herkent u zichzelf nog in de ambitieuze jonge student die u ooit zelf was? Komen droom en werkelijkheid sterk overeen?
“Als student was ik altijd erg gedreven en gepassioneerd. Ik droomde niet van een eigen kantoor. Dat is eigenlijk natuurlijk gegroeid, zonder opgelegde ambities. Hoe dan ook ben ik erg trots op mezelf.”
Wat is het allereerste designobject dat u ooit aangeschaft heeft?
“Dat is een tulpenvaas uit de de Alvar Aalto Collection van Iittala. Ik geef wel toe dat ik objecten koop omwille van hun vormgeving en niet omdat ze ontworpen zijn door een designer.”
Wat is momenteel het belangrijkste object in uw interieur? Waarom?
“Een foto van Michel Vaerewijck, een fotograaf waarmee ik ben bevriend. Hij past hiervoor een zelfgemaakte, moderne versie van een 19e-eeuwse fototechniek toe, waarbij een direct en uniek positief beeld wordt gecreëerd. Die onmiddellijke beeldopname zorgt voor een sterkte verbinding tussen de kunstenaar, het object en het kunstwerk. Wat mij als toeschouwer zo intrigeert, is dat je de opgenomen energie bijna kan voelen.”
No financial limits: wat is volgens u het ultieme designobject dat u meteen een plaatsje in uw interieur zou gunnen?
“Aangezien ik niet materialistisch ben ingesteld, zou ik geen fortuinen uitgeven aan objecten. Moest ik mij alles kunnen veroorloven, zou ik eerder de wereld rondtrekken.”
Welke job zou u nu uitoefenen als u geen interieurarchitecte was? Architect
Welke opleiding heeft u gevolgd en waar? Interieurarchitectuur aan Sint-Lucas in Gent en Master of arts aan The Design Academy in Eindhoven
Wat was de titel van uw eindwerk? ‘All roads lead to Rome’
Favoriet interieurboek? Het inspirerende magazine World of Interiors
Favoriet ander boek? De kookboeken van Yotam Ottolenghi
Favoriete film? ‘Something's Gotta Give’ van Nancy Meyers
Favoriete muziek? Paul Simon en Tina Turner
Hebt u veel vrije tijd en hoe brengt u die het liefst door? De weinige vrije tijd die me door mijn job rest, spendeer ik liefst aan uitstapjes met vrienden en familie.
Favoriete Belgische stad? Gent
Favoriete Europese stad: Londen
In welk land zou u het liefst geboren en opgegroeid zijn? België
Actief of passief sportbeoefenaar? Welke sport? Onder het motto ‘een gezonde geest in een gezond lichaam’ doe ik tweemaal per week aan kracht- en conditietraining.
Favoriete beroeps gerelateerde website? The London List
Favoriete andere website? World of Interiors