Op dinsdag 1 oktober 2019 zijn in De Krook in Gent de laureaten bekendgemaakt van de Prijs Wivina Demeester voor Excellent Bouwheerschap 2019. De prijzen gaan naar Kinderdagverblijf De Zonnebloem (Emmaüs vzw) in Mechelen voor het kunstwerk Untitled (Prelude), naar Sint-Monica vzw voor het woonzorgcentrum De Drie Platanen in Oostende - een ontwerp van Bovenbouw Architectuur - en naar de Vlaamse Landmaatschappij voor het Park Het Zeen in Zaventem, een onderdeel van het Openruimtenetwerk Woluwebekken. De drie projecten laten zien hoe je als publieke opdrachtgever op een uitzonderlijke manier kan omgaan met complexe processen, en hoe een uitgesproken visie daarbij hand in hand gaat met ontwerpende creativiteit.
Voor de ‘Prijs Wivina Demeester voor Excellent Bouwheerschap 2019’ konden projecten worden ingediend in de categorieën ‘Masterplan’, ‘Architectuur’ en ‘Kunst in opdracht’. Een deskundige jury, bestaande uit Stefan Devoldere (decaan Faculteit Architectuur en Kunst UHasselt), Lieve Van de Ginste (L.U.S.T. architecten), Jan Vermeulen (burgemeester van de stad Deinze) en Ulrike Lindmayr (Escautville) beoordeelde 29 inzendingen op hun opdrachtformulering, procesverloop en eindresultaat. De jury stelde een shortlist op, bezocht gezamenlijk de realisaties en duidde uiteindelijk drie laureaten aan. De genomineerden krijgen een studiereis naar Nantes aangeboden in het najaar van 2020. De laureaten van elke categorie ontvingen een kunstwerk, gerealiseerd door de Belgische kunstenaar Michel François.
Deze editie werd voorbereid en georganiseerd in samenwerking met het Platform Kunst in Opdracht (Departement Cultuur, Jeugd en Media).
Over alle grenzen heen
In de categorie ‘Masterplan’ werden drie parken genomineerd: Park De Nieuwe Koers, een masterplan van de stad Oostende en Sint-Monica vzw; Park Groot Schijn van de stad Antwerpen en Park Het Zeen in Zaventem, een project van de Vlaamse Landmaatschappij.
Alle drie genomineerde projecten worden gewaardeerd omwille van hun verbindende karakter: er wordt over de eigen grenzen en beperkingen heen gekeken en naar een samenwerking met de naaste partijen gezocht, ondanks uiteenlopende belangen. Dit ten goede van het grotere geheel.
Het masterplan voor het Park het Zeen is een deelproject binnen het Openruimtenetwerk Woluwebekken, een blauw-groen netwerk in de volledige vallei van de Woluwe en haar zijbeken, dat verschillende open ruimtes in de regio met elkaar verbindt, zowel recreatief als landschappelijk en ecologisch. De Vlaamse Landmaatschappij (VLM) brengt als initiator en trekker van dit landinrichtingsproject verschillende Vlaamse administraties en gemeenten samen om dit te realiseren, en stemt alle deelprojecten zorgvuldig op elkaar af.
De jury prijst het project voor de strategische keuzes die gemaakt werden: het blootleggen van de ingebuisde beek, het aanpakken van overstromingsproblemen door de waterbergingscapaciteit te vergroten, het ontharden, het zorgen voor een betere toegankelijkheid, de aandacht voor waterkwaliteit, recreatie, een uitgekiend maaibeheer, biodiversiteit en ecologie. Door een participatietraject met de buurtbewoners is men erin geslaagd twee asfaltwegen uit te breken en daarmee het park uit te breiden. Een overgedimensioneerde straat werd omgezet in park, en een andere weg, die gebruikt werd als sluiproute, werd omgevormd tot een zachte en veilige fiets- en wandelverbinding. Ook op andere locaties kan dit project inspireren om de leefbaarheid en omgevingskwaliteit van een buurt te verbeteren en tegelijk een meer klimaatbestendige omgeving te creëren.
De jury waardeert de gedrevenheid van de VLM om af te stemmen met alle mogelijke overheidspartners en middenveldorganisaties en zo tot een gedragen visie voor het gebied te komen. Het plan werd zorgvuldig opgebouwd in nauw overleg met alle partners en buurtbewoners, met de nodige aandacht voor participatie- en communicatiemomenten. Dit heeft ervoor gezorgd dat de buurt trots is op zijn park en de sociale controle over het park is versterkt. Het is bijzonder interessant hoe op alle schaalniveaus wordt ingezet en hoe die mooi op elkaar afgestemd worden, waardoor het masterplan ook op alle schaalniveaus wérkt.
Een plek voor vele gasten
De meeste inzendingen werden ingediend voor de categorie ‘Architectuur’. De jury nomineerde in deze categorie drie projecten, die elk op een eigen, innovatieve manier omgaan met zorg: Karus vzw met het project PC Caritas in Melle, Huis Perrekes vzw met het Huis Perrekes in Oosterlo, en Sint-Monica vzw met De Drie Platanen in Oostende.
KARUS, Huis Perrekes en Sint Monica zijn zorginstellingen met aandacht voor wat letterlijk en figuurlijk buiten de eigen perimeter ligt. Ontmoeting en uitwisseling spelen er een cruciale rol in het opbouwen van een zorggemeenschap die een plaats heeft in de maatschappij. Terwijl de vermaatschappelijking van de zorg vooral een algemene taakverwarring lijkt teweeg te brengen, nemen deze drie opdrachtgevers hun verantwoordelijkheid met kracht en gedrevenheid op. Ze bouwen een solide zorgomgeving uit die actief contact zoekt met de buitenwereld. De basis daarvan wordt gelegd in een traject dat een bredere ontwikkelingsvisie uittekent, samen met een grote groep van betrokkenen. Deze opdrachtgevers durven fundamentele vragen te stellen in tijden van onzekerheid en schuwen daarbij het experiment niet.
