DWARSBEUK. Het verkeerd begrepen structuurplan (Johan Rutgeerts)

We herinneren het ons als de dag van gisteren toen de immer aimabele Eddy Baldewijns als minister bevoegd voor de Ruimtelijke Ordening in 1997 het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) voorstelde en zijn speech beëindigde met de geruststellende boodschap dat de komende generaties zouden ontwaken in een nieuw Vlaanderen dat veel evenwichtiger met zijn schaarse ruimte zou omgaan. Je moet politicus zijn om je eigen loze beloftes te geloven.

In dat RSV stond iets over ruimtelijke boekhouding en de transfers die er zaten aan te komen van de ene bestemming naar de andere, want die gewestplannen waren toch maar een verouderd systeem. Industrie zou stijgen van 55 naar 66.000 ha, bossen van 43 naar 53.000 ha en natuur van 112 naar maar liefst 150.000 ha. Daar Vlaanderen niet van plan was om bijkomend territorium op onze buurlanden te verwerven zou de bestemming van landbouw van 806 naar 750.000 ha gaan.

Dat laatste moesten de boeren maar slikken. Twintig jaar later is er al heel wat gerealiseerd. Vooral de industrie heeft haar hectares bijgekregen. Voka, Unizo en het VBO moeten niet klagen. Bossen en natuur hebben er een pak minder hectares bij, maar dat komt omdat voorgaande ministers er nog niet uit waren hoe bossen nu wel moesten gemeten worden.

Dat de boeren nu onze wegen blokkeren omdat er alsmaar minder grond zou zijn om het land te bewerken en dat die op een schandalige manier met overheidsgeld aangekocht wordt door Natuurpunt en de Bond Beter Leefmilieu is nu plots het struikelblok. Dat was al jaren geleden beslist, toch?

 

Vleesfabriek Vlaanderen

Dat we intussen met meer dan 1,25 miljoen koeien zitten, meer dan 5,4 miljoen varkens, 45,5 miljoen kippen, een groeiend aantal kuddes schapen, geiten en alpaca’s, nog een paar paardenstoeterijen erbij, en dat allemaal op die kleine voorschoot die Vlaanderen is, mag niet baten om tegen de landbouwsector te zeggen: kan het niet met wat minder?

Het regenwoud in Brazilië wordt nu al tegen een angstwekkende snelheid gekapt om er soja te kweken en die te exporteren, naar onder andere Vlaanderen om er onze varkens mee te voederen en die dan te exporteren naar onze buurlanden. Onze ministers zitten nog steeds in een denkpatroon van alsmaar meer produceren en exporteren. Vlaanderen wordt één vleesfabriek. Dat brengt ons meer welvaart. Alle landen in Europa laten we ver achter ons als het om de dichtheid van onze veestapel gaat. Toch iets waarin we de overtreffende trap bestijgen.

 

Natuur kan wachten

Die visies van het RSV moeten maar even on hold gezet worden, want het protest van de tractoren kost ons teveel fileleed en imagoschade. En een burgeroorlog met tractoren kan je toch niet winnen. Dus moet de natuur maar een beetje wachten, zelfs al zie je overal bomen staande sterven, worden de gronden en de o zo belangrijke ondergrondse schimmelnetwerken kapotgereden door tractoren, worden onze gronden overbemest, komt er teveel stikstof eerst in de lucht, dan in de grond, komen er daardoor veel teveel giftige metalen vrij die planten en dieren in sloten en grachten dood maken. Dat kan allemaal wachten.

Op dat beloofde evenwicht van Eddy Baldewijns moeten nog wat generaties geduld aan de dag leggen. De volgende regering wordt nu al opgezadeld met beloften van hulp aan de boeren, opschorting van het toch al zuinige natuurbeleid en dan moet er nog het vele geld gevonden worden voor het vergoeden van al die onbebouwde percelen (naar schatting meer dan 20 ha) in woongebied die vanaf 2040 niet meer zullen mogen bebouwd worden en waarover cijfers circuleren van 30 miljard (30 miljard !) euro als planschade. Daarnaast moeten er nog 70.000 ha verbindingsgebied worden in het ecologisch netwerk en moeten er nog heel veel lokale RUP’s hun definitieve vaststelling finaliteit halen om de bedoelde natuur- en bosgebieden hun rechtszekerheid te geven.

Al een geluk dat we over al die netelige kwesties in Vlaanderen alleen mogen beslissen. Stel dat we geen staatshervorming gekend hadden en nog eens moesten onderhandelen met de Walen. Nu moeten we enkel rekening houden met de Vlaamse landbouwers, en hopen dat patrijzen, gorzen en leeuweriken ooit weer fris en monter over onze velden dartelen.

Deel dit artikel:
Onze partners