Aarschot is een stad in volle ontwikkeling. Met ‘De Torens’ krijgt de Parel van het Hageland er alweer een prachtige nieuwe wijk bij. Op de voormalige fabriekssite van wijnbottelarij Geens, gelegen tussen de Leuvensesteenweg en de achterliggende Sint-Niklaasberg met de historische Orleanstoren, verrijzen tegen 2024 in totaal 249 appartementen en 8000 m² kantoor- en commerciële ruimte. Deze mix van wonen, werken en winkelen wordt aangevuld met een ruime ondergrondse parking, kwalitatieve publieke ruimte en een fraai landschapspark. Het ontwerp is van de hand van a2o architecten, het Britse DRDH Architects en het Italiaanse C+S Architects.
Toen wijnhandelaar en -bottelarij Geens Benelux in 2007 failliet ging, bleven de bijbehorende fabrieksgebouwen verweesd achter. Stad Aarschot greep deze opportuniteit aan om ze te slopen en plaats te creëren voor een nieuwe ontwikkeling van 63.500 m², die de link legt tussen het gezellige centrum en de glooiende Hagelandse heuvels. Dit bood meteen ook de gelegenheid om de omgeving van de aanpalende Bonewijk op te knappen en de middeleeuwse Orleanstoren opnieuw in de kijker te plaatsen. Deze beschermde toren op de Sint-Niklaasberg is een van de weinige overblijfselen van de veertiende-eeuwse stadsomwalling, maar werd in het verleden deels aan het oog onttrokken. Dankzij een fraai nieuwbouwproject, dat geheel toepasselijk werd omgedoopt tot ‘De Torens’, zal de historische vestenstructuur van Aarschot opnieuw zichtbaar worden en zullen stad en landschap eindelijk weer één geheel vormen.
Vijf projectzones
De realisatie van ‘De Torens’ kadert in een strategisch masterplan van Stad Aarschot, dat destijds werd opgesteld door architecten de vylder vinck taillieu en het Londense bureau DRDH Architects. Om de stad aantrekkelijker te maken voor jong en oud, baseerden ze zich op drie cruciale ankerpunten: de Demer, de spoorweg en de stadsomwalling. Na ’’s Hertogenmolens en Amer’ en ‘Aarschot op Sporen’ is ‘De Torens’ het derde grootschalige stadsvernieuwingsproject dat binnen deze stedenbouwkundige demarche past. Het moest dan ook meer zijn dan ‘blokjes met platte daken’ die vrij op het brownfield werden ingeplant. Onder de auspiciën van de gerenommeerde projectontwikkelaar Dyls werd de site opgedeeld in vijf zones met een ruime variatie aan woontypologieën – van startersflats tot luxueuze villa-appartementen met een, twee of drie slaapkamers en oppervlaktes van 65 tot 232 m². Deze worden aangevuld met kantoorruimtes voor zelfstandigen en commerciële cascoruimtes met oppervlaktes van 100 tot 1500 m², die geschikt zijn voor klein- en grootschalige diensten, handelszaken en horeca-activiteiten. Het architecturale luik werd toevertrouwd aan een internationaal team van topontwerpers: a2o architecten, DRDH Architects en het Italiaanse C+S Architects.
Eenheid in verscheidenheid
Elke projectzone bestaat uit meerdere gebouwen die worden opgetrokken in eenzelfde stijl, onder het motto van eenheid in verscheidenheid. De doordachte materiaalkeuze is opgevat als een subtiele architecturale knipoog naar de historische context en de karakteristieke omgeving. Waar ‘Zagros’ gekenmerkt wordt door daken en gevels in donker antraciet, speels houten schrijnwerk en mooie inpandige terrassen met glazen borstweringen, valt ‘Nevis’ op met zijn genuanceerde baksteenfaçades. Centraal op de site vormen de vijf zwevende baksteenvolumes en de overdekte winkelboulevard van ‘Elias’ het dynamische hart van ‘De Torens’. Ze worden geflankeerd door ‘Andes’, waarvan de gebouwen een iets soberdere uitstraling hebben en gegroepeerd zijn rond een gemeenschappelijke tuin. Helemaal achteraan is er ‘Elbrus’, dat met zijn witgrijze look mooi contrasteert langs de groene heuvel, inclusief penthouses die over een privaat dakterras met zwembad beschikken. Opvallend is dat het aantal bouwlagen is afgestemd op de omliggende bebouwing – lees: minder hoog aan de zijde van de Leuvensesteenweg en hoger naar de achterkant van de site toe – en dat op ‘Elbrus’ na alle gebouwen voorzien zijn van hellende daken, zodat ze qua look-and-feel naadloos aansluiten bij het bestaande stadsweefsel.
Groen en autovrij
Een ander aspect dat deze nieuwe wijk uniek maakt, is dat ze volledig autovrij is. De ruime terrassen van de woonvolumes en de grote etalages van de commerciële ruimtes omzomen een gezellig binnenplein, terwijl bewoners, bezoekers en klanten hun wagens kunnen stallen in een ondergrondse parking van 25.000 m². Daarnaast worden er allerlei groenzones, speelruimtes en doorsteken gecreëerd die de verschillende projectzones met elkaar verbinden, op basis van de omgevingsaanleg van BuroLandschap, dat de oorspronkelijke valleihelling in ere zal herstellen. Met een plukboerderij en volkstuinproject zal het gebied rond de Orleanstoren bovendien uitgroeien tot de ‘stadstuin’ van Aarschot. Een zuinig collectief energiesysteem met warmtepompen, vloerverwarming en zonnepanelen zorgt ervoor dat het project ook hoge ogen gooit op het vlak van duurzaamheid. Het mag duidelijk zijn: dit is een realisatie waarmee Aarschot zich meer dan ooit zal kunnen profileren als een stad met een rijk verleden en een duidelijke toekomstvisie.