“Denk na over passieve brandveiligheid tijdens de beginfase van een ontwerp”

Waar ligt de focus inzake brandveiligheid voor industriegebouwen, wat zijn de verschillen tussen België en Nederland en welke rol speelt bijlage 6 van het koninklijk besluit ‘Basisnormen brandveiligheid’? Deze en andere topics komen aan bod tijdens het gratis webinar ‘passieve brandveiligheid’ van Kingspan Geïsoleerde Panelen. Brandexperts Liesbeth Jacobs (Firesa) en Roy Weghorst (Kingspan) bezorgen je alle informatie die je nodig hebt voor de brandveiligheid van een gebouw. Het webinar wordt uitgezonden op woensdag 31 mei van 11.00 tot 11.45, inschrijven doe je hier!

Op 15 april 2019 overheerste één item het wereldnieuws: de verwoestende brand in de Notre-Dame in Parijs. Brand heeft impact, dat is wel duidelijk. En dat branden uitbreken zullen we helaas nooit kunnen vermijden, maar we moeten sterk blijven inzetten op veiligheid voor mensen en risicobeperking voor de gebouweigenaar door middel van onder meer passieve brandveiligheidsmaatregelen.

Maar wat houdt passieve brandveiligheid juist in? Roy Weghorst, Head of Regulatory Affairs-Fire bij Kingspan, legt uit. “Passieve brandveiligheid omhelst alle maatregelen in een gebouw aanwezig die continu actief zijn. Denk aan een brandwand, een brandveilige afwerking van een doorvoer of een brandwerende deur die altijd dicht is. Sprinklerinstallaties of rookwarmteafvoer zijn dan weer vormen van actieve brandveiligheid.  Maar er zijn ook raakvlakken: een brandwerende deur die pas dicht gaat in geval van brand, is een vorm van passief-actieve brandveiligheid.”

 

STRENG GEREGLEMENTEERD WETGEVEND KADER

Brandexperte Liesbeth Jacobs staat bouwheren en architecten bij op het vlak van brandveiligheid met haar adviesbureau Firesa. “Vanaf de eerste ontwerplijn op papier tot de omgevingsvergunningaanvraag formulieren we raad waar nodig en checken we of alles overeenkomstig de wetgeving is.”

Bijlage 6 van het koninklijk besluit ‘Basisnormen’ focust specifiek op industriebouw. “De bijlage werd gepubliceerd in 2009,” legt Liesbeth Jacobs uit, “en is dus van tel voor industriegebouwen met bouwjaar 2009 of jonger. Afhankelijk van de brandlast wordt er gewerkt met klassen A, B of C. Hoe hoger de brandlast in het gebouw, hoe hoger de eisen zullen zijn op het gebied van brandveiligheid. Kortom: een streng gereglementeerd wetgevend kader. ”

 

BOEIENDE MATERIE

Liesbeth Jacobs zag de regelgeving doorheen de jaren evolueren met extra focus op de veiligheid van mensen. “De bouwheer of de verzekeraar kijkt op een andere manier naar brandveiligheid. Zij vinden het belangrijk dat een industriegebouw een bepaalde brandveiligheid met zich meebrengt. Een brandveilig gebouw maken is niet moeilijk, want meestal zorgen de personen in het gebouw voor een brand. Dat gebeurde onder andere ook bij de Notre-Dame in Parijs. Er werden namelijk werken aan het gebouw uitgevoerd waardoor er brand ontstond. Hoe kijken we nu op de juiste manier naar de regelgeving? Hoe implementeren we deze regels? Dat maakt de materie zo interessant.”

 

BRANDLAST

Bijlage 6 legt ook een duidelijke relatie tussen de brandklasse en de grootte en aard van een gebouw, stelt Roy Weghorst. “De werkzaamheden die plaatsvinden in een gebouw, zijn van groot belang. Metaal bijvoorbeeld is geen grote brandlast. Een metaalbewerkingsbedrijf mag daardoor een groter gebouw neerzetten, dan iemand die actief is in de verpakkingsbranche waar vaak met karton gewerkt wordt. Installeer je juiste actieve brandveiligheid, zoals een goede sprinklerinstallatie? Dan mag je zes keer zo groot bouwen.”

 

BRANDVEILIGHEIDSATTESTEN VOOR INDUSTRIEGEBOUWEN

Liesbeth Jacobs betreurt als experte dat er, in tegenstelling tot bij rusthuizen of hotels, geen brandveiligheidsattesten bestaan met score A, B of C voor industriebouw. “Dergelijke attesten zouden een praktische tool vormen om de uitvoering van brandveiligheidsmaatregelen te valideren. Score A wil zeggen dat de maatregelen goed uitgevoerd zijn, met score C is er nog werk aan de winkel. Helaas bestaan dergelijke attesten nog niet voor industriegebouwen, maar weten hoe goed je gebouw bestand is tegen brandrisico's is wel van belang voor de gebouweigenaar”

 

JAARLIJKSE CONTROLE

Er heersen er nog heel wat misverstanden inzake passieve brandveiligheid in de bouwsector. “Veel mensen denken dat onderhoud van passieve brandveiligheidselementen niet nodig is”, stelt Liesbeth Jacobs. “Dergelijke elementen blijven na installatie hun functie vervullen. Niets is minder waar. Als je een opening maakt in een compartimentering, dan is die wand niet langer brandwerend. Een jaarlijkse controle is daarom van belang.” Roy Weghorst benadrukt daarbij het belang van een logboek. “Dit document heeft twee functies: het fungeert als onderhoudsgeschiedenis, maar dient ook als verzameling van alle passieve brandveiligheidsmaatregelen want vaak verliest men het overzicht. Is die bepaalde wand in het gebouw nu brandwerend of net niet?” Controle kan bovendien slechte montage tegengaan. Liesbeth Jacobs: “Alleen een correcte montage van een product of een systeem garandeert de brandweerstand van een constructie.”

 

BEGINFASE VAN HET ONTWERP

Op het vlak van passieve brandveiligheid denken ontwerpers nog te vaak na in materialen in plaats van omvattende systemen, vinden de experts. “Daarenboven krijgt passieve brandveiligheid pas laat in het traject de nodige aandacht”, vindt Liesbeth Jacobs. “Leg de materiaal- en systeemkeuze vast in de beginfase van een ontwerp.” Roy Weghorst vult aan. “Op dit vlak is er een belangrijke taak weggelegd voor de architect, maar liefst neemt hij beslissingen in samenspraak met een adviesbureau gespecialiseerd in de materie.”

 

GRATIS INSCHRIJVEN

Dankzij de brandexperts in dit webinar blijf je op de hoogte over passieve brandveiligheid en bijlage 6. Het webinar ‘Passieve brandveiligheid’ is live te volgen op woensdag 31 mei van 11.00 tot 11.45. Registreren kan hier!

Kan je het webinar niet live volgen? Schrijf je dan alsnog in, zodat je na afloop van het webinar de terugkijklink ontvangt.

Deel dit artikel:
Onze partners