Een wijze wetenschapper zei ooit: "Slechte testen bestaan niet. Meestal leer je zelfs meer van een mislukte test dan van een geslaagde test." Kort voor het brandinferno van Valencia ontaarde een van de brandtesten van Paulussen Houthandel ook in een brandinferno. In dit artikel deelt de fabrikant zijn visie over onbrandbaar hout.
Doorheen de jaren heeft Paulussen Houthandel honderden brandtesten in END USE uit laten voeren. Telkens werd één variabele veranderd om de impact te analyseren.
Met elke test die de fabrikant deed, werd de enorme hoeveelheid data en simpele kennis groter. Tegenwoordig kunnen we aan de hand van de houtsoort en het profiel zelfs voorspellen welke FIGRA en THR je zal bekomen in een brandtest. Opgelet: dit geldt enkel voor onbehandeld hout aangezien het stabiel en voorspelbaar is in zijn verloop in verbranding.
Hun kennis van hout als buitenste schil/gevelbekleding is ondertussen uitzonderlijk groot. De volgende stap was om alle achterliggende variabelen in kaart te brengen, achterlatten, plaatmaterialen, isolatiematerialen en doeken.
Omvergeblazen test
Tot in minuut 19 verkreeg de houthandel een stabiele brandreactieklasse B met sterke brandwaardes als een FIGRA van +- 70W/s (grenswaarde brandreactieklasse B - 120W/s) en een THR600 van 6,33 MJ (grenswaarde brandreactieklasse B 7,5 MJ). Plots ontaarde deze schijnbaar perfecte brandtest in een brandinferno. Deze specifieke opbouw zorgde ervoor dat de verschillende materialen een enorme impact op elkaar hadden en tijdens een enorme, exponentiële groei werd de brandtest abrupt op +-350kW stopgezet.
De woorden van een wijze wetenschapper: "Slechte testen bestaan niet. Meestal leer je zelfs meer van een mislukte test van van een geslaagde test." Als een test faalt, is het dus essentieel om te begrijpen waarom deze gefaald is.
Deze test was een uitzonderlijke test om veel bij te leren. Stralingswarmte werd weerkaatst (niet geabsorbeerd). De weerkaatsing zorgde voor een dubbelzijdige aanval op de schil. 'Onbrandbaar' geachte materialen bereikten hun 'tipping point'. De enorme energie/branduitbreiding bevond zich in de spouw en de gesloten schil zorgde ervoor dat ze niet te blussen was.
Conclusie
De opbouw lijkt volgens Paulussen Houthandel de schuldige te zijn. Het ene materiaal heeft een impact op het andere gehad, wat tot een brandinferno leidde.
Volgens de fabrikant moeten we afstappen om een brandreactieklasse aan een product te koppelen. Daarnaast moeten we ook termen zoals onbrandbaar vermijden. In een gevelopbouw waarbij het ene materiaal invloed heeft op het andere wordt er immers niet veel meer onbrandbaar. Het vermelden van deze termen brengt alleen maar onnodige risico's met zich mee bij mensen zonder kennis van zake.
Bovenstaande brandtest haalt als buitenste schil (gevelbekleding) heel vlot een brandreactieklasse B. Als de foute achterbouw toegevoegd wordt, ontaard het in een onblusbaar brandinferno. Het is dringend tijd om enkel nog producten toe te laten die de hele gevelopbouw in END USE geclassificeerd zijn, zowel brandreactieklasse B, C én D. Een product dat niet in END USE succesvol getest is, geeft geen enkele garantie naar brandreactieklasse. Een product moet volledig in zijn toepassingsgebied in kaart gebracht worden. Dit wil dus zeggen in 'END USE' waarbij achterconstructie en andere zaken ook mee getest wordt.