Op 23 oktober 2019 maakten Design Museum Gent en sogent bekend dat TRANS architectuur | stedenbouw, Carmody Groarke en RE-ST architectenvennootschap de Open Oproep voor de uitbreiding van het museum gewonnen had. Anderhalf jaar later is het oorspronkelijke ontwerp van DING (Design in Gent) na veel overleg en studie verfijnd tot een inspirerende ontmoetingsplaats op mensenmaat waar design in al zijn aspecten centraal staat.
Met het planningsproces achter de rug, kan nu het bouwproces van start gaan met het indienen van de omgevingsvergunning. “We hopen de eerste steen te leggen in de zomer van 2022. Verwacht wordt dat de nieuwe vleugel zijn deuren zal openen in 2024. Design Museum Gent wacht al decennia lang op dat nieuwe sluitstuk. Dit is toch een zeer ambitieus plan dat op tafel ligt. Eerstdaags wordt de aanvraag voor de omgevingsvergunning ingediend” aldus Sami Souguir, schepen van cultuur en stadsontwikkeling.
Design Museum Gent wacht al sinds 1993 op een nieuw sluitstuk met ruimte voor onthaal en shop, tijdelijke expo’s, workshops en educatie, lezingen en events, ruimte voor art handling en logistiek, degelijk sanitair en - niet in het minst - een lift, maar nu is het zover. DING is de langverwachte brug tussen de drie bestaande gebouwen van Design Museum Gent. Het opent gastvrij de deuren naar de stad in een omgeving waarin duurzaamheid centraal staat. De nieuwe vleugel komt in de Drabstraat, op het braakliggend terrein waar nu de befaamde wc-rol staat.
Sogent zorgt, als gedelegeerd bouwheer voor de Stad, voor het opvolgen en begeleiden van het voorbereidingstraject, het wedstrijd-, het ontwerp- en het bouwproces, de timing en het budget, vanaf conceptfase tot en met de definitieve oplevering van de werken.
De nieuwe vleugel wordt de toekomstige thuis voor lezingen, debatten, designopleidingen, productlanceringen, workshops, experimenten en heel wat andere activiteiten. Een third place, een open museum zonder drempels, waar je gratis kan binnenspringen voor een moment vol inspiratie of verwondering.
Dat binnenspringen begint in de stadskamer. Een gastvrije ontmoetingsplaats en multifunctionele ruimte, waar Gentenaars, toeristen, designers, lesgevers en opiniemakers elkaar ontmoeten. Ook de balie, de shop en het onthaal krijgen hier hun plaats. DING is een plek waar je diverse aspecten van design ontdekt en die je een blik achter de schermen gunt, waarna je dieper in het museum kan duiken en kennis kan maken met de collecties en tijdelijke tentoonstellingen. Op de 1e verdieping van DING is een ruimte voor lezingen en presentaties voorzien, op de 2e verdieping komen workshopruimtes en op verdieping 3 toont het museum gratis tijdelijke expo’s. Als kers op de taart komt er in DING een ruim terras met zicht op de historische binnentuin van Hotel de Coninck. De loft en het winterterras op de 4e verdieping kijken over heel de stad heen, je ziet er het Gravensteen en de Gentse skyline.
DING is ook heel praktisch. De ondergrondse verdieping van DING en vleugel 1992 heeft, naast de noodzakelijke ruimtes voor de technieken, ruimte voor de art handling en restauraties, toiletten en een nieuwe vestiaire. Design leeft in Gent en dat bruisende brengt het museum ook naar binnen. In het aanpalende 16e-eeuwse Huis Leten, waar de burelen van het museum gehuisvest zijn, komt een museumcafé met zicht op een verborgen binnentuin aan de achtergevel. Een kleine oase van rust en een extra ruimte voor buiten-expo's.
De architectuur in DING wordt versterkt door gerichte designopdrachten die zullen gegeven worden aan diverse gevestigde en jonge designers en textielontwerpers, in nauwe dialoog met de architecten via opdrachten en via open calls.
DING zal de drie bestaande gebouwen van het museum naadloos met elkaar verbinden en wordt een straf staaltje architectuur, bedacht en uitgewerkt door het ontwerpteam Carmody Groarke, TRANS architectuur I stedenbouw en RE-ST architectenvennootschap. Geen spektakelarchitectuur, maar een multifunctionele vleugel met monolithisch karakter, die zich in het bestaande stadsbeeld integreert.
Samen met de uitbreiding, wordt ook de vleugel van 1992 aangepakt. De vides, platformlift en trappen worden verwijderd. Niet alleen krijgt het museum hierdoor genereuze open tentoonstellingsvloeren en komt er 210 m² tentoonstellingsruimte per verdieping bij, maar er wordt ook gezorgd voor een juiste klimatisatie in de zalen. De renovatie is een belangrijke voorwaarde om ook in de toekomst grote tentoonstellingen te kunnen onthalen en de collectie op een respectvolle manier te kunnen presenteren en te voldoen aan internationale standaarden. De eigen collectie komt terecht op de eerste en tweede verdieping, de tijdelijke tentoonstellingen op het gelijkvloers.
