Op deze foto ziet u twee kunstwerken. Rechts, een bewegende fontein van Pol Bury, links een onroerend beeldhouwwerk van Xaveer De Geyter. Volgens minister Vandenbroucke - die op stevige wijze het departement Sociale Zaken en Volksgezondheid bestuurt -is dat tweede geen kunstwerk. Bij zijn uitspraak in De Afspraak op Canvas van 23 december 2022, was hij daar erg stevig in: "Als een architect een plan tekent voor uw huis, dan is dat wel geen kunstwerk."
Dit huis voor de Provincie Antwerpen is dus ook geen kunstwerk, volgens de minister. Xaveer De Geyter mag dus niet als kunstenaar een deel van zijn loon ontvangen als auteursvergoeding voor dit kunstwerk. Pol Bury met zijn bewegende fontein mag dat wel.
Die uitspraak van Vandenbroucke is een affront voor alle architecten die meedoen aan wedstrijden of hun opdracht omzetten in gebouwen die door de maatschappij als architectuur erkend worden, de moeder van alle kunsten. Ooit werd dit ons zo aangeleerd. Sommige van die gebouwen worden zelfs erkend als onroerend erfgoed en mogen nooit meer verdwijnen.
Als we de lijn van de minister doortrekken, dan moeten van nu af aan alle architectuurprijzen ook wettelijk verboden worden. Want ze misleiden de bevolking door gebouwen tot kunst te verheffen. Het wordt ook hoog tijd dat de minister-president en die paar burgemeesters die er een Bouwmeester op na houden, hen verboden wordt om hiermee door te gaan. Want die zijn toch ook maar bezig met te proberen bouwsels te verheffen tot architectuur en dat kan toch niet de bedoeling zijn.
Moeten wij dergelijke affronten van een minister zo maar aanvaarden ?
Wat nog een groter affront is, is dat de Orde van Architecten de minister niet tot de orde roept, tenminste toch niet dat de Orde bij mijn weten daar een communiqué heeft over laten verschijnen. De uitspraken van de minister zijn niet alleen beledigend voor de architecten en hun opdrachtgevers, ze zijn ook beledigend voor zijn collega van Onroerend Erfgoed.
Het is een wettelijke taak van de Orde om wetsvoorstellen te doen naar de overheid, die in verband staan met de uitoefening van het beroep. Het is dus aan de Orde om een wetsvoorstel in te dienen dat een deel van de opdracht van de architect kan erkend worden als de auteur van een onroerend kunstwerk.