In deze aflevering van DWARSBEUK plaats Johan Rutgeers stevige vraagtekens bij de mentaliteit van lokale omgevingsloketten. Als architect botst hij bij ruimtelijke vragen regelmatig op een frustrerende mailmuur. Hij vraagt daarom aan de Orde om te ijveren voor het recht van elke architect, namelijk dat hij voor om het even welk dossier zich rechtstreeks tot de bevoegde ambtenaar kan wenden om in dialoog te gaan.
De Orde van Architecten Vlaamse Raad kondigt aan dat ze een overleggesprek zal hebben met de Vlaamse Overheid over het verloop van het voortraject in de vergunningsverlening.
Dat is zeer mooi en diplomatisch geformuleerd en het komt ook niets te vroeg. Het NAV heeft ook al eens zo’n charter mogen opstellen, onder andere met de Stad Gent, dat uitmondde in een voorstelling met receptie, een heel mooie trajectanalyse en diverse trajectstappen die kunnen genomen worden, maar de praktijk is anders dan dat het er staat. Slechter.
Sinds het coronatijdperk is er een mentaliteit bij alle lokale omgevingsloketten ontstaan van het optrekken van een mailmuur. Wie met een vraag zit moet het niet in zijn hoofd halen om eventjes aan de balie binnen te springen en wat inlichtingen te sprokkelen. In een aantal steden bestaat dat wel voor Cyriel en Anita die stedenbouwkundige inlichtingen willen als ze hun veranda willen verbouwen of als hun buur met werken begonnen is en zij vrezen dat hun rustig genot zal gestoord worden. Daar zijn een aantal voltijdse ambtenaren voor beschikbaar. Dat Cyriel en Anita daarvan kunnen genieten is normaal in een democratie en is hen zeker gegund.
Maar probeer dat niet als professioneel. Vragen om een afspraak voor een dialoog kan nauwelijks telefonisch. Raakt u per ongeluk toch zo ver, dan wordt u gevraagd om een mail te sturen met uw vraag, voeg er foto’s bij en wat schetsen zodat ze dat eens rustig kunnen bekijken, voorleggen aan het intern overleg en dan op redelijke termijn een mailtje terugsturen met het antwoord: dat gaat niet. Het is even absurd geworden als studenten vragen een mondeling examen per mail af te leggen. Dat intern overleg is in feite een loge, goed verborgen achter die mailmuur waar de ambtenaren beslissen over wat kan en niet kan. In die loge worden ruimtelijke vraagstukken omgebogen naar juridische vraagstukken. Past het ruimtelijke vraagstuk binnen de regeltjes waar Vlaanderen een rijke verzameling van opgebouwd heeft en past het ook nog binnen die vele zelf gevonden en zelf opgebouwde regeltjes waar de logeleden zich ook grote verzamelaars in tonen. In principe is een omgevingsvergunning een politieke beslissing maar die wordt voorafgaandelijk gepareerd door het intern overleg. Ik ken schepenen die verklaren dat ze dossiers niet opvolgen, dat ze het volste vertrouwen hebben in hun ambtenaren. De verkozenen weten dus niet meer wat er gebeurt in die loge. Dat komt in de buurt van verzuim aan het mandaat.
Ik dacht vroeger dat het aan mij lag dat ik altijd negatieve beslissingen aantrok, omdat ik een nogal onbehouwen brok architect ben, maar als ik met collega’s praat die best wel fijnbesnaard zijn, ben ik gerustgesteld als ze mij vertellen dat hun dat ook overkomt.
Ik weet niet hoe dat komt maar ons ambtenarenapparaat blinkt niet uit – hoe moet ik dat nu voorzichtig zeggen ? – in het positief benaderen van een ruimtelijk vraagstuk.
Niet zo lang terug had ik een omgevingsvraagstuk in Wallonië en de man achter de telefoon zei vriendelijk dat het geen probleem was dat ik langskwam. Een paar dagen later werd ik ontvangen met een ‘bonjour monsieur, quesqu’on peut faire pour vous ?’ . Ik dacht eerst dat ik op de verkeerde dienst zat want dat is iets dat ik Vlaanderen nog nooit gehoord heb aan de balie: wat kunnen we voor u doen?
Enfin, het vraagstuk werd besproken, embrassant les ideés qui flottaient en het eindigde in een monsieur, je crois que nous avons la, la meilleure solution, j’attends avec impatience votre dossier. En die man begeleidde mij tot aan de lift zeg.
Kijk, als we de Orde een goede raad mogen geven: laat u niet afschepen met mooie trajectbeschrijvingen en een waaier aan digitale mogelijkheden. Eis dat elke architect het recht heeft, voor om het even welk dossier, zich rechtstreeks tot de bevoegde ambtenaar te wenden en een dialoog aan te gaan die de discussie rond diverse visies en uitgangspunten van ruimtelijke vraagstukken mogelijk maakt, net zoals Cyriel en Anita dat ook mogen.
U mag nog tot 10 november uw voorstellen aan de Orde overmaken.