PIR is een zeer kwalitatief isolatiemateriaal, toch botst het materiaal soms op scepticisme. UNILIN Insulation legt uit dat de feiten bewijzen dat het vaak om vooroordelen gaat.
Het kunststofschuim polyisocyanuraat (PIR) valt net als polyurethaan (PUR) onder de paraplu van PU-isolatie. In vergelijking met PUR kan PIR een nóg hogere isolatiewaarde voorleggen. En dankzij een sterkere fysicochemische verbinding presteert het materiaal ook beter op vlak van brandveiligheid. Zowel voor het dak, de muren als de vloer zijn PIR-isolatieplaten ideaal. Toch doen er bepaalde claims de ronde die het materiaal onterecht in diskrediet brengen.
'Pir behoudt zijn isolerende waarde niet'
De isolatiewaarde (lambdawaarde) die UNILIN Insulation telkens meegeeft, is de gedeclareerde isolatiewaarde. Dat is de gemiddelde waarde gedurende een periode van 25 jaar. Bij PIR gaat het om amper 0,022 W/mK, waarmee het andere producten ver achter zich laat. En ook na die termijn blijft het overigens bijzonder betrouwbaar: in normale omstandigheden gaat PIR even lang of langer mee dan de woning of het gebouw. Bij veel renovatieprojecten blijven de PIR-platen zelfs gewoon liggen. Want na-isolatie is vaak meer dan voldoende om de strenge wettelijke eisen te volgen. Het is dus niet alleen een van de meest performante isolatiematerialen, je kan er ook op rekenen dat de sterke prestaties decennialang behouden blijven. En de vorm van het stevige, drukvaste materiaal verandert nooit.
'Pir is duur'
PIR-platen zijn iets duurder dan andere isolatiematerialen, maar het is het globale (kosten)plaatje dat telt. De uitstekende isolatiewaarde van PIR geeft je de kans om slanker te isoleren: met een waarde van 0,022 W/mK haal je zelfs aan een beperkte isolatiedikte een zeer hoog rendement. Daardoor ligt de benodigde hoeveelheid isolatiemateriaal een stuk lager. Om met rotswol (0,037 W/mK) een warmteweerstand (R-waarde) van 4,5 m2K/W te bereiken, heb je bijvoorbeeld een isolatielaag van wel 17 centimeter dik nodig, terwijl met PIR 10 centimeter al volstaat. Bovendien gaat het om een eenvoudige en snelle plaatsing, die meestal geen dure bouwconstructies vergt. Neem daarbij nog de lange levensduur en het lagere energieverbruik van de eindklant. Dan is het duidelijk dat investeren in PIR loont.
'PIR is goed voor grote oppervlakten, maar niet voor kleine kantjes'
De PIR-platen zijn perfect geschikt om grote oppervlakten te isoleren. Dat is zeer nuttig met het oog op het creëren van een sterke isolatieschil en het vermijden van koudebruggen. Uiteraard zijn ook de details belangrijk, maar met de juiste producten vormen ook de hoekjes en kantjes geen enkel probleem. Speciaal daarvoor is er Uniflex, gemakkelijk aan te brengen met een PU-pistool. En met Unitape plak je de naden tussen de platen doeltreffend af.
'Pir is schadelijk voor de mens'
De platen zijn niet schadelijk, niet voor het milieu, noch voor de mens. Ze beantwoorden aan strenge kwaliteitsnormen en scoren in dat kader zelfs beter dan sommige natuurlijke isolatiematerialen. Na het afronden van het productieproces kunnen de grondstoffen niet meer vrijkomen. En ook na verloop van tijd of in zeer vochtige omstandigheden komt daar geen verandering in. Met dank aan onder meer de hoge dichtheid van het materiaal. Een brand levert evenmin bijkomende risico’s op: bij de verbranding van pakweg hout of textiel komen precies dezelfde stoffen vrij. In een brand gebeurt dat trouwens eerder, want de isolatie is veilig ingekapseld in de gebouwschil.
'Pir is slecht voor het milieu'
Naast het feit dat PIR geen schadelijke stof is, doet UNILIN Insulation er alles aan om duurzaam te werken. Onder meer door groene stroom te gebruiken in hun fabrieken. Vandaag is al 59% van de energie die UNILIN Insulation aanwendt (binnen de Unilin groep) hernieuwbaar. Het productieproces tegen 2030 volkomen CO2-neutraal maken, is het streefdoel. Hoe dan ook weegt de vereiste energie voor de fabricage van de PIR-platen niet op tegen de enorme energiebesparing die je met het product realiseert. Omdat PIR-platen zo’n kwalitatief en efficiënt isolatiemateriaal zijn, is de impact van het transport en de uitvoering bovendien gering. Ook werken ze eraan om de producten uit de PU-familie tegen 2030 volledig recycleerbaar te maken.
'Elk isolatiemateriaal is hetzelfde'
Het feit dat er op vlak van prestaties, dichtheid en prijskaartje afgetekende verschillen bestaan tussen de materialen, ontkracht deze opvatting meteen. Qua isolatie- of lambdawaarde zijn de verschillen bijvoorbeeld erg groot. Terwijl het bij PIR om amper 0,022 W/mK gaat (en bij PIR Premium zelfs om 0,020 W/mK), situeren de isolatiewaarden van XPS, rotswol, EPS en cellulose zich tussen 0,034 en 0,040 W/mK. Hoe lager dat cijfer, hoe hoger de R-waarde. Met PIR kan je dan ook geweldige resultaten boeken aan een beperkte isolatiedikte.
De verschillende soorten isolatiematerialen hebben dus helemaal niet dezelfde karakteristieken, integendeel. Dat PIR vaak als winnaar uit de bus komt in de zoektocht naar een geschikte oplossing en bij het vergelijken van de opties, is een claim die níét kan worden ontkracht.