De vzw Sint-Monica krijgt de titel van laureaat voor de nieuwbouw van het woonzorgcentrum en dienstencentrum De Drie Platanen in Oostende. Als middelgrote actor in de ouderenzorg met beperkte human resources inzake projectontwikkeling en binnen een onzekere context op financieel en regulerend vlak, heeft de vzw Sint-Monica de nodige expertise en middelen bijeengebracht om een kwalitatief en architecturaal aantrekkelijk gebouw te realiseren, waarin verschillende functies zo optimaal mogelijk worden gecombineerd.
De vzw Sint-Monica is bij het ontwikkelen van de eigen, complexe architectuuropdracht tevens een cruciale partner geweest voor de Stad Oostende, om haar ambities voor het naastliggende gebied Park de Nieuwe koers te realiseren. Samen lieten ze een masterplan ontwikkelen voor de site en de achterliggende groene gebieden met onder andere moestuinen. Dit masterplan werd via de procedure van de Meesterproef gegund aan de jonge ontwerper Catherine Pyck en zorgde voor de geslaagde integratie van het gebouw in het Park De Nieuwe Koers en op grotere schaal in het ‘Groen Lint’, de groene fietsroute rond de stad Oostende.
De Open Oproep voor het woonzorgcentrum werd gewonnen door Bovenbouw Architectuur, met een ontwerp dat de ambities van het masterplan resoluut oppakt. Het Groen Lint loopt dwars door het gebouw heen en de opgetilde façade maakt van op de steenweg het zicht vrij naar het achtergelegen park. De drempel tot het gebouw zelf wordt door een genereuze programmatie bewust laag gehouden.
Vijf kantoren met een gezamenlijke wachtruimte worden verhuurd aan gezondheids- of maatschappelijke dienstverleners zoals een dokterspraktijk, een psycholoog of een dienstenchequebedrijf. Het restaurant geeft uit op de volkstuintjes en is toegankelijk voor buurtbewoners en passanten van het Groen Lint. Drie tachtigjarige platanen werden van de straatkant naar de buurttuin achter het gebouw honderd meter verderop overgeplant. Een spectaculaire geste die het gebouw meteen zijn nieuwe naam opleverde.
Het ronddwalen van bewoners leverde de inspiratie voor een vierkante structuur met een dubbeldienende gang, die overvloeit in zit- en eetruimtes, en wordt onderbroken door een aantal zithoekjes. Anderzijds werd ingezet op specifieke detaillering om gestandaardiseerde, institutionele gangen te vermijden. Warme huiselijke materialen zoals hout en vilt worden gecombineerd met een frisse afwisseling van kleuren. Het gebouw biedt de bewoners een geanimeerde passage, met zichten op het straatgebeuren aan de voorkant, stadsgezichten aan de ene zijgevel, de natuur aan de achterkant en de beweging in de buurttuin, het binnenhof. Ook buiten kan men van het zicht genieten vanaf de overdekte terrassen of het dakterras.
Zowel de opdrachtgever als de stad Oostende hebben elkaar aangevuld en versterkt, waardoor het architectuurproject een groter effect sorteert en een breder publiek bereikt. Het project vormt één mooi geheel, waarbij de grens tussen privaat en publiek vervaagt.
Ruimte maken voor ontmoeting
In de categorie ‘Kunst in opdracht’ werd één nominatie aangeduid, die ook tot laureaat bekroond werd: het Kinderdagverblijf de Zonnebloem van de vzw Emmaüs voor de kunstinterventie Untitled (Prelude) van kunstenares Lotte Van den Audenaeren.
De opdrachtgevers verdienen de titel van laureaat omdat ze voor de kunstintegratie ‘Untitled (Prelude)’ een voorbeeldig proces hebben gelopen. Alle stappen in het proces werden zorgvuldig uitgevoerd: van het opmaken van de opdrachtformulering over de artistieke selectie tot en met de realisatie van het kunstwerk.
Lotte Van den Audenaeren combineert in haar installatie een visueel element (een grote ronde spiegel) met een auditief aspect (een soundscape gecomponeerd door George Van Dam). Het werk is geïnstalleerd in de hal, tussen de voordeur en de toegang tot de lokalen. Met geluiden wordt gereageerd op de bewegingen van de voorbijgangers. Beweging wordt niet direct naar geluid vertaald, er blijft een frictie tussen beide. De plaats voor de spiegel wordt op die manier omgetoverd tot een
podium. Daarnaast verwijst het werk naar een belangrijk stadium in de psychologische ontwikkeling van het kind, waarbij het zichzelf (rond de leeftijd van 6 maanden) in de spiegel herkent. Het interactief werk wekt verwondering en verbindt kinderen en ouders van verschillende origine via universele muzikale klanken. Het werk benadrukt het moment tussen binnen en buiten, tussen wat eigen en wat anders is. Er ontstaat een gedeelde plek van herkenning voor de gemeenschap van peuters en ouders, een plek waar afscheid wordt genomen, maar waar mensen elkaar ook ontmoeten.
De jury prijst het enthousiasme en de aanpak van de opdrachtgever en de wens om als voorbeeld en inspiratie te dienen voor andere crèches wat betreft aanpak en pedagogie. De synergie tussen de artistieke praktijk van de kunstenaar en de context van een specifieke pedagogische aanpak creëert naast een goed kunstwerk ook een draagvlak, waardoor het kunstwerk op een actieve manier kan blijven functioneren.