Details belangrijk bij beoordeling van koudebruggen

In het Vlaamse Gewest is het in aanmerking nemen van bouwknopen bij de berekening van de warmteverliezen al een tijdje verplicht door de EPB-regelgeving. Hoewel er in deze context een aantal eenvoudige rekenregels voorgesteld werden, kan het soms nodig zijn om een gedetailleerde berekening uiot te voeren. Het risico op schimmelontwikkeling en/of oppervlaktecondensatie kan trouwens enkel nauwkeurig beoordeels worden aan de hand van een dergelijke gedetailleerde berekening. Dit artikel uit WTCB-Contact nr.32 geeft een rekenvoorbeeld voor een courant bouwdetail: de dakzijrand.
In het Vlaamse Gewest is het in aanmerking nemen van bouwknopen bij de berekening van de warmteverliezen al een tijdje verplicht door de EPB-regelgeving. De andere Gewesten zullen hun regelgeving binnekort in dezelfde zin aanpassen. Hoewel er in deze context een aantal eenvoudige rekenregels voorgesteld werden, kan het soms nodig zijn om een gedetailleerde berekening uiot te voeren. Het risico op schimmelontwikkeling en/of oppervlaktecondensatie kan trouwens enkel nauwkeurig beoordeels worden aan de hand van een dergelijke gedetailleerde berekening. Dit artikel uit WTCB-Contact 2011/4 geeft een rekenvoorbeeld voor een courant bouwdetail: de dakzijrand.

Nu de eisen in verband met de isolatie van gebouwen alsmaar strenger worden, merkt men dat er ook steeds meer aandacht besteed wordt aan koudebruggen. Zo kan de berekening van bouwknopen met een rekensoftware tegenwoordig gerechtvaardigd zijn in de volgende gevallen: voor de berekening van terugkerende details (aannemers van sleutel-op-de-deur woningen, geprefabriceerde constructies, ...), voor de valorisatie van performante details, voor de berekening van zeer lage-energieconstructies, voor de optimalisatie van de E- en K-peilen en voor de beoordeling van het risico op oppervlaktecondensatie.

Het warmteverlies van een lineaire bouwknoop wordt gekarakteriseerd door de lineaire warmtedoorgangscoëfficiënt ψ en de lengte van de knoop. Het risico op schimmelontwikkeling en/of oppervlaktecondensatie wordt op zijn beurt beoordeeld aan de hand van de temperatuurfactor fRsi (*). Om de kwaliteit van het bouwdetail te garanderen, werden er voor deze twee parameters een aantal grenswaarden opgelegd (ofwel door de EPB-regelgeving, ofwel door bouwfysicastudies en de regels voor de goede praktijk).

De karakteristieken van een bouwdetail kunnen op diverse manieren beoordeeld worden: met de waarden uit de normen, met een papieren of elektronische koudebrugatlas of met een software ter berekening van de warmtedoorgang. We geven hierna de resultaten weer van een berekening, uitgevoerd met een rekensoftware (d.i. de meest nauwkeurige, maar ook meest omslachtige methode).

(*) De Rsi-index stelt de waarde van de warmteovergangsweerstand aan de binnenzijde voor, die gebruikt moet worden bij de beoordeling van de temperatuurfactor.


Rekenvoorbeeld : Isolatie van de zijrand van een hellend dak 

Lees hier verder.

Geen abonnee ? Klik op deze link.


Tekst: A. Tilmans, ir., projectleider, afdeling ‘Klimaat, installaties en energieprestatie’, WTCB

Dit artikel werd opgesteld met de steun van de Technologische Dienstverlening ‘Ecobouwen en duurzame ontwikkeling’, gesubsidieerd door InnovIRIS en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Deel dit artikel:
Onze partners