In een nieuwe aflevering van Dwarsbeuk heeft Johan Rutgeerts het over de taak van de architect, en hoe die in de wet moet beschreven worden. Niet vanzelfsprekend, zo blijkt.
Het moet ruim vijftien jaar geleden zijn, ik ben een beetje de tel kwijt geraakt, maar het was op een forum, georganiseerd door de Orde van Architecten. Het klonk groots opgezet, die Staten Generaal van de Vlaamse Raad der Orde van Architecten. Aan de bombarie van de organisatoren te horen, was het evenement vergelijkbaar met de afscheuring van België uit de klauwen van het Huis van Oranje. De Vlaamse Raad zou zich bevrijden van het juk van de Nationale Raad der Orde van Architecten en de start geven van een nieuw en bloeiend beleid waar alle architecten alleen maar voordelen van zouden ondervinden.
Ik aanhoorde één van de werkgroepen die het had over de taak van de architect en hoever die wel reikte. Ik ben de naam van de toenmalige jurist van dienst vergeten maar die beweerde bij hoog en bij laag dat de taak van de architect, juridisch gezien, niet verder reikte dan de oplevering tot wind- en waterdicht. De juridische verklaring hiervoor was vlug gevonden: voor het leggen van een vloer of het plaatsen van een keuken in een woning hebt u geen architect nodig want u hebt daar ook geen omgevingsvergunning voor nodig.
Nu denk ik dat u als jurist moet opgeleid zijn om dat soort sofismen in elkaar te knutselen en het als juridisch waterdicht te verkopen.
Een woning zonder vloer, zonder keuken, zonder badkamer, zonder trap, zonder verwarming, zonder elektrische installatie wordt door de burgemeester als onbewoonbaar verklaard.
We zijn binnen de Orde toen aan het werk gegaan om artikel 4 van de architectenwet dat handelt over de taak van de architect eens te herbekijken. Alle architecten rond de tafel vonden dat zowel de ontwerptaak als de controle veel verder gaat dan het zogenaamde wind- en waterdicht zijn. De toenemende complexiteit, regelgeving en de vele eisen waaraan een gebouw moet voldoen maken het gewoon onmogelijk om zich enkel te beperken tot wind- en waterdicht.
De formulering klonk na wat denken en luisteren als volgt: De architect is belast met het ontwerpen van die gebouwen waarvoor een voorafgaandelijke vergunning vereist is en voert de controle er op uit tot het gebouw gebruikt kan worden waarvoor het bestemd is.
Dit houdt in dat de taak blijft duren tot woningen bewoonbaar zijn, scholen kunnen gebruikt worden als scholen en brandweerkazernes kunnen functioneren als brandweerkazernes.
Die tekst werd vijftien jaar geleden goedgekeurd in de Nationale Raad en het zou maar een paar maanden duren voor de minister dat zou laten publiceren. Zo werd het toen beslist.