DWARSBEUK (Johan Rutgeerts): De Arnohall in Oostende

In Oostende en ver daarbuiten zijn er veel mensen die pleiten voor het behoud van minstens de structuur van het voormalige zwembad in Oostende. Om er een stadshal van te maken. Ideaal qua locatie en ideaal qua structuur.

In Oostende zelf zijn er slechts een paar mensen die pleiten voor de totale afbraak ervan. Die zitten in de meerderheid van het Oostendse stadsbestuur. Die willen er nadien een park(je) van maken en over wat er nadien rond dat park als bebouwing zal komen blijft het een beetje vaag. Er zijn wel meerdere dingen die daar een beetje vaag zijn. 

Nu wil datzelfde stadsbestuur iets voor hun onlangs overleden held Arno doen. Terecht. Er is sprake van een locatie waar hij kan herdacht worden en waar er ook optredens zouden kunnen openbloeien. En natuurlijk ook met een café erbij.

Tja, dan kennen wij één zo’n plek: het leegstaande zwembad.

Als we spreken over een circulaire samenleving, waar we eerder vandaag dan morgen aan beginnen, dan moeten we stoppen met gebouwen zo maar te slopen. U wil niet weten hoeveel CO₂ er destijds ontstaan is bij het maken van het cement voor al dat beton, hoeveel energie het koper op het dak opgeslorpt heeft, hoeveel vrachtwagens en betonmixers daarvoor kilometers afgelegd hebben. Minder CO₂-uitstoot wil ook zeggen: daar waar er reeds zoveel CO₂ in verwerkt en verloren gegaan is laten staan. Afbreken wil zeggen dat al die CO₂ voor niets in de lucht gestuurd is. Eén keer verbruiken was al genoeg. Leer hergebruiken wat al is.

De stad Oostende heeft laten berekenen dat afbreken goedkoper is dan behouden want het beton moet wel een beetje hersteld worden. Het verschil zou 1 miljoen euro kosten. Een beetje een foute redenering als je bedenkt wat je voor dat miljoen terugkrijgt: dè ARNOHALL. 

Maak eens een hal van meer dan 3.000 m² voor amper één miljoen. Dat is hooguit een dikke 300 €/m². Probeer maar eens en dan nog met een zo’n schitterende architectuur. 

Arno was al eerder akkoord: je veux nager, encore une fois.

Kijk, het Oostendse stadsbestuur kan zich concentreren op andere problemen want wat ze zoeken hebben ze al.