Borstweringen moeten zo ontworpen en uitgevoerd worden dat ze de erop inwerkende dynamische en statische belastingen kunnen opnemen. In tegenstelling tot wat er vaak gedacht wordt, volstaat het bij de beoordeling van de veiligheid en de gebruiksgeschiktheid van borstweringen niet om enkel de dynamische belastingen in aanmerking te nemen. Het WTCB legt uit.
Naast de zachte- en hardeschokproeven moet er bij de dimensionering van borstweringen ook rekening gehouden worden met de statische belastingen (eigengewicht, gebruiksbelastingen en windbelastingen).
Statische belastingen
De dimensionering van borstweringen in functie van de statische belastingen gebeurt door berekeningen of proeven. Wanneer de dimensionering door berekeningen moeilijk blijkt te zijn of de hiermee bekomen resultaten niet beantwoorden aan de criteria uit de norm NBN B 03-004, moet men teruggrijpen naar een dimensionering door proeven (in het laboratorium of ter plaatse). Deze norm definieert zowel de belastingen in functie van de gebruikscategorieën van de gebouwen (A: residentiële gebouwen, B: kantoorgebouwen, C: gebouwen die bestemd zijn om publiek te ontvangen en D: handelspanden), als de belastingscombinaties en de partiële veiligheidscoëfficiënten die toegepast moeten worden al naargelang de beoordeelde elementen verankeringen, stijlen, constructieve beglazingen of vulelementen zijn.
Indien de dimensionering door proeven gebeurt, moet men de belastingen die in aanmerking te nemen zijn bij de dimensionering door berekeningen, verhogen met 10 %.
Ongeacht of de dimensionering door berekeningen of proeven gebeurt, moet men kunnen verzekeren dat de borstwering niet te veel vervormt onder de gebruiksbelastingen (men spreekt hier van bruikbaarheidsgrenstoestanden) en dat zij haar functie als bescherming tegen het vallen van personen in de diepte blijft uitoefenen, zelfs wanneer ze onherstelbare schade geleden heeft (men spreekt hier van uiterste grenstoestanden).
Lees dit artikel verder op de website van het WTCB