De watersilo van Beersel stond al bij de start van de Dag van De Architectuur vol met bezoekers. Het ontwerp van T.H.V. BEL! - studiebureau Weinand, een betonnen constructie in het weidse landschap ten zuiden van Brussel, sprak dan ook tot de verbeelding.
Vanop het dak van de watertoren hadden de aanwezigen immers een prachtig zicht over Brussel en het Zoniënwoud. Architect Tom Louwette van BEL Architecten gaf er tegelijk aan de bezoekers. “We hebben deze toren ontworpen met drie zijden in plaats van vier. Zo is er geen enkele zijde waar de zon nooit op schijnt, en krijg je doorheen de dag een steeds wisselend lichteffect. Om de waterdruk te weerstaan, hebben we op het midden van elke zijde een ribbe voorzien, en die zijn onderaan met elkaar verbonden.”
Er is geen controleruimte in de toren, maar wel een pompkamer aan de zijkant. Die pompen zijn enkel nodig als er iets mis is met de druk en in se wordt het reservoir gevuld door druk uit het net. “Bovenaan ligt er in het midden ook een toezichtluik, waarlangs specialisten de waterkwaliteit kunnen testen. De rest van de constructie is echter tot de nok met water gevuld,” zei Louwette.
De toren bestaan uit ter plaatste gestort gewapend zichtbeton, gebouwd met een klimbekisting. Het geheel rust zoals een wijnglas op een voet, met een hexagonale funderingszool die de krachten op de bodem overdraagt. Alle leidingen, installaties, trappen en antennes zijn ten slotte zichtbaar aan de buitenkant van het gebouw aangebracht. De zichtbare toegang zorgt voor sociale controle, en de verschillende elementen nuanceren de monumentaliteit en geven een schaal aan het gebouw.