DENC-STUDIO, BLAF en Volt voltooien uniek reconversieproject De Vakschool in Sint-Niklaas

Veertien jaar na de sluiting van de vakschool VTS is op dezelfde site in Sint-Niklaas een kernversterkend project ingehuldigd. De voormalige schoolsite herbergt vandaag 61 woongelegenheden, de Stedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans én een uitbreiding van de Schouwburg. De speelplaatsen zijn omgevormd tot drie groene buurtpleinen opgehangen aan een belangrijke doorsteek voor fietsers en voetgangers. Het reconversieproject in opdracht van de publieke partners komt van de tekentafel van DENC-STUDIO, Volt Architecten en BLAF architecten, naar een masterplan van NERO

Reconversie

De VTS-site was meer dan 100 jaar een vak- en technische school, na een vorig leven als textielfabriek in de 19de eeuw. Na een periode van beperkt gebruik, sloot de school definitief de deuren in juni 2008. Omwille van de cultuurhistorische waarde, de strategische ligging en de nabijheid van de cultuursite, nam de stad Sint-Niklaas in samenwerking met de POD Maatschappelijke Integratie en Interwaas het initiatief voor de verwerving van de site en de opmaak van een masterplan.

De VTS vormt een boeiende, gelaagde erfgoedsite binnen de stadskern van Sint-Niklaas. De site heeft in de loop van de laatste eeuwen waardevolle restanten nagelaten, die niet enkel getuigen van de ruimtelijke maar ook economische, industriële en socio-culturele ontwikkelingen in de stad. Er werd resoluut gekozen voor het behoud van alle waardevolle gebouwen op de site.

Op basis van een masterplan, voorafgaand opgemaakt door NERO, werden de diverse gebouwen toegewezen aan de diverse projectpartners. Voor de renovatie, restauratie en omvorming van de bestaande gebouwen in opdracht van de publieke partners werd eind 2013 het ontwerpteam DENC-STUDIO/BLAF/VOLT aangesteld. De architectuur van de private delen was in handen van Bart Dehaene.


Ontpit

De bestaande VTS-site werd gekenmerkt door een veelheid aan gebouwen, in sequentie geschakeld rond enkele speelplaatsen. De architectuur was het resultaat van de sprongsgewijze groei van de textielfabriek en technische school. Oorspronkelijke bouwstijl en ad hoc-oplossingen vulden elkaar aan. Ruimte werd gecreëerd door de afbraak van minderwaardige gebouwen. De nieuwe footprint is kleiner dan de bestaande.

Het architectenteam stelde voor een tweede netwerk toe te voegen, door het samenbrengen van de interne circulatie van diverse gebouwen in één samenhangend systeem. Ter hoogte van beschermde gebouwen en gevels is het netwerk naar binnen gebracht; bij de overige gebouwen is de circulatie veruitwendigd. Een consequente materialisatie trekt doorheen de verscheidenheid aan gebouwen een leesbare ‘rode draad’.

Vanuit de knooppunten wordt uitzicht geboden op de drie pleinen en de stedelijke omgeving. Een zekere overmaat maakt plaats voor ongedwongen ontmoetingen en sociale cohesie.


Diversiteit aan huisvesting

De site realiseert een diversiteit aan wooneenheden, gespreid over verschillende doelgroepen. We onderscheiden grondgebonden rijwoningen, appartementen en duplexen; huur versus koop; marktconform al over bescheiden tot sociaal.
De uitgewerkte typologieën bestaan bij gratie van herkenbaarheid. De bewoners en bezoekers weten spontaan verbanden te leggen tussen de ruimtelijke omgeving en het gebruik ervan. Het eindresultaat is voor eenieder vlot leesbaar.

In het ‘Loftgebouw’ en boven de collectieve atelier- en workshopruimtes van het scharniergebouw vinden we bescheiden koopwoningen. Het als monument geklasseerde Fabrieksgebouw werd, voor de Waase LandMaatschappij WLM, gerestaureerd tot sociale koopwoningen.

De binnengebieden worden geflankeerd door duidelijk afleesbare, archetypische bouwvolumes, zonder nog al te veel exuberante “gebaren” of uitbouwsels. De bestaande statige gevels bepalen in belangrijke mate het karakter en aanvoelen van de binnengebieden. De diversiteit binnen het reeds aanwezige materialen- en kleurenpallet is genuanceerd.

Ook de nieuwbouw sociale huisvesting voor de Sint-Niklase Maatschappij voor de Huisvesting SNMH schrijft zich in deze structurerende context in door wederom duidelijk leesbare, eenvoudige, bakstenen volumes aan te reiken. Eenvoud vormt de sterkte. Er wordt niet gestreefd naar breuken, maar wel naar verschillen/contrasten/nuances.


Culturele collectiviteit

De Stedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans werd uitgebreid en de Stadssschouwburg kreeg atelier- en workshopruimtes in de plint van het scharniergebouw. De culturele collectiviteit injecteert levendigheid.

Bron: DENC-STUDIO
Deel dit artikel:
Met medewerking van
Onze partners