DmvA kreeg enkele jaren geleden de vraag om een sporthal te ontwerpen op de scholencampus van het KA Hiel in Schaarbeek voor zowel de school zelf als voor de locale gemeenschap. Het eisenprogramma stelde daarom dat de sporthal zowel ontsloten moest worden vanuit de bestaande scholencampus als vanaf de straat.
Kenmerkend voor de site waren het hellende terrein, de grote diversiteit van gebouwtypologiën op de campus en het schaalverschil van de gebouwen. Inspelend op zijn omgeving werd het compacte bouwvolume verzonken in het talud ingeplant. De sporthal vormt alzo een geleidelijke overgang tussen het grootschalige schoolgebouw en het belendende kleuterpaviljoenen. De sporthal opgetrokken in gewapend beton met sportveldbelijning werd opgevat als een ‘doe-gebouw’. Een gebouw als soccer-wall, climbing wall,…
Een van de belangrijkste uitdagingen voor dit project was dat het sportgebouw duurzaam en onderhoudsarm en voor een beperkt budget ontworpen moest worden. Daarnaast moest de sporthal verschillende toegangen krijgen: ontsluitingen vanaf schoolgebouw, vanaf
speelplaatsen en vanaf de straat. Tenslotte moest er ook rekening gehouden worden met het feit dat het gebouw op een hellend terrein kwam te staan.
De verzonken inplanting in het talud en de soberheid, eenvoud en duurzaamheid van het gebouw kunnen als belangrijkste troeven naar voren geschoven worden. Het is ook een doe-gebouw geworden waardoor de buitenzijde van het gebouw voor sportdoeleinden kan gebruikt worden.
De wanden van het basisvolume werden opgebouwd uit ontdubbelde wanden in waterdicht gewapend zichbeton, van elkaar gescheiden door isolatieplaten in pu. De wanden met een hoogte van 8 meter werden in 1 fase gestort. Het dak bestaat uit een hoofd- en substructuur; een raster van houten gelamelleerde liggers van 80 cm hoogte vormen de substructuur en werden opgehangen aan stalen vakwerkliggers die werden opgelegd op de betonnen wanden van het gesloten basisvolume. De dakopbouw geeft aan de sporthal een sculpturaal karakter.
De duurzaamheid van het gebouw komt o.a. tot uiting in het goed geïsoleerde, compacte bouwvolume (K=25). Door de verzonken inplanting van het bouwvolume in het talud wordt het warmteverliesoppervlakte in contact met de buitenlucht met meer dan 30 % gereduceerd doordat de aarde fungeert als een natuurlijke koeling. Er werd ook gebruik gemaakt van gewapend beton (uitspelen van de thermische inertie van beton) en het geheel is voorzien van een groendak.