Nog voor de eerste steen gelegd is, staat nu al vast dat de vernieuwde Boerentoren het meest besproken bouwwerk wordt van het decennium. De kroon die Libeskind erop wil plaatsen zal hevige voor- en tegenreacties uitlokken. Maar hoe kwam Fernand Huts van Katoennatie uit bij Libeskind? Architectura legde zijn oor te luisteren bij Frederik Jacobs van CONIX RDBM Architects dat als eerste met het idee kwam om er een museum van te maken. Toen was er evenwel nog geen mecenas gespot.
Toen ION zijn oog liet vallen op de iconische Boerentoren vroeg het aan CONIX RDBM Architects om samen met stedenbouwkundig bureau LiPS na te denken over een mogelijk toekomstscenario voor de toren. Zij kwamen op de proppen met het idee om van de toren een cultuurtoren te maken. Hun ontwerp oogde veel discreter en introverter dan het ontwerp van Libeskind. Behalve een extra liftkoker aan de buitenkant werd uit respect voor de erfgoedwaarde van het oorspronkelijk gebouw en de uitbreidingen van Stynen nagenoeg niets veranderd aan de buitenkant. Wel werd in de voormalige waterreservoir een duplex ruimte gecreëerd met panoramisch 360° zicht op Antwerpen en de Schelde. Andere opmerkelijke ingreep was een nieuwe koepel, een ontwerp van Ney & Partners, die het daglicht zou brengen tot in de ondergrondse Boerenmarkt. Verder werd net zoals het MULTI-project in Brussel, een ander project van CONIX RDBM Architects, de lat inzake circulariteit zo hoog mogelijk gelegd.
"Hoewel ik niet echt een liefhebber ben van het werk van Libeskind, begrijp ik wel dat het voor de stad een toegevoegde waarde kan zijn om op een dergelijk iconisch gebouw een grote internationale naam uit de architectuurwereld los te laten."
Omwille van de culturele invulling die CONIX RDBM Architects voor ogen had, leek het ION een goed idee om Fernand Huts ook bij het project te betrekken die daar inderdaad voor open stond. Nadat ION en Katoen Natie hun zegen kregen van de Stad Antwerpen om op basis van het toekomstscenario van het ontwerpteam rond CONIX RDBM Architects en LiPS het gebouw aan te kopen, ging Fernand Huts samen met ION op zoek naar een grote internationale naam om zijn nieuwe droom vorm te geven. Hij organiseerde zijn eigen internationale wedstrijd en klopte aan bij tientallen gereputeerde internationale architecten. Uiteindelijk was Fernand Huts het meest gecharmeerd door de architectuur van Daniel Libeskind.
Als we Frederik Jacobs vragen wat hij van het ontwerp vindt, wikt en weegt hij zijn woorden. “Hoewel ik niet echt een liefhebber ben van het werk van Libeskind, begrijp ik wel dat het voor de stad een toegevoegde waarde kan zijn om op een dergelijk iconisch gebouw een grote internationale naam uit de architectuurwereld los te laten. Als je de skyline vanuit Linkeroever bekijkt, vind ik het ontwerp wel mooi. Maar vanuit de binnenstad gezien oogt het wel erg extrovert. Dat Fernand Huts het debat opent én zo’n Cadeau aan de Antwerpenaren geeft kan ik wel erg appreciëren.”