In zijn nieuwste Dwarsbeuk laakt Johan Rutgeerts de beslissing van de federale regering om het fiscaal gunstregime voor auteursrechten terug te schroeven.
Nog geen dag nadat we de vorige keer in deze Dwarsbeuk de Orde gewezen hadden op haar verantwoordelijkheid inzake het mogelijks afvoeren van de auteursrechten voor architecten op fiscaal gebied, kwamen er twee communiqués uw mailbox binnengewandeld. Er moet wat afgebeld zijn die dag tussen de Orde en het NAV want neen, ze waren het niet vergeten.
De regering heeft tot nader order nog geen probleem met auteurs, schilders, beeldhouwers, uitvoerende kunstenaars. Maar, zegt minister Frank Vandenbroucke, "als een architect een plan tekent voor uw huis, dan is dat wel geen kunstwerk." (De Afspraak – Canvas – 23.12.2022)
Hallo? Wat zegt uw collega van Onroerend Erfgoed daarover?
Wie nog wil gebruik maken van het gunstig sociaal en fiscaal regime van auteursrechten moet beschikken over een kunstwerkattest dat een artistieke activiteit attesteert of u moet voldoen aan de gangbare voorwaarden om als kunstenaar erkend te worden.
Dat attest dekt heel veel. Dat zegt dat alle voorbereidende werkzaamheden, fondsenwervingen, onderzoeken, netwerk uitbreiden, prospectie, schrijven, het ambacht onderhouden … allemaal activiteiten zijn die onder het kunstenaarschap vallen.
Honderden en honderden architectenbureaus doen dagelijks niets anders als ze deelnemen aan wedstrijden voor zowel openbare als private opdrachten. Het zijn urenverslindende activiteiten die ver onder de korenmaat vergoed worden. Als ze al vergoed worden.
Het zou billijk zijn mochten die bescheiden vergoedingen als auteursvergoedingen uitbetaald worden en dat de bureaus hun medewerkers onder hetzelfde statuut en voorwaarden kunnen vergoeden voor de vele tienduizenden uren die jaarlijks aan deelnames van wedstrijden gespendeerd worden.
Architecten maken betaalbare waterdichte gedichten.
Leo van Broeck – vijfde Vlaams Bouwmeester.
Architecten vragen niet om hun opdrachten als kunstenaar vergoed te krijgen, wel alle artistieke inspanningen die voorafgaandelijk aan de opdracht gepresteerd worden om tot een artistiek resultaat te komen. Dat geldt zowel voor de architecten als voor al de freelance medewerkers die hierbij betrokken zijn.
Momenteel is er veel onduidelijkheid, niet in het minst door de interpretatie die de administratie van de fiscus wil geven aan wat onder auteursrechten valt of niet. Veel bureaus aarzelen met dit soort vergoedingen omdat de boemerang hen twee jaar later in hun boekhouding lelijk kan treffen. De Orde moet hier een voorzet geven inzake erkenning van het kunstenaarsstatuut.
Het is dus aan de Orde, de Vlaamse Bouwmeester en het NAV om samen met de minister en zijn administratie duidelijke richtlijnen uit te werken die aangeven wanneer een architect recht heeft op het kunstenaarsstatuut en de auteursvergoedingen voor de ontwerpen die hij maakt of wanneer hij deelneemt aan wedstrijden. En dat ze daarvoor echt competente fiscale en juridische experts onder de armen nemen en desnoods de nodige juridische stappen zetten. Als de inkomsten van de eerste de beste carnavalsschlager onder het kunstenaarsregime vallen, dan moet dat ook kunnen voor architectuur, de moeder van alle kunsten.
We verwachten nu geen communiqués, maar resultaten. Het komende jaar zullen de architecten het al hard genoeg te verduren hebben met de stijgende loon- en exploitatiekosten.
Als noch de Orde noch het NAV daar in slagen, kunnen zij zich dan nog opwerpen als de legitieme vertegenwoordigers van de architecten?