DING stemt alle gebouwen op elkaar af. De barrières tussen het gedeelte uit de 18e-eeuwse Hotel de Coninck, de vleugel uit 1992 en het 16e-eeuwse Huis Leten verdwijnen. Door de plaatsing van de grote trappartij en de lift in DING wordt de circulatie en de toegankelijkheid op de site verzekerd.
DING wordt future-proof. Circulariteit, duurzaamheid en innovatie staan voorop; zo worden zo veel mogelijk duurzame materialen gebruikt, zet het museum in op duurzame processen en is het museum, dankzij een subsidie van Vlaanderen Circulair, een innovatief traject gestart om (bouw)afval te verwerken in een circulaire gevelsteen. Die wordt aangebracht rond de CO2-neutrale houtskeletstructuur van het nieuwe gebouw. Maar ook recyclagemogelijkheden en vervangbaarheid van de materialen staan op de agenda.
Daarnaast wordt gewerkt aan een fysiek en digitaal skelet: van multifunctionele plafonds, vloeren en muren tot een grid van sensoren en aansluitingen vertakt doorheen het gebouw. Tot slot zorgt een slim gebouwbeheer voor een optimalisatie in energiegebruik door zonwering, verlichting, etc. op een duurzame manier te managen. Hiermee wordt de fundering voor een ‘slimme’ museuminfrastructuur gelegd. Een infrastructuur die niet ‘technologisch’ slim is, maar voldoet aan de noden van het museum vandaag, en zich tegelijkertijd wendbaar openstelt voor de opportuniteiten van het museum morgen.
In de historische binnentuin van Design Museum Gent staat tot maart volgend jaar een onderzoeksmodel op ware grootte. Het toont een staalkaart van de verschillende materialen en technieken die in DING gebruikt zullen worden. Aan de buitenzijde van dit 1:1-model worden verschillende stalen en prototypes van circulaire en niet-circulaire gevelstenen verwerkt, stenen met verschillende witte kleurnuances, oppervlaktetexturen en -afwerkingen. Verder is de mock-up opgebouwd uit een houten CLT (Cross Laminated Timber) structuur die zichtbaar blijft aan de binnenzijde van het gebouw. Tussen de CLT-vloerbalken worden klimaatplafonds (koeling/verwarming) geplaatst. Het dak wordt afgewerkt met zink. De mock-up zal ons een inzicht geven in de te gebruiken materialen en zal ons helpen beslissingen te nemen op vlak van materiaalkeuze, details en aansluitingen. Door de mock-up beleeft de bezoeker nu al een preview van een stukje van DING.
Vlaanderen Circulair en de OVAM lanceerden vorig jaar een gerichte call voor circulaire bouweconomie. Deze subsidieoproep doelde het aanmoedigen van experimenten bij innovatieve bouwprojecten die de principes van circulair bouwen toepassen. Sogent diende het project Een circulaire gevelsteen voor DING in met 5 partners, nl. AGB Kunsten en Design (Design Museum Gent), TRANS architectuur | stedenbouw & Carmody Groarke, Caluwaerts & Uytterhoeven, StoneCycling en KU Leuven, Faculteit Architectuur. Het project voor een circulaire gevelsteen voor DING betreft een onderzoekstraject op materiaal technisch vlak en op juridisch vlak.
Het museum sluit voor de verbouwing op 7 maart 2022 de deuren, maar niet zonder eerst in detail te tonen hoe DING er precies uit zal zien. Op 9 oktober 2021 opent de tentoonstelling DING, waar de architecten hun visie en het ontwerpproces uiteenzetten, onder meer aan de hand van sprekende maquettes.
Tijdens de sluitingsperiode blijft het museum duurzaam en gericht programmeren. De collectie en werking blijft zichtbaar door samenwerkingen met andere musea, opleidingen en partners. Het museum zet verschillende langere trajecten uit met designers. Het resultaat van deze trajecten krijgt bij de heropening een plaats in DING. De sluitingsperiode is zo een experimentele fase waarin het museum een aanloop neemt naar de toekomstige werking van DING.
Het project kost in totaal ± 15 miljoen euro (inclusief erelonen, btw, studies, coördinatie, prijsherziening, onvoorziene kosten enzovoort). Het grootste deel wordt gedragen door de stad. Vlaanderen steunt het project intussen met bijna 3 miljoen aan FoCI-middelen. Ook bij Agentschap onroerend erfgoed werd een dossier ingediend.