Om te verhinderen dat de brandbare materialen die zich in de nabijheid bevinden van het rookkanaal dat het dak of de gevel doorboort, beschadigd zouden worden of vuur zouden vatten, moeten ze in de meeste gevallen beschermd worden. Dit WTCB-artikel gaat dieper in op de veiligheidsafstanden die gerespecteerd moeten worden in hellende daken.
Vroeger werden de rookkanalen doorgaans ter plaatse gemetseld, waarbij er een veiligheidsafstand van 150 mm voorzien moest worden tussen hun binnenwand en de brandbare materialen. Tegenwoordig worden ze echter meestal opgebouwd uit diverse geprefabriceerde elementen (metaal, beton, baksteen ...) die samen een volledig systeem vormen, het 'rookkanaalsysteem', dat conform is aan de geldende normen en beschikt over een CE-markering. Hierin staat onder meer de te respecteren veiligheidsafstand ten opzichte van de brandbare materialen vermeld.
Veiligheidsafstand
Rookkanalen vervoeren verbrandingsgassen waarvan de temperatuur kan variëren tussen 80 en 600 °C, naargelang van het toesteltype dat erop aangesloten is. Bovendien moeten de kanalen die in verbinding staan met toestellen die werken op vaste brandstoffen – los van de normale gebruiksomstandigheden – bestand zijn tegen schoorsteenbrand. De temperatuur van de rook die vrijkomt bij dit incidentele verbrandingstype kan immers oplopen tot 1.000 °C.
De te respecteren veiligheidsafstand tussen de buitenwand van het rookkanaal en de brandbare materialen kan in de CE-markering van het product rechts van de weerstandsklasse tegen schoorsteenbrand afgelezen worden (G = bestand; O = niet-bestand) en wordt uitgedrukt in millimeter. Voor een ter plaatse vervaardigd rookkanaalsysteem (bv. met behulp van metselstenen) dient men er bijlage A.8 van de norm NBN EN 15287 op na te slaan. Voor metalen rookkanaalsystemen geldt dan weer dezelfde veiligheidsafstand als voor de elementen waaruit ze opgebouwd zijn. Afbeelding 1 geeft een voorbeeld van de markering van een metalen rookkanaal.
De veiligheidsafstand varieert niet louter in functie van de maximaal toelaatbare temperatuur in het rookkanaal, maar ook van de structuur (enkele wand, dubbele geïsoleerde of concentrische wand) en het thermische-isolatieniveau ervan. Deze afstand kan gaan van nul, bijvoorbeeld in het geval van een concentrisch kanaal dat niet bestand is tegen schoorsteenbrand en dat in verbinding staat met een toestel met een zeer lage rooktemperatuur (O00), tot 600 mm voor een enkelwandig kanaal dat bestand moet zijn tegen schoorsteenbrand (G600). Er bestaan eveneens specifieke rookkanalen die bestand zijn tegen schoorsteenbrand en waarvan de te respecteren veiligheidsafstand nul is (G00). Men dient dus niet alleen te opteren voor een rookkanaal waarvan de weerstandsklasse tegen schoorsteenbrand afgestemd is op het aangesloten toestel, maar ook de veiligheidsafstanden te respecteren die vermeld staan in de CE-markering.